Op 2 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De zaak betreft een tijdelijke schorsing van een last onder dwangsom die aan de verzoeker was opgelegd om blauwe niet transparante beplating aan de scheepselevator aan het Merwedekanaal te verwijderen. De verzoeker, eigenaar van de scheepselevator sinds 2020, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college dat hem gelastte om de overtreding van de Woningwet te beëindigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij het verzoek om een voorlopige voorziening, gezien de complexiteit van de zaak en de belangen van beide partijen. De voorzieningenrechter schorste het besluit van het college voor een periode van zes weken, tot 13 september 2023, om partijen de gelegenheid te geven om samen naar oplossingen te zoeken voor het veiligheidsprobleem op het perceel. Tevens werd het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten aan de verzoeker tot een bedrag van € 1.674,- en het griffierecht van € 184,-. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen partijen om tot een constructieve oplossing te komen en wees erop dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.