In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 23 juni 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 21 april 2021, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 4 april 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna zij op 11 april 2023 beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 juli 2024. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 418,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.