ECLI:NL:RBMNE:2023:3704
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen kapvergunning door de gemeente Hilversum
Op 12 juli 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 7 november 2022 door het college is verleend voor het kappen van 18 bomen op verschillende locaties in Hilversum. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, maar het college heeft dit bezwaar op 7 december 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet als belanghebbende werd aangemerkt.
De rechtbank heeft op zitting de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld. Eiser stelde dat de vergunningverlening onzorgvuldig was, omdat deze niet de exacte locaties van de bomen vermeldde, wat volgens hem de rechtsbescherming in het geding bracht. De rechtbank oordeelde echter dat eiser geen persoonlijk belang had bij de vergunning, aangezien hij niet in de nabijheid van de bomen woonde en geen zicht op de bomen had. Het afstands- en zichtcriterium, dat bepaalt wie als belanghebbende kan worden aangemerkt, werd niet voldaan.
De rechtbank concludeerde dat eiser zich niet onderscheidde van andere inwoners van Hilversum en dat zijn bezwaren niet voldoende waren om hem als belanghebbende aan te merken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van het college om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Eiser kreeg geen griffierecht terug en kwam niet in aanmerking voor proceskostenvergoeding. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen.