ECLI:NL:RBMNE:2023:3197

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
16/277161-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging, handelen in strijd met gedragsaanwijzing en belediging

Op 30 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen verdachte, geboren in 1954, die beschuldigd werd van belaging, het overtreden van een gedragsaanwijzing en eenvoudige belediging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte in de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 stelselmatig de aangevers, waaronder [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], heeft belaagd. Dit gebeurde door herhaaldelijk telefonisch contact op te nemen, beledigende berichten te plaatsen op sociale media en zich in de nabijheid van de woningen van de aangevers te bevinden, ondanks een eerder opgelegde gedragsaanwijzing die dit verbood. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte en de medeverdachte een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de aangevers vormden. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het medeplegen van belaging, het opzettelijk handelen in strijd met de gedragsaanwijzing en eenvoudige belediging. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.000,- aan [slachtoffer 1] voor immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/277161-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1954] te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M.L. Kalsbeek en van hetgeen mr. C.M.E. Schreinemacher, advocaat te Amsterdam namens verdachte, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 in Almere, samen met een ander, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] stelselmatig heeft belaagd;
feit 2
op 18 januari 2019 in Almere opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing, gegeven door de officier van justitie, door met de auto in de [straat] in [woonplaats] te rijden;
feit 3
in de periode van 15 oktober 2018 tot en met 28 oktober 2018 in Almere, opzettelijk [slachtoffer 3] heeft beledigd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 tenlastegelegde en zich ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1] feit 1, feit 2, feit 3
1. [slachtoffer 1] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 18 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ben sinds ver voor 2012 klant bij [medeverdachte] . Op 10 september 2018 heb ik een rekening van [medeverdachte] gekregen. Hij kwam recent nog naar mij toe en zei dat hij nog 3 x geld kreeg voor de ramen die hij gewassen zou
hebben. Hij beweerde dat hij 3 x in een maand gekomen was en wilde geld hebben. Ik
heb hem toen weggestuurd. Kort daarop volgde de rekening waar ik u over vertelde.
Mijn dochter heb ik gewaarschuwd en die ging het een en ander nakijken. Zij heeft
netjes een brief opgesteld en naar [medeverdachte] gestuurd met opheldering over de
rekening die hij gestuurd heeft. Zij heeft dit aangetekend gedaan naar het [adres]
te [woonplaats] . Vanaf dat moment dat wij weigerden de onterechte rekening te betalen, is [medeverdachte] mij gaan stalken en bedreigen. Kennelijk vond hij mij proberen op te lichten met een onterechte rekening niet genoeg en gaat door middel van mij stalken, bedreigen en intimideren dwingen om een rekening te betalen die nergens op
gebaseerd is. Ik kan u vertellen dat ik een vrouw ben van 73 jaar oud en ben net een
beetje over de dood van mijn man heen. Nu valt [medeverdachte] mij stelselmatig
lastig. Hij belt mij minimaal 6 x per dag en schreeuwt dan naar mij dat ik gewoon
betalen moet en zegt dan "want anders”. Ik schrik hiervan en doe in de nacht geen
oog meer dicht. Hij heeft ook een keer door de telefoon tegen mij gezegd dat hij mij
anders dood maakt of mijn huis komt leeghalen. Hij blijft mij steeds lastigvallen en blijft
bellen. Ik heb nu alle stekkers van mijn telefoon er uit gehaald en gebruik alleen
mijn mobiel. Zijn huidige vrouw, ik dacht dat haar achternaam [verdachte] was, is
misschien nog erger dan dat [medeverdachte] is. Zij schreeuwt nog meer en vertelt
ook wat [medeverdachte] moet zeggen. Zij is altijd tijdens het telefoongesprek te
horen op de achtergrond en voed [medeverdachte] dan op een negatieve manier. Ze
blijven maar roepen dat ik betalen moet en anders sturen ze een incasso op mij af.
Dat incasso bureau is er niet, want hij denkt dat hij dat zelf is. [medeverdachte] en
die mevrouw [verdachte] zijn niet voor rede vatbaar en het lijkt of ze beide altijd
onder invloed zijn van alcohol. Op 17 oktober is er wederom iets gebeurd. Toen belde [medeverdachte] op naar mijn dochter en begon van alles te roepen. Wederom zij hij tegen mijn dochter dat ik het bedrag gewoon moet betalen. Daarna heeft mevrouw [verdachte] de telefoon weer gepakt en ook die ging te keer dat er betaald moest worden. Mijn dochter heeft dat gesprek opgenomen en de wijkagent heeft die opname gekregen van haar. Mijn dochter probeerde haar te woord te staan, maar die mevrouw [verdachte] bleef maar schreeuwen en ook leek zij weer erg onder invloed van alcohol. Op gegeven moment riep die mevrouw [verdachte] dat [medeverdachte] er aankwam om zijn geld te halen. Ik ben hier heel erg van geschrokken en eigenlijk leef ik nog steeds in angst. Mijn buurman
van nummer [nummer] is ook naar mij toe gekomen. Mijn schoonzoon kwam ook meteen en ging
onderweg naar mij toe voor het geval dat [medeverdachte] zou komen. Wij hebben 112
gebeld en toen is er politie bij ons geweest. De wijkagent was direct gekomen voor
ons. De telefoon van de buurman van nummer [nummer] werd gebeld en de wijkagent nam op. Het
bleek mevrouw [verdachte] te zijn die ook weer rondom onder invloed van alcohol te keer ging en ook van de buurman geld wilde zien. [2] Het ergste vind ik nog dat hij mij stelselmatig lastig valt inmiddels tientallen telefoontjes gehad met intimiderende toon dat ik betalen moet. Ook ben ik bedreigd met doodmaken als ik niet zou betalen. Mijn zoon heeft hem ook een keer gesproken en die zei dat hij mij met rust moest laten. Mijn dochter
heeft hem 1 x vanaf haar werk gebeld en toen heeft hij haar ongeveer 30 x gebeld op
haar werk. Hij valt mij en mijn familie stelselmatig lastig. [3]
2. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 16 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Geluidsfragment 1 duur 0.25 seconden:
'' [getuige] je spreekt met [bedrijf 1] , (niet te verstaan) ik heb een
rekening naar je moeder gestuurd met de wettige incasso kosten en die rekening moet
gewoon een keer voldaan worden dus he, bij deze. Ik heb het hier ook met je, met je
broer afgesproken die was ermee akkoord gegaan dus uuh bij deze, dus uuh gewoon die
rekening overmaken. Groetjes [medeverdachte] bye bye.
Op de achtergrond van dit geluidsfragment is er ruis en een ander persoon op de
achtergrond aan het praten. Het is niet te verstaan wat deze persoon zegt.
Geluidsfragment 2 duur 0.36 seconden:
Voicemail u hebt twee nieuwe berichten en een bewaard bericht eerste nieuwe bericht:
''Ja, je spreekt met [bedrijf 1] . Je moet gewoon op de rekening
[verdachte] storten, [medeverdachte] [verdachte] dus deze naam is gewoon juist dus gewoon op
storten. Dus he (achtergrond: wil ze niet andere stem) Daar moet je ook op storten.
Dus bij deze (achtergrond: zal ze het weten ook andere stem) en je moet gewoon het
geld storten. Je hebt me gehoord nu. Ik heb de rekening in je moeders bus gedaan dus
uuh. Anders gaan er gewoon hele grote problemen komen. Ja, oké dank je wel.
Op de achtergrond van dit geluidsfragment hoor ik verbalisant twee keer een andere
stem op de achtergrond.
Geluidsfragment 3 duur 0.28 seconden:
Om zeventien( 17) uur vierendertig (34) van onbekende afzender, piep geluid. ''He uuh
met [bedrijf 1] . Ik laat me niet door je zoon bedreigen dus uuh, dan
weet je het in ieder geval. Hij wil me (niet te verstaan) in elkaar slaan dus dan
weet je het in ieder geval. Dus uuh ik ga er niet op in. Dag [naam] je moet gewoon de
rekening betalen, groetjes [medeverdachte] doei doei.
Geluidsfragment 4 duur 0.57 seconden:
Voicemail u heeft drie bewaarde berichten eerste bewaarde bericht gisteren ontvangen
om zeventien(17) uur achtenveertig (48) van onbekende afzender: ''Ja [naam] , met mij
met [bedrijf 1] , moet jij eens luisteren vorige keer had jou zoon met
[medeverdachte] gesproken in het begin was hij het eens later niet meer maar dat doet er niet
toe. Hij hebt er niet mee te bemoeien. Hij moet zijn kop houden, (niet te verstaan
gebrabbel) contract is met jou aangegaan en ten tweede heeft jou zoon mij man
bedreigd om in elkaar te slaan. Ja, dat moet je helemaal niet doen, dat lijkt mijn
niet zo goed argument om mensen in elkaar te slaan kan je maar een keer wat aandoen.
Ga je bankafschriften maar af en die zie ik graag maak er maar een kopie van''.
Geluidsfragment 5 duur 0.47 seconden:
Bewaarde berichten eerste bewaarde bericht ''Zet dat ding een keer aan. Want ik vind
het zo vervelend zo. (gebrabbel niet te verstaan)'' Volgende bewaarde bericht: ''
Ja ''Ja, je spreekt met [bedrijf 1] . Je moet gewoon op de rekening [4]
[verdachte] storten, [medeverdachte] [verdachte] dus deze naam is gewoon juist dus gewoon op
storten. Dus uuh (achtergrond: wil ze niet andere stem) Daar moet je ook op storten.
Dus bij deze (achtergrond: zal ze het weten ook andere stem) en je moet gewoon het
geld storten. Je hebt me gehoord nu. Ik heb de rekening in je moeders bus gedaan dus
uuh. Anders gaan er gewoon hele grote problemen komen. Ja, oké dank je wel.
Geluidsfragment 6 duur 0.55 seconden:
sst welkom bij voicemail u heeft twee(2) nieuwe berichten en drie (3) bewaarde
berichten, eerste nieuwe bericht vandaag ontvangen om achttien (18) uur 14 van
onbekende afzender ''He [naam] uuuh je [medeverdachte] de uuh glazenwasser schoonmaakbedrijf
bel me even terug om een betaling regeling te treffen dus uuh dan ben je van mij af
dus uuh. Je wilt het opgelost hebben op een nette manier dus uuh bij deze eventjes
ene niet zo raar praten en uuh gewoon de problemen oplossen, (achtergrond hoor je
iemand praten niet te verstaan) en met je dochter hebben wij niks te maken. Want de
rekening moet gewoon betaald worden, (niet te verstaan)dus uuh bij deze gewoon de
rekening betalen. Want je moet gewoon betalen, daarmee uit daag'
Ik verbalisant hoorde dat de geluidsfragmenten door dezelfde mannelijke stem werden
ingesproken. Deze man stelde zich voor als [medeverdachte] , deze stem hoor je op
geluidsfragment 1, 2, 3, 5 en 6. Op geluidsfragment 4 is een vrouwen stem te horen
deze stem klinkt hetzelfde als de achtergrond stem welke af en toe voorbij komt. Op
geluidsfragment 5 eerste stukje hoor ik een vrouwen stem welke ik niet eerder gehoord
heb in de fragmenten. [5]
3. Getuige [getuige] heeft in een
proces-verbaal van verhoor getuigevan 27 oktober 2022 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Kunt u via de telefoon provider aantonen dat u moeder door een en dezelfde persoon
word opgebeld?
A: De heer [medeverdachte] belt mijn moeder op haar vaste telefoonlijn. Ik heb de provider
kpn gebeld. Deze geven aan dat de ongewenste en anonieme telefoontje van een en de
zelfde aansluiting komen. Helaas is het niet mogelijk inkomende oproepen te
blokkeren. Ik heb van het contact met de provider een uitdraai gemaakt. Ik geef deze stukken
vrijwillig aan de politie om bij de stukken te voegen. [6]
4. [slachtoffer 2] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 4 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 9 december 2017 heb ik aangifte van stalking gedaan tegen [medeverdachte] . Op 4
september 2018 is de uitspraak van die zaak geweest en is [medeverdachte]
veroordeeld. Op 2 oktober 2018 belde mijn dochter, [A] , in paniek dat zij een
bericht op haar facebook had gekregen van ene [naam] waar in het volgende stond [7] : "Kijk uit voor deze hoer die je kan neuken samen met haar zus [B] op de [adres] in [woonplaats] voor euro 50,00 voor tien minuten zonder of met condoom opschieten en dan de volgende klant en zo gaat dit het in dit huis boven bij mevrouw [B] en nu weet eindelijk hoe daar de hoer gespeeld wordt in [woonplaats] . Wanneer kan ik langs komen om jullie te neuken ik ben 22 jaar oud en ik heet [naam] ." Met daaronder reacties:
"Ik kom om 22:00 uur even langs met me vriend samen kan het even wat langer voor die euro 50"
"Heeeerlijk maaar slikken of stikken dat sletje of anaal dan scheurt ze uit"
"Je gaat met een hoer".
Screenshots van deze facebookpost voeg ik als bijlage bij deze aangifte.
Het Facebookaccount van mijn dochter was, toen die [naam] het bericht plaatste, nog openbaar. Dit heeft zij daarna direct veranderd. Ik weet zeker dat het account [naam] gebruikt wordt door [medeverdachte] . Ik weet dit omdat ik contact heb met de ex-vrouw van [medeverdachte] . Ik was in de veronderstelling dat het proces met [medeverdachte] nu eens afgelopen was. Echter lijkt het gewoon weer verder te gaan. Ik heb behoorlijk moeten investeren in mijn dochter om weer rustig te krijgen, gezien zij van die stalking ook veel heeft meegekregen. Ook ik heb erg veel last van dat bericht. Ik voel dat mijn naam en eer is slechte zin in aangetast en een ieder kon dit lezen op facebook. Mijn meisjesnaam is genoemd, mijn dochters zijn benoemd en zelfs mijn adres is openlijk of facebook genoemd als adres waar met tegen betaling sex kan hebben. Dit is absoluut niet waar en ik voel mij hierdoor zeer ontdaan. Ook omdat er in het bericht stond dat er iemand langs zou komen, heb ik die avond weer in angst geleefd. Zelfs nu heb ik het gevoel dat de stalking weer begonnen is. [8]
5. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 4 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op genoemde dag, datum en tijdstip nam ik een aangifte op van smaad/laster van
aangever [slachtoffer 2] onder proces-verbaalnummer 2018285719-1. Ik hoorde de aangever zeggen dat er een facebookbericht op de pagina van haar dochter is geplaatst door iemand met de naam [naam] ..
Ik verbalisant heb de genoemde naam [naam] als zoekterm gebruikt op de site:
www. [website] .nl. Ik vond middels de genoemde zoeksite drie (3) advertenties op de site:
www. [website] .net. Deze advertenties betroffen alle drie (3) advertenties voor een
huurwoning in [woonplaats] . Ik zag bij deze advertenties dat het emailadres
[e-mail adres] @gmail.com genoemd stond. Bij twee (2) van de drie (3) advertenties stond
één telefoonnummer genoemd zijnde [telefoonnummer] . Bij de andere advertentie stond naast
dit nummer ook telefoonnummer [telefoonnummer] genoemd.
Beide telefoonnummers heb ik door het politie zoeksysteem gehaald. Ik zag dat
telefoonnummer [telefoonnummer] niet voor kwam in ons systeem. Ik zag dat [telefoonnummer] sinds
14 mei 2018 in het politiesysteem gekoppeld staat aan de genoemde [medeverdachte] .
Geboren te [geboorteplaats] op [1968] en ingeschreven staat op het [adres]
te [woonplaats] . [9]
6. [slachtoffer 2] is volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor aangeefsterop 21 oktober 2018 gehoord gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik doe hierbij aanvullend aangifte ter zake smaad & laster waar ik eerder aangifte
gedaan heb onder 2018285719-1. Ik kan u het volgende verklaren over de periode 4
oktober 2018 tot nu 21 oktober 2018:
Ik word op meerdere manieren lastig gevallen. [medeverdachte] rijd door de straat, maakt
berichten op Facebook onder de naam [naam] . Ik word nog met enige regelmaat lastig gevallen door [medeverdachte] . Ik heb eerder in 2017 een openbaar bericht gedeeld van [C ] . Op dit openbaar bericht heeft [medeverdachte] onder de naam [naam] gereageerd. Ik zal u deze berichten toesturen om als bijlage bij deze aanvullende verklaring te voegen.
Ik heb op 10 oktober 2018 de vrouw van [medeverdachte] door de straat zien lopen met een hond en een honkbalknuppel. Ik zal u deze foto toesturen om als bijlage bij deze aanvullende verklaring te voegen.
Tevens werd ik op 12 oktober gebeld door [medeverdachte] op telefoonnummer [telefoonnummer] .
Mijn man zijn werk is door [medeverdachte] benaderd. [medeverdachte] heeft het werk van mijn persoonlijk bezocht. Dit was op 15 oktober 2018 rond 13:30 uur. Dit bedrijf heeft ook melding gedaan bij de politie. . Door het gedrag van [medeverdachte] word ons leven dusdanig beïnvloed dat wij niet meer op een normale wijze kunnen leven. [10]
Als bijlage zijn aan de aangifte diverse berichten die op Facebook staan gehecht, met als inhoud onder meer:
STEEK JE EIGEN HOND DOOD EN NIET VAN EEN ANDER. LABIEL, PSYCHOPAAT, PHATHOLOGISCH LEUGENAAR EN DE GLAZENWASSER
OPLICHTEN EN EERST KOFFIE GEVEN. JE VRIEND HAD EEN KUT MOETEN HEBBEN. MESSENTREKKER EN PEPPERSPRAY MAG JE WEL VAN [verbalisant 3] HEBBEN ONZE WIJKAGENT. DIT IS TEGEN DE WET EN VERBODEN WAPEN BEZIT. DIT IS STRAFBAAR MENSEN EN KIJK UIT VOOR [slachtoffer 2] . ZE HEET GEEN [D] . VALSE NAAM HIER. VAN WIE ZIJN DIE DOCHTERS. JIJ KAN GEEN KINDEREN KRIJGEN. ZIJN JOU WOORDEN
.
IK BEN JE BUURMAN BRUIN GEKLEURD IN JOU STRAAT EN JIJ MOET ECHT OPGENOMEN WORDEN IN EEN GESLOTEN AFDELING EN JE VRIEND ERBIJ. . IK HEB ALLES GEZIEN TOT DE POLITIE KWAM AANRIJDEN. ER ZIJN OOK NOG EERLIJKE MENSEN OP DE WERELD EN DAT KAN IK VAN JOU NIET ZEGGEN DAME EN
HEERTJE...”
7. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 10 oktober 2018 werd ik, verbalisant, opnieuw benaderd door
mevrouw [slachtoffer 2] , wonende [adres] te [woonplaats] , via whats-app. Ze vertelde
mij dat de heer [medeverdachte] vandaag omstreeks 12:15 langs reed in zijn auto. Op het
moment dat hij voor haar woning langsreed zag ze dat hij langzaam ging rijden en haar
aankeek. Daarna is hij doorgereden. Ze vertelde verder dat even later omstreeks 13:30
uur een mevrouw langs de woning heen en weer liep. Ze herkende deze mevrouw als de
partner van de heer [medeverdachte] , mevrouw [verdachte] en dat ze een foto van mevrouw
[verdachte] had gemaakt. Ze vertelde ook dat mevrouw [verdachte] een slaghout met zich
droeg. Ik vroeg mevrouw [slachtoffer 2] mij de foto te mailen. Een afdruk van deze foto is
bijgevoegd. Foto 1 is het origineel en foto 2 is een vergroting van foto 1. [11]
8. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 27 oktober 2018 ontving ik van een wijkbewoner een bericht
op Messenger. Hij gaf aan dat hij een bericht op Facebook had zien staan met onder
andere mijn naam erin. Ook werd aangeefster [slachtoffer 2] in het bericht genoemd. Ook had hij een afbeelding via Messenger gestuurd van dit bericht.
De tekst van het voornoemde bericht luid als volgt:
Onze glazenwasser in [woonplaats] wordt opgelicht door [slachtoffer 2] [adres] [woonplaats] en ze doet valse tegen hem van stalking. De wijkagent [verbalisant 3] en zij ruien de heleboel op dat ze onze glazenwasser niet meer moeten betalen en zeggen dat hij een oplichter is. Hij is al ongeveer 15 jaar actief in deze wijk. [slachtoffer 2] en haar man [E] gebruiken ook nog wapens, zoals papperspray, smurfenspray, slagersmes en stuk ijzer wat door [verbalisant 3] gewoon is toegestaan. Hij rij geobserdeerd door de wijk om zijn werk te beletten. Dit gericht op onze glazenwasser en zijn vrouw. De hond kon zij nog net weg trekken want ze zij letterlijk, ik ga jullie steken, mes zwaaien en politie doet niks. [12]
9. [slachtoffer 3] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 17 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Sinds 2011 heb ik een glazenwasser in arm genomen. Twee jaar geleden, dus 2016, ben ik definitief gestopt en heb ik meneer [medeverdachte] aangegeven geen gebruik meer te willen maken van zijn diensten. Ik kreeg toen een kladje met een aantal data wanneer hij geweest zou zijn en dat ik hem nog 193 euro verschuldigd was. Dit stond op een A4 papier geschreven met een telefoonnummer en naam erbij. Ik heb hem toen gebeld en gaf toen aan dat dit flauwekul was en dat ik niet van plan was dat te betalen. Ik weet zeker dat dit niet correct was en heb dit derhalve ook niet betaald. [13] Sinds april 2018, is de overlast erger geworden. Hij belde steeds vaker en werd
steeds grover. Ik hoorde dan
een tijd niets van hem en dan begon het ineens weer op te laaien en belde hij mij
iedere dag meerdere malen, althans dan was ik anoniem gebeld en hoorde ik door hem
ingesproken voicemails af en toe. Gezien het snel achtereen gebelde onbekende nummers
waren, ging ik er vanuit dat hij het was. Hij schold mij vaak uit en maakte
steeds duidelijk dat hij langs zou komen om zijn geld op te halen. Ik voelde mij daar
niet prettig bij. In verband met gebeurde incidenten zou hem een straatverbod
opgelegd zijn, wat hij dan klaarblijkelijk wilde overtreden. Ongeveer anderhalve
maand geleden had ik een voicemailbericht van hem dat ik het geld over moest maken.
Tevens hoorde ik [medeverdachte] in de voicemail zeggen dat als ik het geld niet
over zou maken hij er een incassobureau op zou zetten en dat er dan 35 euro bij zou
komen. Ik hoorde hem zeggen dat hij wist waar ik werkte en hij zou mijn werkgever
bellen om aan te geven dat er loonbeslag gelegd zou worden. Ik hoorde hem toen
middels die voicemail zeggen dat ik 'nu' moest betalen. Hier ben uiteraard niet op in gegaan.
Afgelopen maandag, 15 oktober 2018 bevond ik mij op mijn werk op [bedrijf 2] te [vestigingsplaats] . Op genoemde dag, datum en tijdstip werd ik gebeld door een onbekend nummer. Ik zag later dat ik een voicemailbericht had. Ik hoorde in dit voicemailbericht een vrouwelijke stem, welke ik herkende als zijnde de partner van [medeverdachte] . Ik hoorde haar zeer asociale teksten zeggen. Ik hoorde haar in woorden van gelijke strekking zeggen: 'He [slachtoffer 3] , laat je hondjes niet opdraaien voor je joh. Kun je het zelf niet joh, lafbek. Ben jij nou een kerel. Die dikke negerinnen kun je alleen naaien, viespeuk.
Neuken is voor jou alleen belangrijk. Je bent een vuile vieze schoft. Je gaat nu
betalen, want ik ga je achtervolgen met andere mensen erbij. Dan halen we alle geld
uit je zakken. Dus dan weet je dat vast. Vuile sloerie, vieze hoer. Vuile schoft.
Allemaal van die lelijke dikke negerinnen naaien. Overal kindjes van jou. Jij bent
met [medeverdachte] in zee gegaan, dan moet je betalen ook.' Ik schrok gigantisch van dit bericht. Ik vond het ook nergens op slaan en snap echt niet waar dit vandaan komt. Wel moet ik erbij vermelden dat mijn vrouw een donkere huidskleur heeft en dat de voicemail dus klaarblijkelijk die beledigingen in de kant van mijn vrouw bedoelde.
Wat ik van dit bericht heb begrepen is dat ik min of meer verplicht wordt om geld af
te staan, oftewel gedwongen wordt tot afgifte van geld aan een ander. Ik ben hem
misschien voor vijf keer glazenwassen beschuldigd, maar geen 193 euro en ben absoluut
niet van plan dit te betalen. Maar moet ik dus, volgens de voicemail er rekening mee
houden dat zij met andere mensen het geld komen halen. Ik voel mij hier min of meer
door bedreigd en dat ik nog meer problemen ga krijgen als ik ze tegen kom of niet tot
afgifte over ga. [14] Wat betreft te stalking, bemerk ik dat ik in de afgelopen 2 jaren, gemiddeld 20 keer per maand gebeld ben. Ik moet hierbij zeggen dat ik soms een paar maanden niet gebeld werd, er vervolgens drie dagen lang wel 30 keer per dag gebeld werd. Vandaar het
gemiddelde aantal. Ook moet ik erbij vermelden dat het nummer onbekend was, maar dat
als ik voicemailberichten had, het zijn stem was of die van zijn partner was. Ik ben
deze voicemailberichten helaas kwijt, naast die laatste, welke ik heb opgenomen met
een andere telefoon. Dit fragment heb ik vrijwel na aanname verzonden naar de
wijkagent [verbalisant 3] . [15]
10. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 21 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 17 oktober 2018 werd meneer [slachtoffer 3] gebeld op zijn mobiele telefoon. Hij nam op en zette de telefoon op speaker. Ik hoorde dat hij gebeld werd door meneer [medeverdachte] . Ik herkende deze aan zijn stem, omdat ik meneer [medeverdachte] meerdere malen telefonisch en in persoon heb gesproken. Ik hoorde dat meneer [medeverdachte] om een dwingende manier vertelde dat meneer [slachtoffer 3] moest betalen. Meneer [slachtoffer 3] heeft het gesprek beëindigd. [16]
11. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 16 oktober 2018 met proces-verbaalnummer PL0900-2018298828-2 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 16 oktober 2018 kreeg ik, verbalisant het verzoek om een geluidsfragment
wat ingesproken is op de voicemail uit te werken. Ik kreeg dit gesprek via de whats app aangeleverd. Ik zag dat het bericht 0.55 seconden duurde.
Ik hoorde dat verdachte onderstaande zei:
''Hey Jan, laat je hoertje niet (niet te verstaan) uuuh oplaten draven voor je. Kan
je het zelf niet af ofzo, lafbek dat je er bent. Ben jij nou een kerel? Je bent
gewoon niks joh. Die wijven, die negers die je allemaal neemt die naai je alleen nog
maar meer niet, neuken is bij jou belangrijk. Je bent gewoon een vuile vieze schoft joh. Dat ben jij. Je gaat nu betalen. Want ik ga je achtervolgen met andere mensen erbij en we halen al het geld uit je zakken dus dan weet je het alvast. Vuil etterbak, (niet te verstaan) sloerie dat je er bent hoer ben je gewoon. Over kinderen te maken en allemaal met die zwarte wijven gaan die dik zijn die geen kerel aan de haak kunnen krijgen. Die pak jij en je durft nog geen eens aan de telefoon te komen. Vuile lafaard. Jij bent toch met [medeverdachte] (niet te verstaan) in zee gegaan. We betalen ook.'' einde bericht. [17]
12. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 11 april 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 16 oktober 2018, beluisterde ik verbalisant een voicemail bericht welke
was aangeleverd door aangever. De wijkagent [verbalisant 3] die het voicemail bericht had beluisterd herkende de stem van de vrouw welke het bericht had ingesproken als zijnde van mevrouw [verdachte] . In het voicemail bericht werd dreigende en beledigende woorden geuit. Met als doel aangever te laten betalen.
Bron: Proces-verbaal van bevindingen onder registratienummer 2018298828-2
Verdachte : [verdachte] , geboren op [1954] . [18]
13. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 11 februari 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
[telefoonnummer] / [telefoonnummer] is blijkens een eerdere CIOT-bevraging in gebruik bij [medeverdachte] .
Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 1] is blijkens door mij uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] .
Blijkens de bellijsten is er tussen 04102018 en 17102018 in totaal 6x gebeld
met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 15 en 301 seconden.
Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 3] is blijkens door mij
uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] .
Blijkens de bellijsten is er tussen 15082018 en 19102018 in totaal 55x gebeld
met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 1.9 en 364.7 seconden.
. Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] is blijkens door mij uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] .
Blijkens de bellijsten is er tussen 04102018 en 12102018 in totaal 6x gebeld
met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 4 en 75 seconden. [19]
14. [slachtoffer 2] is volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal verhoor getuigeop 23 januari 2019 als getuige gehoord en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 4 oktober 2018 heb ik aangifte gedaan van belediging onder nummer
PL0900-285719. Deze aangifte is gedaan tegen [medeverdachte] .
Mij is bekend dat zowel [medeverdachte] als zijn vrouw [verdachte] zich niet mogen ophouden
in de [straat] .
Op 18 januari 2019 omstreeks 16:05 uur hoorde ik een auto toeteren in de straat. Ik
hoorde dat er tot twee maal toe werd getoeterd. Ik keek vanuit mijn woning, [adres]
[woonplaats] , de straat op en zag een grijze Toyota rijden. Deze auto
herkende ik als de auto van de glazenwasser [medeverdachte] . Toen de auto voorbij reed zag
ik dat [medeverdachte] de auto bestuurde. Ik zag dat recht voor zich uit bleef kijken. Ik
zag dat zijn vrouw [verdachte] naast hem zat in de auto. Ik zag dat ze in de richting
van mijn woning keek.
Nadat ze voorbij gereden waren kreeg ik gelijk een whats-app bericht van [F]
. [F] ken ik van de hond uitlaten en weet dat [medeverdachte] en [verdachte] niet
in de [straat] mogen komen. Hij had een foto gemaakt van de auto met
daarin [medeverdachte] en [verdachte] en deze aan mij verstuurd. [20]
15. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 23 januari 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 4 oktober 2018 is er onder nummer PL 0900-2018285719 aangifte gedaan door
[slachtoffer 2] van belediging tegen [medeverdachte] . Naar aanleiding van deze aangifte hebben zowel [medeverdachte] als zijn vrouw [verdachte] een gedragsaanwijzing gekregen waarin de officier van justitie Mr. R.J.J.S. Visser onder andere beveelt zich niet op te houden in de [straat] te [woonplaats] . Een kopie van deze gedragsaanwijzingen zijn als bijlage bij gevoegd. Op 18 januari 2019 ontving ik van [slachtoffer 2] een whats-app bericht met een foto. Ik herkende deze auto als de auto van [verdachte] en [medeverdachte] . Dit betreft een grijze
Toyota Auris voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik herkende deze auto onder meer
door de ladder op het dak. Ook herken ik de [straat] te [woonplaats] van de
foto. Van de foto heb ik een afdruk gemaakt en als bijlage bij gevoegd. [21]
16. Uit het
proces-verbaal verhoor verdachteblijkt dat verdachte op 11 november 2018 door de politie als verdachte is gehoord. Zij heeft het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Waarom belt u mensen op?
A: Ik vraag netjes of ze willen betalen, voor het werk wat mijn man heeft gedaan.
V: Voor wie belt u deze mensen op? (bedrijf/partner)
A: Voor mijn man natuurlijk. Met mij vinden ze het een fijn gesprek. Dan komt er weer
geld binnen. [22]
V: Uw heeft mensen meerdere malen opgebeld en verteld dat zij een rekening moesten
betalen terwijl, u daar helemaal niet bent geweest om de ramen te lappen. Waarom doet
u dit?
A: We zijn getrouwd, ik mag toch geld ophalen. [23]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3
Belaging en belediging
Nadat aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] aan de medeverdachte en verdachte hebben aangegeven dat zij niet bereid waren de verstuurde en niet onderbouwde facturen te voldoen, heeft verdachte samen met de medeverdachte gedurende de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 meerdere malen en op een vervelende toon telefonisch contact met de aangevers opgenomen en verschillende keren voicemailberichten ingesproken, waarbij verdachte zich ten aanzien van aangever [slachtoffer 3] ook beledigend heeft uitgelaten. Ondanks dat aangevers meerdere malen aan verdachte en de medeverdachte hebben aangegeven hen met rust te laten, gingen zij door.
Daarnaast is verdachte ten aanzien van aangever [slachtoffer 2] meerdere malen door de straat van aangever [slachtoffer 2] gelopen / gereden waarvan ook één keer met de medeverdachte. Daarnaast heeft de medeverdachte beledigende berichten over [slachtoffer 2] geplaatst op Facebook. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte en de medeverdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de aangevers – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Tussen verdachte en de medeverdachte is hierbij steeds sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, aangezien uit de bewijsmiddelen volgt dat zij beiden contact opnamen met aangevers, samen langs het huis van aangever [slachtoffer 2] zijn gereden en verdachte heeft verklaard dat zij aangevers opbelde om geld te innen voor haar man.
De rechtbank acht het onder 1 en 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het belagen van de aangevers [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] . De rechtbank is van oordeel dat het gedrag van verdachte en medeverdachte weliswaar buitengewoon ongewenst gedrag is jegens de aangevers, maar de rechtbank vindt die contacten niet zodanig dat daarvan geoordeeld kan worden dat sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Gedragsaanwijzing
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de gedragsaanwijzing van 13 november 2018 heeft overtreden door samen met de medeverdachte met de auto door de [straat] in [woonplaats] te rijden. De gedragsaanwijzing was eerder aan verdachte uitgelegd en uitgereikt, zodat zij op de hoogte was van de inhoud daarvan, en zij is desondanks op 18 januari 2019 in de [straat] in [woonplaats] geweest. Daarbij heeft zij ook in de richting van (de woning van) aangeefster [slachtoffer 2] gekeken. Daaruit leidt de rechtbank af dat verdachte ook opzettelijk de gedragsaanwijzing heeft overtreden. De rechtbank acht hiermee het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , door
- (handgeschreven) nota's en/of rekeningen en/of aanmaningen te doen toekomen aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 3] , en
- meerdere malen telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] , en
- meerdere malen voicemailberichten in te spreken van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 3] , en
- meerdere malen zich op te houden in de straat [straat] te [woonplaats] in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 2] , en
- meerdere malen (beledigende) berichten te plaatsen op de Facebookpagina van
die [slachtoffer 2] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] te dwingen iets te doen, en/of vrees aan te jagen;
feit 2
op 18 januari 2019 te Almere opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 13 november 2018 gegeven door de officier van justitie te Utrecht kort weergegeven inhoudende dat zij, verdachte, zich voor een periode van 90 dagen onder andere niet mag ophouden in de [straat] te [woonplaats] , door op 18 januari 2019 met de auto in de [straat] te [woonplaats] te rijden;
feit 3
in omstreeks de periode van 15 oktober 2018 tot en met 28 oktober 2018 te Almere opzettelijk [slachtoffer 3] in zijn tegenwoordigheid mondeling heeft beledigd door hem de woorden toe te voegen: "lafbek", "die dikke negerinnen kun je alleen naaien, viespeuk", "je bent een vuile vieze schoft", "vuile sloerie", "vieze hoer", "vuile schoft", "vuil etterbak", "allemaal van die lelijke dikke negerinnen naaien".
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1,2, 3 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
medeplegen van belaging, meermalen gepleegd;
feit 2
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
feit 3
eenvoudige belediging.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van twee maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een taakstraf van 240 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij een op te leggen straf rekening te houden met het tijdsverloop in deze zaak en daarom geen gevangenisstraf op te leggen. Mocht een straf volgen, dan heeft hij verzocht een (deels) voorwaardelijke taakstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met haar man, de medeverdachte, schuldig gemaakt aan het belagen van meerdere personen, te weten mevrouw [slachtoffer 1] , mevrouw [slachtoffer 2] en de heer [slachtoffer 3] . De man van verdachte werkte als glazenwasser en verdachte en haar man stelden nog recht te hebben op betalingen voor werk dat (soms jaren) eerder was verricht. Om dat geld te innen, waarvan aangevers betwistten dat zij dat nog aan de medeverdachte verschuldigd waren, hebben verdachte en haar man zeer vaak contact gezocht met voormalige klanten en op een ongepaste toon aangedrongen op betaling. Dat contact beperkte zich niet alleen tot het veelvuldig opbellen van de aangevers waarvan soms ook middenin de nacht, maar ook heeft de medeverdachte beledigende berichten op Facebook geplaatst. Dit gedrag van verdachte en haar man heeft een enorme impact gehad op de levens van de aangevers en hun gezinnen, zoals ook blijkt uit de aangiftes die zij hebben gedaan.
Verder heeft verdachte zich, ook nadat het haar verboden was door middel van een gedragsaanwijzing in de straat van mevrouw [slachtoffer 2] begeven. Daarnaast heeft verdachte zich ten aanzien van aangever [slachtoffer 3] ook schuldig gemaakt aan belediging door hem onder andere uit te maken voor vieze schoft en vuile sloerie.
Door op deze wijze te handelen heeft verdachte samen met de medeverdachte op indringende wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van aangevers. Ongeacht of verdachte en haar man meende nog recht te hebben op betalingen, heeft verdachte met haar handelen de grens van het toelaatbare ver overschreden. Als verdachte en haar man meenden nog geld tegoed te hebben van de aangevers, dan waren er andere manieren geweest om dit aan de orde te stellen.
Slachtoffers van dergelijke misdrijven ondervinden vaak gedurende langere periode gevoelens van angst, onzekerheid en onveiligheid. Dit blijkt ook onder andere uit de schriftelijke slachtofferverklaring van één van de aangevers, mevrouw [slachtoffer 1] , waarin zij verklaart dat zij de deur niet meer uit durfde, zich steeds angstig voelt als zij door een onbekend nummer gebeld wordt, en niet meer terug durft naar haar oude woonwijk.
Persoon van verdachte
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat zij zich niet eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke feiten.
Redelijke termijn en de op te leggen straf
De bewezenverklaarde feiten hebben geruime tijd geleden plaatsgevonden, te weten in 2018 en 2019. Gezien het tijdsverloop tussen de ten laste gelegde feiten en deze uitspraak is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn, hetgeen niet aan de verdachte is toe te rekenen.
Dat de terechtzitting meerdere malen op verzoek van verdachte en de medeverdachte is aangehouden, doet daar niet aan af. Immers was op de eerst geplande zitting van 11 november 2022 de zaak al bijna vier jaar oud. Naar het oordeel van de rechtbank is dat een dusdanig forse overschrijding dat oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf niet meer passend is. De rechtbank zal de overschrijding van de redelijke termijn in matigende zin verdisconteren in de straf.
Alles afwegend legt de rechtbank aan verdachte op een taakstraf van 80 uur, bij niet uitvoeren te vervangen door 40 dagen vervangende hechtenis. Dat is een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt en zij – in sterkere mate dan de officier van justitie – rekening houdt met de overschrijding van de hiervoor bedoelde redelijke termijn. Eveneens is de taakstraf lager dan de taakstraf die aan de medeverdachte wordt opgelegd, omdat bij de medeverdachte meer feiten bewezen zijn verklaard en verdachte een kleiner aandeel heeft gehad in de feiten die betrekking hebben op hen beiden.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en heeft in het formulier Verzoek tot Schadevergoeding onder het kopje “immateriële schade” aangegeven wat de gevolgen van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit voor haar zijn geweest. Zij heeft geen concreet schadebedrag gevorderd, maar een vraagteken ingevuld.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toegewezen kan worden, ondanks dat er geen schadebedrag in de schadeformulieren is ingevuld. De officier van justitie acht de hoofdelijke toewijzing van een bedrag van € 1000,00 aan immateriële schadevergoeding billijk, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij af te wijzen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
De benadeelde partij is het slachtoffer van belaging met voor haar vervelende gevolgen, zoals hiervoor omschreven in de strafmaatoverwegingen. Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het als feit 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit. De rechtbank stelt vast dat er in het schadeformulier bij de hoogte van de immateriële schade geen bedrag maar een vraagteken is ingevuld. Wel heeft de benadeelde partij een duidelijke omschrijving gegeven van de gevolgen die het onder 1 ten laste gelegde feit voor haar hebben gehad. Dit is duidelijk en uitgebreid toegelicht en gemotiveerd. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid vast stellen. Aan de toekenning van deze schade staat niet in de weg dat de benadeelde partij geen concreet bedrag aan smartengeld heeft gevorderd. [24] In verband met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij en rekening houdend met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toewijzing van een bedrag van € 1000,- aan smartengeld billijk.
Hoofdelijk aansprakelijk
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met haar mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Veroordeling in de kosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 184a, 266 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 vermeld;
- verklaart het onder 1,2 en 3 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
80 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen hechtenis;
Benadeelde partij
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.000,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 20 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van haar verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd indien en voor zover zij en/of haar mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van Esch, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en E.G. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Tason Avila, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juni 2023.
Mrs. Van Hoof en De Jong zijn niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1zij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 6
november 2018 te Almere, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] ,
[slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ,
door
- (handgeschreven en/of ongefundeerde en/of valse) nota's en/of rekeningen en/of
aanmaningen te doen toekomen aan die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] , die [slachtoffer 3] , die [slachtoffer 4]
en/of die [slachtoffer 5] , en/of
- meerdere malen telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] ,
die [slachtoffer 3] en/of die [slachtoffer 5] , en/of
- meerdere malen voicemailberichten in te spreken van die [slachtoffer 1] en/of die
[slachtoffer 3] , en/of
- meerdere malen zich op te houden in de straat ( [straat] te [woonplaats] )
en/of in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 2] , en/of
- meerdere malen (beledigende) berichten te plaatsen op de Facebookpagina van
die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 5] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] , die [slachtoffer 3] , die [slachtoffer 4] en/of die
[slachtoffer 5] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2zij op of omstreeks 18 januari 2019 te Almere, opzettelijk
heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh,
eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de
gedragsaanwijzing d.d. 13 november 2018 gegeven door de officier van justitie te
Utrecht kort weergegeven inhoudende dat zij, verdachte, zich voor een periode van
90 dagen onder andere niet mag ophouden in de [straat] te [woonplaats] ,
door op 18 januari 2019 met de auto in de [straat] te [woonplaats] te rijden;
3
zij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 oktober 2018 tot en
met 28 oktober 2018 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 3] ,
in zijn tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd
door hem de woorden toe te voegen:
"lafbek", "die dikke negerinnen kun je alleen naaien, viespeuk", "je bent een vuile
vieze schoft", "vuile sloerie", "vieze hoer", "vuile schoft", "vuil etterbak", "allemaal
van die lelijke dikke negerinnen naaien", althans woorden van gelijke beledigende
aard en/of strekking.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 december 2019, genummerd 2018301169, 2018285719, 2018300095, 2018285051, 2018325751, 201800076, 2019023720, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 310. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 15.
3.Pagina 16.
4.Pagina 261.
5.Pagina 262.
6.Pagina 21 en pagina’s 36 tot en met 39.
7.Pagina 80.
8.Pagina 81 en pagina’s 83 tot en met 85.
9.Pagina 102.
10.Pagina’s 87 tot en met 101.
11.Pagina’s 109 en 110.
12.Pagina’s 120 en 121.
13.Pagina 137.
14.Pagina 138.
15.Pagina 139.
16.Pagina 259.
17.Pagina 142.
18.Pagina 143.
19.Pagina 67.
20.Pagina 223.
21.Pagina 210 tot en met 215.
22.Pagina 200.
23.Pagina 201.
24.Hoge Raad, 27 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7539.