In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 12 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiser heeft op 21 maart 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna hij op 28 januari 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. In een eerdere uitspraak van 14 april 2023 heeft de rechtbank bepaald dat verweerder in soortgelijke zaken een nadere beslistermijn tot 1 juli 2024 krijgt. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is openbaar uitgesproken op 28 juni 2023.