In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 19 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft op 9 juni 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen, maar beide partijen hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om gehoord te worden op een zitting. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, zodra het bestuursorgaan in gebreke is. In deze zaak is niet in geschil dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder bij brief van 15 oktober 2022 in gebreke gesteld, en heeft meer dan twee weken later, op 29 mei 2023, beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen.
De rechtbank bepaalt dat verweerder dit besluit uiterlijk op 1 juli 2024 moet bekendmaken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag vastgesteld voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2023.