ECLI:NL:RBMNE:2023:3848
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter na eindbeslissing in civiele procedure
Op 25 juli 2023 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittende in Utrecht, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van [verzoeker] B.V. Het verzoek tot wraking was ingediend door de heer [A], die dit (mede) namens [verzoeker] B.V. heeft gedaan. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. Y.M. Vanwersch, de behandelend rechter in de hoofdzaak met zaaknummer 10430217 UV EXPL 23-94 MB/40202. De griffie ontving het wrakingsverzoek op 9 juli 2023, en op 15 juli 2023 werd er een aanvullend argument per e-mail ingediend door [A]. De hoofdzaak had op 15 mei 2023 een einduitspraak gekregen, waardoor de procedure waarin het wrakingsverzoek was ingediend, was geëindigd. De wrakingskamer oordeelde dat een verzoek tot wraking in beginsel in elke stand van de procedure kan worden gedaan, maar dat dit verzoek vóór de einduitspraak moet worden ingediend. Aangezien de einduitspraak al had plaatsgevonden, verklaarde de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.