In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 23 augustus 2023, staat de non-conformiteit van de beglazingskit Seal-it 325 Pro-Paint centraal. De eiseres, een vennootschap onder firma, heeft deze kit tussen 2014 en 2019 aangeschaft van de gedaagde, een besloten vennootschap. De eiseres stelt dat de kit niet voldoet aan de verwachtingen, omdat deze zacht blijft en de verf niet goed hecht. De eiseres vordert schadevergoeding van € 90.760,25, plus kosten voor deskundigen en proceskosten. De gedaagde betwist de claims en stelt dat de klachten voortkomen uit een andere oorzaak, namelijk de door de eiseres gebruikte PE-band. Bovendien stelt de gedaagde dat de vorderingen van de eiseres zijn verjaard.
De rechtbank oordeelt dat de kennisgeving van non-conformiteit door de eiseres op 29 april 2020 is gedaan, maar dat de dagvaarding pas op 20 januari 2023 is betekend, wat meer dan twee jaar na de kennisgeving is. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van de eiseres zijn verjaard, omdat er geen rechtsgeldige stuitingshandeling is gedaan. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseres af en oordeelt dat de gedaagde terecht een beroep doet op haar algemene voorwaarden, die de aansprakelijkheid voor gevolgschade uitsluiten en beperken tot het factuurbedrag. De eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 9.497,00 zijn vastgesteld.