Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
2.Waar de zaak over gaat
3.De beoordeling
Het bestuur legt de fokker, wanneer hij de regels, genoemd in het RNI niet nakomt, een geldboete op van €30 (zegge: dertig euro).” De bepaling komt voort uit een tekstvoorstel dat is opgesteld door een werkgroep en dat vervolgens is besproken met de leden. Volgens [eiseres] is tijdens de ALV van 24 april 2021 besproken dat deze bepaling zo moet worden uitgelegd dat het opleggen van een boete een mogelijkheid is en geen verplichting.
Er is een besluit tot ontzetting genomen
Vanwege de opeenstapeling van de overtredingen wordt er unaniem besloten om per direct artikel 15 en 16 van de statuten in gang te gaan zetten. [A (voornaam)] zal op basis van lid 3 van beide artikelen het lid op haar verzuim wijzen waarmee zij gedurende een maand in de gelegenheid is om alsnog aan de verplichtingen te voldoen alvorens op basis van lid 4 t/m 7 tot opzegging over te gaan.”
[…] en kan op basis van artikel 15 lid 1a en artikel 16 lid 1a van de statuten tot schorsing of ontzetting over worden gegaan. Op basis van lid 3 van deze artikelen stellen we je per vandaag een maand in de gelegenheid om alsnog aan de verplichtingen te voldoen.
Via deze weg laten we je weten dat we jouw lidmaatschap per vandaag, 1 december 2021, beëindigen”. Dat sluit aan bij de eerder gecommuniceerde ontzetting per 1 december 2021. Weliswaar wordt verderop in de e-mail het woord ‘opzegging’ gebruikt in plaats van ‘ontzetting’, maar deze e-mail kan wat de rechtbank betreft niet anders worden begrepen dan als een uitvoering van het eerdere besluit tot ontzetting per 1 december 2021.
Het besluit tot ontzetting is vernietigbaar
Beroep’ schreef hij vervolgens: “
Namens [eiseres (voornaam)] stel ik ook hiertegen beroep in.”, waarna hij vroeg om het bijeenroepen van een bijzondere ALV.
- In een e-mail van 13 november 2021: “
- In een e-mail van 29 november 2021: “
De rechtbank Midden-Nederland heeft in een vonnis van 2 augustus 2023 vastgesteld dat de [gedaagde] op 28 oktober 2021 het besluit heeft genomen om [eiseres] per 1 december 2021 te ontzetten uit haar lidmaatschap. De rechtbank heeft dit besluit vernietigd omdat het bestuur geen hoor en wederhoor heeft toegepast en [eiseres] niet in de gelegenheid heeft gesteld om gebruik te maken van haar beroepsmogelijkheid.”
4.De beslissing
De rechtbank Midden-Nederland heeft in een vonnis van 2 augustus 2023 vastgesteld dat de [gedaagde] op 28 oktober 2021 het besluit heeft genomen om [eiseres] per 1 december 2021 te ontzetten uit haar lidmaatschap. De rechtbank heeft dit besluit vernietigd omdat het bestuur geen hoor en wederhoor heeft toegepast en [eiseres] niet in de gelegenheid heeft gesteld om gebruik te maken van haar beroepsmogelijkheid.”