Op 4 juli 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een Belgische, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 24 december 2021 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank constateerde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep had ingesteld. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moest nemen binnen een termijn van uiterlijk 1 juli 2024. Tevens werd bepaald dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moest door de Belastingdienst aan eiseres worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier.