In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 23 juni 2023, is het beroep van eiser tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiser had op 2 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiser heeft op 22 maart 2023 beroep ingesteld, nadat de Belastingdienst op 11 april 2022 een ingebrekestelling had ontvangen. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. In een eerdere uitspraak van 14 april 2023 heeft de rechtbank bepaald dat de Belastingdienst in soortgelijke zaken een nadere beslistermijn tot 1 juli 2024 krijgt. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt een vergoeding van € 418,50 voor de proceskosten en het door hem betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed.