In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres, woonachtig in België, heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 22 januari 2021. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft op 21 maart 2023 beroep ingesteld, nadat de ingebrekestelling op 11 mei 2022 door de Belastingdienst was ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen, maar in deze zaak wordt de termijn tot 1 juli 2024 gehandhaafd, zoals eerder vastgesteld in een uitspraak van 14 april 2023. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 418,50 voor de proceskosten en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed.