In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de heffingsambtenaar van de gemeente IJsselstein op haar bezwaar. De heffingsambtenaar heeft op 8 juni 2022 alsnog uitspraak gedaan op het bezwaarschrift, maar eiseres heeft haar beroep niet ingetrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen geldige ingebrekestelling is gedaan door eiseres, waardoor het beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief van 2 januari 2022, die eiseres als ingebrekestelling beschouwde, niet voldeed aan de vereisten, omdat deze meerdere zaken omvatte en niet specifiek was voor de onderhavige zaak. Bovendien heeft eiseres geen procesbelang meer bij de beoordeling van haar beroep, aangezien de naheffingsaanslag inmiddels is vernietigd door de heffingsambtenaar. De rechtbank heeft daarom beide beroepen, tegen het niet tijdig beslissen en tegen de uitspraak op bezwaar van 8 juni 2022, niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 2 mei 2023.