4.3Het oordeel van de rechtbank
Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard:
U, voorzitter, houdt alle berichten voor die in het dossier voorkomen. Dit betreffen whatsappberichten, voicemailberichten en mailberichten.
Alle voorgehouden berichten heb ik verstuurd.
Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 6 mei 2023
Verbalisant [verbalisant 1] heeft voorafgaande aan de tekst van de aangifte gerelateerd, zakelijk weergegeven, dat aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat de bedreigingen tussen donderdag 4 mei 14.45 uur en zaterdag 6 mei 2023 om 12.30 uur hebben plaatsgevonden te Nieuwegein.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2023
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
21-04-2023 06:18 – [verdachte] : Ik maak je doid gek!!
21-04-2023 06:18 – [verdachte] : Dood
(…)
21-04-2023 06:22 – [verdachte] : Ja kom maar ik sla een bijl in je kk kop en maak je hele familie af
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2023
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
4 mei 2023 te 20:46 uur:
Ik zweer het je he, kanker kanker moer. Ik zweer het je, een (1) ding he. Die kankerfoto die je mij stuurt he. Let jij maar op jongen. Echt waar. Jij maakt grappen. Geloof me, een (1) ding he. Je gaat klappen krijgen.
4 mei 2023 te 22:09 uur:
Ey je hoorde het, Bel mij terug. Kanker hoer. Als je mij nog en (1) keer he foto’s, worden er echt serieus, als je mij nog een (1) keer een foto van die vieze vuile kanker kanker kanker, zucht, van die kanker, hoe heet dat, die homo. Ik zweer het je. Je zal het zien. Dan ga ik je slopen.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2023
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Datum: 05-05-2023 02:20
Ik zweer het op alles wat me lief is, ik maak je dood met die fent erbij. Dan maar levenslang interesseert me geen kk moer snap je dat!!!!!
Datum: 05-05-2023 02:39
Geloof me. Ik maak je af
Datum: 05-05-2023 19:20
Kom metje praatjes ik heb een klock (de rechtbank begrijpt: een glock) klaar liggen voor je met 200 patronen. Kom dan of moet ik ff met een paar man naar Nieuwegein komme bedreig mij niet hoor want geheid dat ik je hele kk troep koud maak kom maar op
Datum: 06-05-2023 04:13
Ik maak je dood. Ik zweer het op me moeder
Redelijke vrees
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake kan zijn van een bedreiging als bedoeld in artikel 285 Wetboek van Strafrecht, omdat onvoldoende is gebleken dat bij aangeefster, [slachtoffer] , de redelijke vrees zou zijn ontstaan dat verdachte zijn dreigementen ook daadwerkelijk zou uitvoeren. Gelet op de omstandigheden van het geval moeten de uitspraken van verdachte worden opgevat als een emotionele ontlading. De uitlatingen waren niet geëigend om vrees op te wekken.
De rechtbank overweegt als volgt. Niet vereist is dat bij de bedreigde daadwerkelijk vrees voor de aantasting van de persoonlijke vrijheid is ontstaan.
Het is voldoende dat de bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden geschied dat zij in het algemeen geschikt is om de vrees voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen (zie HR 3 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9309). In de gegeven omstandigheden, waarin de relatie tussen verdachte en aangeefster net was beëindigd en waarin verdachte heftig geëmotioneerd en boos op aangeefster was, heeft verdachte heeft in een ruimere periode verschillende soorten bedreigingen geuit richting aangeefster. De (veelheid aan) bedreigingen, de tekst van de bedreigingen, het feit dat verdachte ook de familie en nieuwe vriend van aangeefster daarbij noemde, en de emotionele staat waarin verdachte zich bevond, zorgen ervoor dat deze bedreigingen in het algemeen geschikt waren om vrees aan te jagen. De uitlatingen van verdachte kunnen dan ook als een bedreiging in de zin van artikel 285 Wetboek van Strafrecht worden gekwalificeerd.
Opzet
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte nooit de intentie heeft gehad om aangeefster met zijn uitlatingen daadwerkelijk te doden of zwaar te mishandelen. Dat de berichten wel zo letterlijk zijn binnengekomen bij aangeefster betreurt verdachte, maar het opzet van verdachte was daar niet op gericht, ook niet in voorwaardelijke zin.
De rechtbank overweegt als volgt. Voor bedreiging is niet van belang of verdachte het opzet had om de bedreigen ook daadwerkelijk uit te voeren. Het gaat om de vraag of zijn opzet erop was gericht om aangeefster vrees aan te jagen. Verdachte heeft over een periode van ruim twee weken verschillende bedreigingen geuit. Gelet op de door hem gekozen bewoordingen kan het niet anders zijn dan dat het de bedoeling van verdachte was om aangeefster vrees aan te jagen. Feiten of omstandigheden waaruit het tegendeel zou kunnen worden afgeleid zijn niet gebleken. Door het versturen van de bedreigingen per Whatsapp en per mail en het inspreken van de voicemailberichten heeft verdachte de bedoeling en dus ‘vol’ opzet gehad op de bedreiging van aangeefster [slachtoffer] .
De rechtbank komt hiermee tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.