ECLI:NL:RBMNE:2023:3848

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
26 juli 2023
Zaaknummer
559639 / HA RK 23-140
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de rechter na eindbeslissing in civiele procedure

Op 25 juli 2023 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittende in Utrecht, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van [verzoeker] B.V. Het verzoek tot wraking was ingediend door de heer [A], die dit (mede) namens [verzoeker] B.V. heeft gedaan. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. Y.M. Vanwersch, de behandelend rechter in de hoofdzaak met zaaknummer 10430217 UV EXPL 23-94 MB/40202. De griffie ontving het wrakingsverzoek op 9 juli 2023, en op 15 juli 2023 werd er een aanvullend argument per e-mail ingediend door [A]. De hoofdzaak had op 15 mei 2023 een einduitspraak gekregen, waardoor de procedure waarin het wrakingsverzoek was ingediend, was geëindigd. De wrakingskamer oordeelde dat een verzoek tot wraking in beginsel in elke stand van de procedure kan worden gedaan, maar dat dit verzoek vóór de einduitspraak moet worden ingediend. Aangezien de einduitspraak al had plaatsgevonden, verklaarde de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 559639 / HA RK 23-140
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
25 juli 2023
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
[verzoeker] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats]
(verder te noemen verzoeker).

1.De procedure

1.1.
De griffie van deze rechtbank heeft op 9 juli 2023 een wrakingsverzoek ontvangen van de heer [A] waarvan aangenomen wordt dat hij dit (mede) namens [verzoeker] B.V. (verzoeker) heeft ingediend. Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de procedure met zaaknummer 10430217 UV EXPL 23-94 MB/40202 (hierna: de hoofdzaak). Het verzoek tot wraking is gericht tegen mr. Y.M. Vanwersch als behandelend rechter (hierna: de rechter). Op 15 juli 2023 is er een e-mail van [A] ontvangen met een nader argument ter onderbouwing van het wrakingsverzoek.
1.2.
Er is op 15 mei 2023 einduitspraak gedaan in de hoofdzaak.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Een verzoek tot wraking kan in beginsel in elke stand van de procedure worden gedaan, maar moet worden ingediend vóórdat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd (vgl. Hoge Raad 18 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:AD2977). De rechter heeft op 15 mei 2023 einduitspraak gedaan in de hoofdzaak. Daarmee is de procedure waarin het wrakingsverzoek is ingediend geëindigd en is wraking van de rechter in die procedure niet meer mogelijk.
2.2.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaren.
2.3.
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 2 onder d van het wrakingsprotocol van deze rechtbank, een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek achterwege blijven.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker,
de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, de
betrokken teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is en de president
van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.C. Stijnen, voorzitter, en mr. J.P. Killian en mr. C.P. Lunter als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. S. Bazaz, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.