In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen wegens het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 5 februari 2021. Eiser stelt dat de Belastingdienst in gebreke is gebleven en heeft op 15 maart 2023 beroep ingesteld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de ingebrekestelling op 10 februari 2022 door de Belastingdienst is ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van twee weken na de uitspraak, met een uiterste datum van 1 juli 2024. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt een vergoeding van € 418,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan eiser worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 23 juni 2023 en is openbaar uitgesproken.