In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in België, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 6 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 10 mei 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 9 februari 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. In een eerdere uitspraak van 14 april 2023 heeft de rechtbank bepaald dat verweerder in soortgelijke zaken een nadere beslistermijn tot 1 juli 2024 krijgt. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 418,50, en moet hij het betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn op 26 juni 2023.