ECLI:NL:RBMNE:2023:3182

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
16.276512.19 en 16/285998-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak oplichting en veroordeling voor belaging, smaad en valsheid in geschrift

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren op [1968] te [geboorteplaats], heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 juni 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder oplichting, belaging, smaad en valsheid in geschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 6 juli 2018 tot en met 6 november 2018 heeft geprobeerd om verschillende slachtoffers op te lichten door hen onterecht facturen te sturen voor glazenwassersdiensten die nooit zijn verricht. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot oplichting en sprak de verdachte vrij van dit feit.

Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte samen met zijn medeverdachte, zijn vrouw, stelselmatig de persoonlijke levenssfeer van meerdere slachtoffers heeft geschonden door hen te belagen via telefoontjes en beledigende berichten op sociale media. Dit gedrag heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid bij de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor belaging, smaad en valsheid in geschrift, waarbij hij onder andere een handtekening van een slachtoffer heeft vervalst op een acceptgiro om een bedrag van €900,- te verkrijgen. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uren, met aftrek van voorarrest, en een schadevergoeding van €1.000,- aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.276512.19 en 16/285998-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 juni 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M.L. Kalsbeek en van hetgeen mr. C.M.E. Schreinemacher, advocaat te Amsterdam namens verdachte, naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
Parketnummer 16/276512-19
feit 1
in de periode van 6 juli 2018 tot en met 6 november 2018 in Almere heeft geprobeerd [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] op te lichten;
(hierna: feit 1)
feit 2
in de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 in Almere, samen met een ander, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] stelselmatig heeft belaagd;
(hierna: feit 2)
feit 3
op 18 januari 2019 in Almere opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing, gegeven door de officier van justitie, door met de auto in de [straat] in Almere te rijden;
(hierna: feit 3)
feit 4
in de periode van 2 oktober 2018 tot en met 27 oktober 2018 in Almere, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand;
(hierna: feit 4)
feit 5
in de periode van 19 juli 2018 tot en met 1 december 2018 in Almere, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 5] heeft aangerand;
(hierna: feit 5)
Parketnummer 16/285998-19
feit 1
in de periode van 10 september 2019 tot en met 29 september 2019 in Almere, [slachtoffer 6] stelselmatig heeft belaagd;
(hierna: feit 6)
feit 2
in de periode van 7 september 2019 tot en met 13 september 2019 in Almere, zonder dat daar enige noodzaak voor was meermalen het alarmnummer 112 heeft gebeld;
(hierna: feit 7)
feit 3
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 in Almere een acceptgiro valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst;
(hierna: feit 8)
feit 4
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 in Almere opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste acceptgiro;
(hierna: feit 9).
Zoals hiervoor aangegeven, hernummert de rechtbank de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16/276512-19 en 16/285998-19 tenlastegelegde feiten respectievelijk als de feiten 1 tot en met 9.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1
Verdachte is jarenlang glazenwasser geweest en aangevers hebben over een langere periode gebruik gemaakt van zijn diensten. Er was hierbij sprake van een mondelinge overeenkomst tussen aangevers en verdachte, waarbij aangevers verdachte na het verrichten van zijn glazenwasser diensten betaalden. Aangevers hebben los van elkaar en op verschillende momenten de diensten van verdachte opgezegd. Hierna heeft verdachte aangevers diverse facturen gestuurd, waarbij sommige aangevers zelfs facturen ontvingen met betrekking tot volgens verdachte verrichte werkzaamheden van vele jaren daarvoor. Ondanks dat aangevers verzocht hebben om een onderbouwing van deze facturen, hebben zij deze nimmer mogen ontvangen en dreigde verdachte hierop met incassoprocedures. De kern van de aangiften betreft het door verdachte versturen van facturen zonder dat hier daadwerkelijk werkzaamheden aan ten grondslag hebben gelegen.
Van een strafbare poging tot oplichting is sprake indien een verdachte door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, danwel door listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels probeert een ander te bewegen tot (onder meer) de afgifte van geld en verdachte het oogmerk heeft gehad om zichzelf of een ander te bevoordelen.
Aan verdachte is door aangevers verzocht om de rechtmatigheid van de door hem gevorderde bedragen te onderbouwen. Dit is niet gebeurd. Alhoewel de handelwijze van verdachte verdacht en opmerkelijk is geweest en de door hem verstuurde facturen diverse vragen oproepen, is er in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om te kunnen spreken van een poging tot oplichting in strafrechtelijke zin. Aangevers en verdachte hadden eerder immers een jarenlange (mondelinge) overeenkomst en niet valt uit te sluiten dat het bijhouden van de administratie door verdachte niet helemaal goed is gegaan, waardoor hij mogelijk in de veronderstelling verkeerde nog daadwerkelijk geld van aangevers tegoed te hebben. Op basis van het dossier en het besprokene op de zitting kan naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende worden vastgesteld dat verdachte daadwerkelijk heeft gehandeld met het oogmerk om zichzelf of een ander te bevoordelen.
De rechtbank zal verdachte daarom van het aan hem onder 1 tenlastegelegde vrijspreken.
Bewijsmiddelen [1] feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5
1. [slachtoffer 1] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 18 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik ben sinds ver voor 2012 klant bij [verdachte] . Op 10 september 2018 heb ik een rekening van [verdachte] gekregen. Hij kwam recent nog naar mij toe en zei dat hij nog 3 x geld kreeg voor de ramen die hij gewassen zou hebben. Hij beweerde dat hij 3 x in een maand gekomen was en wilde geld hebben. Ik heb hem toen weggestuurd. Kort daarop volgde de rekening waar ik u over vertelde.
Mijn dochter heb ik gewaarschuwd en die ging het een en ander nakijken. Zij heeft netjes een brief opgesteld en naar [verdachte] gestuurd met opheldering over de rekening die hij gestuurd heeft. Zij heeft dit aangetekend gedaan naar het [adres] te [woonplaats] . Vanaf dat moment dat wij weigerden de onterechte rekening te betalen, is [verdachte] mij gaan stalken en bedreigen. Kennelijk vond hij mij proberen op te lichten met een onterechte rekening niet genoeg en gaat door middel van mij stalken, bedreigen en intimideren dwingen om een rekening te betalen die nergens op gebaseerd is. Ik kan u vertellen dat ik een vrouw ben van 73 jaar oud en ben net een beetje over de dood van mijn man heen. Nu valt [verdachte] mij stelselmatig lastig. Hij belt mij minimaal 6 x per dag en schreeuwt dan naar mij dat ik gewoon betalen moet en zegt dan "want anders”. Ik schrik hiervan en doe in de nacht geen oog meer dicht. Hij heeft ook een keer door de telefoon tegen mij gezegd dat hij mij anders dood maakt of mijn huis komt leeghalen. Hij blijft mij steeds lastigvallen en blijft bellen. Ik heb nu alle stekkers van mijn telefoon eruit gehaald en gebruik alleen mijn mobiel. Zijn huidige vrouw, ik dacht dat haar achternaam [medeverdachte] was, is misschien nog erger dan dat [verdachte] is. Zij schreeuwt nog meer en vertelt ook wat [verdachte] moet zeggen. Zij is altijd tijdens het telefoongesprek te horen op de achtergrond en voedt [verdachte] dan op een negatieve manier. Ze blijven maar roepen dat ik betalen moet en anders sturen ze een incasso op mij af. Dat incassobureau is er niet, want hij denkt dat hij dat zelf is. [verdachte] en die mevrouw [medeverdachte] zijn niet voor rede vatbaar en het lijkt of ze beiden altijd onder invloed zijn van alcohol. Op 17 oktober is er wederom iets gebeurd. Toen belde [verdachte] op naar mijn dochter en begon van alles te roepen. Wederom zij hij tegen mijn dochter dat ik het bedrag gewoon moet betalen. Daarna heeft mevrouw [medeverdachte] de telefoon weer gepakt en ook die ging tekeer dat er betaald moest worden. Mijn dochter heeft dat gesprek opgenomen en de wijkagent heeft die opname gekregen van haar. Mijn dochter probeerde haar te woord te staan, maar die mevrouw [medeverdachte] bleef maar schreeuwen en ook leek zij weer erg onder invloed van alcohol. Op gegeven moment riep die mevrouw [medeverdachte] dat [verdachte] er aankwam om zijn geld te halen. Ik ben hier heel erg van geschrokken en eigenlijk leef ik nog steeds in angst. Mijn buurman van nummer [nummer] is ook naar mij toe gekomen. Mijn schoonzoon kwam ook meteen en ging onderweg naar mij toe voor het geval dat [verdachte] zou komen. Wij hebben 112 gebeld en toen is er politie bij ons geweest. De wijkagent was direct gekomen voor ons. De telefoon van de buurman van nummer [nummer] werd gebeld en de wijkagent nam op. Het bleek mevrouw [medeverdachte] te zijn die ook weer rondom onder invloed van alcohol te keer ging en ook van de buurman geld wilde zien. [2] Het ergste vind ik nog dat hij mij stelselmatig lastig valt inmiddels tientallen telefoontjes gehad met intimiderende toon dat ik betalen moet.Ook ben ik bedreigd met doodmaken als ik niet zou betalen. Mijn zoon heeft hem ook een keer gesproken en die zei dat hij mij met rust moest laten. Mijn dochter heeft hem 1 x vanaf haar werk gebeld en toen heeft hij haar ongeveer 30 x gebeld op haar werk. Hij valt mij en mijn familie stelselmatig lastig. [3]
2. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 16 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Geluidsfragment 1 duur 0.25 seconden:
'' [naam] je spreekt met [bedrijf 1] , (niet te verstaan) ik heb een rekening naar je moeder gestuurd met de wettige incasso kosten en die rekening moet gewoon een keer voldaan worden dus he, bij deze. Ik heb het hier ook met je, met je broer afgesproken die was ermee akkoord gegaan dus uuh bij deze, dus uuh gewoon die rekening overmaken. Groetjes [verdachte] bye bye. Op de achtergrond van dit geluidsfragment is er ruis en een ander persoon op de achtergrond aan het praten. Het is niet te verstaan wat deze persoon zegt.
Geluidsfragment 2 duur 0.36 seconden:
Voicemail u hebt twee nieuwe berichten en een bewaard bericht eerste nieuwe bericht:
''Ja, je spreekt met [bedrijf 1] . Je moet gewoon op de rekening [medeverdachte] storten, [verdachte] [medeverdachte] dus deze naam is gewoon juist dus gewoon op storten. Dus he (achtergrond: wil ze niet andere stem) Daar moet je ook op storten. Dus bij deze (achtergrond: zal ze het weten ook andere stem) en je moet gewoon het geld storten. Je hebt me gehoord nu. Ik heb de rekening in je moeders bus gedaan dus uuh. Anders gaan er gewoon hele grote problemen komen. Ja, oké dank je wel.
Op de achtergrond van dit geluidsfragment hoor ik verbalisant twee keer een andere
stem op de achtergrond.
Geluidsfragment 3 duur 0.28 seconden:
Om zeventien( 17) uur vierendertig (34) van onbekende afzender, piep geluid. ''He uuh met [bedrijf 1] . Ik laat me niet door je zoon bedreigen dus uuh, dan weet je het in ieder geval. Hij wil me (niet te verstaan) in elkaar slaan dus dan weet je het in ieder geval. Dus uuh ik ga er niet op in. Dag [naam] je moet gewoon de rekening betalen, groetjes [verdachte] doei doei.
Geluidsfragment 4 duur 0.57 seconden:
Voicemail u heeft drie bewaarde berichten eerste bewaarde bericht gisteren ontvangen om zeventien(17) uur achtenveertig (48) van onbekende afzender: ''Ja [naam] , met mij met [bedrijf 1] , moet jij eens luisteren vorige keer had jou zoon met [verdachte] gesproken in het begin was hij het eens later niet meer maar dat doet er niet toe. Hij hebt er niet mee te bemoeien. Hij moet zijn kop houden, (niet te verstaan gebrabbel) contract is met jou aangegaan en ten tweede heeft jou zoon mij man bedreigd om in elkaar te slaan. Ja, dat moet je helemaal niet doen, dat lijkt mijn niet zo goed argument om mensen in elkaar te slaan kan je maar een keer wat aandoen. Ga je bankafschriften maar af en die zie ik graag maak er maar een kopie van''.
Geluidsfragment 5 duur 0.47 seconden:
Bewaarde berichten eerste bewaarde bericht ''Zet dat ding een keer aan. Want ik vind het zo vervelend zo. (gebrabbel niet te verstaan)''
Volgende bewaarde bericht: '' Ja ''Ja, je spreekt met [bedrijf 1] . Je moet gewoon op de rekening [4] [medeverdachte] storten, [verdachte] [medeverdachte] dus deze naam is gewoon juist dus gewoon op storten. Dus uuh (achtergrond: wil ze niet andere stem) Daar moet je ook op storten. Dus bij deze (achtergrond: zal ze het weten ook andere stem) en je moet gewoon het geld storten. Je hebt me gehoord nu. Ik heb de rekening in je moeders bus gedaan dus uuh. Anders gaan er gewoon hele grote problemen komen. Ja, oké dank je wel.
Geluidsfragment 6 duur 0.55 seconden:
sst welkom bij voicemail u heeft twee(2) nieuwe berichten en drie (3) bewaarde berichten, eerste nieuwe bericht vandaag ontvangen om achttien (18) uur 14 van onbekende afzender ''He [naam] uuuh je [verdachte] de uuh glazenwasser schoonmaakbedrijf bel me even terug om een betaling regeling te treffen dus uuh dan ben je van mij af dus uuh. Je wilt het opgelost hebben op een nette manier dus uuh bij deze eventjes ene niet zo raar praten en uuh gewoon de problemen oplossen, (achtergrond hoor je iemand praten niet te verstaan) en met je dochter hebben wij niks te maken. Want de rekening moet gewoon betaald worden, (niet te verstaan)dus uuh bij deze gewoon de rekening betalen. Want je moet gewoon betalen, daarmee uit daag'
Ik verbalisant hoorde dat de geluidsfragmenten door dezelfde mannelijke stem werden ingesproken. Deze man stelde zich voor als [verdachte] , deze stem hoor je op geluidsfragment 1, 2, 3, 5 en 6. Op geluidsfragment 4 is een vrouwen stem te horen deze stem klinkt hetzelfde als de achtergrond stem welke af en toe voorbij komt. Op geluidsfragment 5 eerste stukje hoor ik een vrouwen stem welke ik niet eerder gehoord heb in de fragmenten. [5]
3. Getuige [getuige] heeft in een
proces-verbaal van verhoor getuigevan 27 oktober 2022 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Kunt u via de telefoon provider aantonen dat u moeder door een en dezelfde persoon word opgebeld?
A: De heer [verdachte] belt mijn moeder op haar vaste telefoonlijn. Ik heb de provider kpn gebeld. Deze geven aan dat de ongewenste en anonieme telefoontje van een en de zelfde aansluiting komen. Helaas is het niet mogelijk inkomende oproepen te blokkeren. Ik heb van het contact met de provider een uitdraai gemaakt. Ik geef deze stukken vrijwillig aan de politie om bij de stukken te voegen. [6]
4. [slachtoffer 2] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 4 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 9 december 2017 heb ik aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte] . Op 4 september 2018 is de uitspraak van die zaak geweest en is [verdachte] veroordeeld. Op 2 oktober 2018 belde mijn dochter, [A] , in paniek dat zij een bericht op haar facebook had gekregen van ene [naam] waar in het volgende stond [7] : "Kijk uit voor deze hoer die je kan neuken samen met haar zus [B] op de [adres] in [woonplaats] voor euro 50,00 voor tien minuten zonder of met condoom opschieten en dan de volgende klant en zo gaat dit het in dit huis boven bij mevrouw [slachtoffer 2] en nu weet eindelijk hoe daar de hoer gespeeld wordt in [woonplaats] . Wanneer kan ik langs komen om jullie te neuken ik ben 22 jaar oud en ik heet [naam] ."
Met daaronder reacties: "Ik kom om 22:00 uur even langs met me vriend sam en kan het even wat langer voor die euro 50" "Heeeerlijk maaar slikken of stikken dat sletje of anaal dan scheurt ze uit" "Je gaat met een hoer".
Screenshots van deze facebookpost voeg ik als bijlage bij deze aangifte.
Het Facebookaccount van mijn dochter was, toen die [naam] het bericht plaatste, nog openbaar. Dit heeft zij daarna direct veranderd. Ik weet zeker dat het account [naam] gebruikt wordt door [verdachte] . Ik weet dit omdat ik contact heb met de ex-vrouw van [verdachte] . Ik heb behoorlijk moeten investeren in mijn dochter om weer rustig te krijgen, gezien zij van die stalking ook veel heeft meegekregen. Ook ik heb erg veel last van dat bericht. Ik voel dat mijn naam en eer is slechte zin in aangetast en een ieder kon dit lezen op facebook. Mijn meisjesnaam is genoemd, mijn dochters zijn benoemd en zelfs mijn adres is openlijk of facebook genoemd als adres waar met tegen betaling sex kan hebben. Dit is absoluut niet waar en ik voel mij hierdoor zeer ontdaan. Ook omdat er in het bericht stond dat er iemand langs zou komen, heb ik die avond weer in angst geleefd. Zelfs nu heb ik het gevoel dat de stalking weer begonnen is. [8]
5. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 4 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op genoemde dag, datum en tijdstip nam ik een aangifte op van smaad/laster van aangever [slachtoffer 2] onder proces-verbaalnummer 2018285719-1. Ik hoorde de aangever zeggen dat er een facebookbericht op de pagina van haar dochter is geplaatst door iemand met de naam [naam] .
Ik verbalisant heb de genoemde naam [naam] als zoekterm gebruikt op de site: www. [website] .nl. Ik vond middels de genoemde zoeksite drie (3) advertenties op de site: www. [website] .net. Ik zag bij deze advertenties dat het emailadres [e-mail adres] @gmail.com genoemd stond. Bij de andere advertentie stond naast dit nummer ook telefoonnummer [telefoonnummer] genoemd. Van deze advertenties heb ik rapp screenshots gemaakt, welke ik als bijlage bij dit proces-verbaal voeg. Beide telefoonnummers heb ik door het politie zoeksysteem gehaald. Ik zag dat [telefoonnummer] sinds 14 mei 2018 in het politiesysteem gekoppeld staat aan de genoemde [verdachte] . Geboren te [geboorteplaats] op [1968] en ingeschreven op het [adres] te [woonplaats] . [9]
6. [slachtoffer 2] is volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van verhoor aangeefsterop 21 oktober 2018 gehoord gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik doe hierbij aanvullend aangifte ter zake smaad & laster waar ik eerder aangifte gedaan heb onder 2018285719-1. Ik kan u het volgende verklaren over de periode 4 oktober 2018 tot nu 21 oktober 2018: Ik word op meerdere manieren lastig gevallen. [verdachte] rijdt door de straat, maakt berichten op Facebook onder de naam [naam] . Ik word nog met enige regelmaat lastig gevallen door [verdachte] . Ik heb eerder in 2017 een openbaar bericht gedeeld van [naam] . Op dit openbaar bericht heeft [verdachte] onder de naam [naam] gereageerd. Ik zal u deze berichten toesturen om als bijlage bij deze aanvullende verklaring te voegen.
Ik heb op 10 oktober 2018 de vrouw van [verdachte] door de straat zien lopen met een hond en een honkbalknuppel. Ik zal u deze foto toesturen om als bijlage bij deze aanvullende verklaring te voegen.
Tevens werd ik op 12 oktober gebeld door [verdachte] op telefoonnummer [telefoonnummer] .
Mijn man zijn werk is door [verdachte] benaderd. [verdachte] heeft het werk van mijn
persoonlijk bezocht. Dit was op 15 oktober 2018 rond 13:30 uur. Dit bedrijf heeft ook melding gedaan bij de politie. Door het gedrag van [verdachte] word ons leven dusdanig beïnvloed dat wij niet meer op een normale wijze kunnen leven.
Als bijlage zijn aan de aangifte diverse berichten die op Facebook staan gehecht, met als inhoud onder meer:
STEEK JE EIGEN HOND DOOD EN NIET VAN EEN ANDER. LABIEL, PSYCHOPAAT, PHATHOLOGISCH LEUGENAAR EN DE GLAZENWASSER
OPLICHTEN EN EERST KOFFIE GEVEN. JE VRIEND HAD EEN KUT MOETEN HEBBEN. MESSENTREKKER EN PEPPERSPRAY MAG JE WEL VAN [verbalisant 3] HEBBEN ONZE WIJKAGENT. DIT IS TEGEN DE WET EN VERBODEN WAPEN BEZIT. DIT IS STRAFBAAR MENSEN EN KIJK UIT VOOR [slachtoffer 2] . ZE HEET GEEN [naam] . VALSE NAAM HIER. VAN WIE ZIJN DIE DOCHTERS. JIJ KAN GEEN KINDEREN KRIJGEN. ZIJN JOU WOORDEN
.
IK BEN JE BUURMAN BRUIN GEKLEURD IN JOU STRAAT EN JIJ MOET ECHT OPGENOMEN WORDEN IN EEN GESLOTEN AFDELING EN JE VRIEND ERBIJ. . IK HEB ALLES GEZIEN TOT DE POLITIE KWAM AANRIJDEN. ER ZIJN OOK NOG EERLIJKE MENSEN OP DE WERELD EN DAT KAN IK VAN JOU NIET ZEGGEN DAME EN
HEERTJE...” [10]
7. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 10 oktober 2018 werd ik, verbalisant, opnieuw benaderd door mevrouw [slachtoffer 2] , wonende [adres] te [woonplaats] , via whats-app. Ze vertelde mij dat de heer [verdachte] vandaag omstreeks 12:15 langs reed in zijn auto. Op het moment dat hij voor haar woning langsreed zag ze dat hij langzaam ging rijden en haar aankeek. Daarna is hij doorgereden. Ze vertelde verder dat even later omstreeks 13:30 uur een mevrouw langs de woning heen en weer liep. Ze herkende deze mevrouw als de partner van de heer [verdachte] , mevrouw [medeverdachte] en dat ze een foto van mevrouw [medeverdachte] had gemaakt. Ze vertelde ook dat mevrouw [medeverdachte] een slaghout met zich droeg. Ik vroeg mevrouw [slachtoffer 2] mij de foto te mailen. Een afdruk van deze foto is bijgevoegd. Foto 1 is het origineel en foto 2 is een vergroting van foto 1. [11]
8. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 november 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op zaterdag 27 oktober 2018 ontving ik van een wijkbewoner een bericht op Messenger. Hij gaf aan dat hij een bericht op Facebook had zien staan met onder andere mijn naam erin. Ook werd aangeefster [slachtoffer 2] in het bericht genoemd. Ook had hij een afbeelding via Messenger gestuurd van dit bericht.
De tekst van het voornoemde bericht luid als volgt:
Onze glazenwasser in Almere wordt opgelicht door [slachtoffer 2] [adres] [woonplaats] en ze doet valse tegen hem van stalking. De wijkagent [verbalisant 3] en zij ruien de heleboel op dat ze onze glazenwasser niet meer moeten betalen en zeggen dat hij een oplichter is. Hij is al ongeveer 15 jaar actief in deze wijk. [slachtoffer 2] en haar man [C] gebruiken ook nog wapens, zoals papperspray, smurfenspray, slagersmes en stuk ijzer wat door [verbalisant 3] gewoon is toegestaan. Hij rij geobserdeerd door de wijk om zijn werk te beletten. Dit gericht op onze glazenwasser en zijn vrouw. De hond kon zij nog net weg trekken want ze zij letterlijk, ik ga jullie steken, mes zwaaien en politie doet niks. [12]
9. [slachtoffer 6] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 17 oktober 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Sinds 2011 heb ik een glazenwasser in arm genomen. Twee jaar geleden, dus 2016, ben ik definitief gestopt en heb ik meneer [verdachte] aangegeven geen gebruik meer te willen maken van zijn diensten. Ik kreeg toen een kladje met een aantal data wanneer hij geweest zou zijn en dat ik hem nog 193 euro verschuldigd was. Dit stond op een A4 papier geschreven met een telefoonnummer en naam erbij. Ik heb hem toen gebeld en gaf toen aan dat dit flauwekul was en dat ik niet van plan was dat te betalen. Ik weet zeker dat dit niet correct was en heb dit derhalve ook niet betaald. [13] Sinds april 2018, is de overlast erger geworden. Hij belde steeds vaker en werd steeds grover.. Ik hoorde dan een tijd niets van hem en dan begon het ineens weer op te laaien en belde hij mij iedere dag meerdere malen, althans dan was ik anoniem gebeld en hoorde ik door hem ingesproken voicemails af en toe. Gezien het snel achtereen gebelde onbekende nummers waren, ging ik ervan uit dat hij het was. Hij schold mij vaak uit en maakte steeds duidelijk dat hij langs zou komen om zijn geld op te halen. Ik voelde mij daar niet prettig bij. In verband met gebeurde incidenten zou hem een straatverbod opgelegd zijn, wat hij dan klaarblijkelijk wilde overtreden. Ongeveer anderhalve maand geleden had ik een voicemailbericht van hem dat ik het geld over moest maken. Tevens hoorde ik [verdachte] in de voicemail zeggen dat als ik het geld niet over zou maken hij er een incassobureau op zou zetten en dat er dan 35 euro bij zou komen. Ik hoorde hem zeggen dat hij wist waar ik werkte en hij zou mijn werkgever bellen om aan te geven dat er loonbeslag gelegd zou worden. Ik hoorde hem toen middels die voicemail zeggen dat ik 'nu' moest betalen. Hier ben ik uiteraard niet op in gegaan.
Afgelopen maandag, 15 oktober 2018 bevond ik mij op mijn werk op [bedrijf 3] te [vestigingsplaats] . Op genoemde dag, datum en tijdstip werd ik gebeld door een onbekend nummer.. Ik zag later dat ik een voicemailbericht had.. Ik hoorde in dit voicemailbericht een vrouwelijke stem, welke ik herkende als zijnde de partner van [verdachte] . Ik hoorde haar zeer asociale teksten zeggen.
Wat ik van dit bericht heb begrepen is dat ik min of meer verplicht wordt om geld af te staan, oftewel gedwongen wordt tot afgifte van geld aan een ander. Ik ben hem misschien voor vijf keer glazenwassen beschuldigd, maar geen 193 euro en ben absoluut niet van plan dit te betalen. Maar moet ik dus, volgens de voicemail er rekening mee houden dat zij met andere mensen het geld komen halen. Ik voel mij hier min of meer door bedreigd en dat ik nog meer problemen ga krijgen als ik ze tegen kom of niet tot afgifte over ga. [14] Wat betreft te stalking, bemerk ik dat ik in de afgelopen 2 jaren, gemiddeld 20 keer per maand gebeld ben. Ik moet hierbij zeggen dat ik soms een paar maanden niet gebeld werd, er vervolgens drie dagen lang wel 30 keer per dag gebeld werd. Vandaar het gemiddelde aantal. Ook moet ik erbij vermelden dat het nummer onbekend was, maar dat als ik voicemailberichten had, het zijn stem was of die van zijn partner was. Ik ben deze voicemailberichten helaas kwijt, naast die laatste, welke ik heb opgenomen met een andere telefoon. Dit fragment heb ik vrijwel na aanname verzonden naar de wijkagent [verbalisant 3] . [15]
10. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 21 oktober 2018 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 17 oktober 2018 werd meneer [slachtoffer 6] gebeld op zijn mobiele telefoon. Hij nam op en zette de telefoon op speaker. Ik hoorde dat hij gebeld werd door meneer [verdachte] . Ik herkende deze aan zijn stem, omdat ik meneer [verdachte] meerdere malen telefonisch en in persoon heb gesproken. Ik hoorde dat meneer [verdachte] om een dwingende manier vertelde dat meneer [slachtoffer 6] moest betalen. Meneer [slachtoffer 6] heeft het gesprek beëindigd. [16]
11. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 11 april 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 16 oktober 2018, beluisterde ik verbalisant een voicemail bericht welke was aangeleverd door aangever. De wijkagent [verbalisant 3] die het voicemail bericht had beluisterd herkende de stem van de vrouw welke het bericht had ingesproken als zijnde van mevrouw [medeverdachte] . In het voicemail bericht werd dreigende en beledigende woorden geuit. Met als doel aangever te laten betalen.
Bron: Proces-verbaal van bevindingen onder registratienummer [telefoonnummer] -2
Verdachte : [medeverdachte] , geboren op [1954] . [17]
12. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 11 februari 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
[telefoonnummer] / [telefoonnummer] is blijkens een eerdere CIOT-bevraging in gebruik bij [verdachte] .
Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 1] is blijkens door mij uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] .
Blijkens de bellijsten is er tussen 04102018 en 17102018 in totaal 6x gebeld met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 15 en 301 seconden. Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 6] is blijkens door mij uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] . Blijkens de bellijsten is er tussen 15082018 en 19102018 in totaal 55x gebeld met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 1.9 en 364.7 seconden. Het telefoonnummer van aangever [slachtoffer 2] is blijkens door mij uitgevoerde raadpleging van de politiesystemen: [telefoonnummer] .
Blijkens de bellijsten is er tussen 04102018 en 12102018 in totaal 6x gebeld met [telefoonnummer] naar [telefoonnummer] . Dit met een gespreksduur variërend tussen 4 en 75 seconden. [18]
13. [slachtoffer 5] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 8 december 2018 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Vanaf het jaar 2003, toen ik mijn kapperszaak was begonnen, tot ongeveer het jaar 2005 heeft glazenwasser [verdachte] de ramen van mijn woning gelapt. Ik zal hem verder in de verklaring [verdachte] noemen. [19] Tevens word mijn goede naam en eer in het openbaar aangerand door [verdachte] . Hierover kan ik het volgende verklaren. Op 19 juli 2018 werd een reactie geplaatst door [naam] op een bericht van mijn zakelijke Facebook pagina. Dit bericht las ik pas op vrijdag 17 augustus 2018 ik las een bericht in de derde persoon. Ik vermoed dat het bericht werd geschreven door de vriendin van [verdachte] . Het volgende werd er geschreven ' [bedrijf 2] wanneer ga je de paar rot centen van mijn glazenwasser eens betalen want jij als kapper knipt toch ook niet gratis. Dit is oplichting, schandalig en te gek voor woorden dat een glazenwasser 10 jaar en 100 keer aan je deur is geweest voor zijn geld of moet hij nog eens 10 jaar wachten voor zijn factuur van €53,50 inclusief de wettelijk kosten. De klokkenluider.
(Note verbalisant: zie bijlage 2018352562- facebook)
Al mijn contacten konden dit bericht ook lezen en dat vond ik niet prettig. Vervolgens werd er nog een drietal keer in een reactie dingen geschreven op mijn zakelijke Facebook pagina. Om niet alles op te noemen wat er werd geschreven zal ik de screenshots naar u mailen zodat u dit kunt toevoegen bij de aangifte.
(Note verbalisant: zie bijlage 2018352562- facebook 2)
Op mijn persoonlijk Facebookpagina heb ik [verdachte] en zijn vriendin kunnen blokkeren echter voor mijn zakelijke pagina was dat niet zo makkelijk waardoor hij en of zij nog steeds reacties kunnen plaatsen. Ik zou graag willen dat [verdachte] een stop wordt toegeroepen en dat hij mij niet meer lastig valt op wat voor manier dan ook.
Als bijlage zijn aan de aangifte diverse berichten die op Facebook staan gehecht, met als inhoud onder meer:
EEN OUDE VROUW MET ORANJE HAREN LATEN LOPEN. JIJ MOET JE DOOD SCHAMEN. ER ZIJN BETERE KAPPERS OP DE WERELD. WAT EEN KWAKZALVER BEN JIJ [naam] . OOK DE GLAZENWASSER ZIJN GELD NIET BETAALD.
WAT BEN JIJ EEN OPLICHTSTER MET JE MOOIE VERHALEN.
DIT IS KWAK ZALVERIJ BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENT €25,00 EN KRUIDVAT MERK HET ZELFDE VOOR €4,00. MENSEN TEL UIT JE WINST.
GEWOON GEZOND ETEN EN OP TIJD JE RUST NEMEN. BETER RIET SUIKER DAN WITTE SUIKER WANT DAT IS GIFTIG.
VEEEEEEEEEL TE DUUR ZO N POTJE EN BIJ KRUITVAT STUKKEN GOEDKOPER EN DE KWALITEIT IS STUKKEN BETER. IK KAN HET WETEN ALS VOEDINGSDESKUNDIGE. MENSEN TRAP HIER NIET IN.
KIJK NAAR KASSA VARA BESTE MENSEN, EEN MEVROUW WORDT ER GEWOON DOOD ZIEK VAN DE BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENTENNIET GAAN NAAR [bedrijf 2] WANT ZE KLOOIT MAAR WAT AAN. ZELFS IK ALS VROUW HEB HEEL VEEL HAAR UITVAL. IK TREK ZE MET BOSSEN ERUIT. JE BEZORGT MENSEN KALE KOPPEN EN GELD TERUG GEVEN DOE JE NIET. EEN OUDE MEVROUW MET ORANJE HAREN ROND LATEN LOPEN. [bedrijf 2] WIJF DIT IS LAAGSTE VAN HET LAAGSTE UIT SCHOT. BAOMED IS ROTZOOI MENSEN. DUS NIET KOPEN. BIJ KRUITVAT HEB JE MEER WAAR VOOR JE GELD. MENSEN KIK UIT DEZE KAPSTER IS ALLEEN OP JE GELD UIT. [20]
14. [slachtoffer 2] is volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal verhoor getuigeop 23 januari 2019 als getuige gehoord en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 4 oktober 2018 heb ik aangifte gedaan van belediging onder nummer PL0900-285719. Deze aangifte is gedaan tegen [verdachte] . Mij is bekend dat zowel [verdachte] als zijn vrouw [medeverdachte] zich niet mogen ophouden in de [straat] . Op 18 januari 2019 omstreeks 16:05 uur hoorde ik een auto toeteren in de straat. Ik hoorde dat er tot twee maal toe werd getoeterd. Ik keek vanuit mijn woning, [adres] [woonplaats] , de straat op en zag een grijze Toyota rijden. Deze auto herkende ik als de auto van de glazenwasser [verdachte] . Toen de auto voorbij reed zag ik dat [verdachte] de auto bestuurde. Ik zag dat recht voor zich uit bleef kijken. Ik zag dat zijn vrouw [medeverdachte] naast hem zat in de auto. Ik zag dat ze in de richting van mijn woning keek. Nadat ze voorbij gereden waren kreeg ik gelijk een whats-app bericht van [naam] . [naam] ken ik van de hond uitlaten en weet dat [verdachte] en [medeverdachte] niet in de [straat] mogen komen. Hij had een foto gemaakt van de auto met daarin [verdachte] en [medeverdachte] en deze aan mij verstuurd. [21]
15. Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 23 januari 2019 het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 4 oktober 2018 is er onder nummer PL 0900-2018285719 aangifte gedaan door [slachtoffer 2] van belediging tegen [verdachte] . Naar aanleiding van deze aangifte hebben zowel [verdachte] als zijn vrouw [medeverdachte] een gedragsaanwijzing gekregen waarin de officier van justitie Mr. R.J.J.S. Visser onder andere beveelt zich niet op te houden in de [straat] te [woonplaats] . Een kopie van deze gedragsaanwijzingen zijn als bijlage bij gevoegd. Op 18 januari 2019 ontving ik van [slachtoffer 2] een whats-app bericht met een foto. Ik herkende deze auto als de auto van [medeverdachte] en [verdachte] . Dit betreft een grijze Toyota Auris voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik herkende deze auto onder meer door de ladder op het dak. Ook herken ik de [straat] te [woonplaats] van de foto. Van de foto heb ik een afdruk gemaakt en als bijlage bij gevoegd. [22]
16. Uit het
proces-verbaal verhoor verdachteblijkt dat de medeverdachte [medeverdachte] op 11 november 2018 door de politie als verdachte is gehoord. Zij heeft het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Waarom belt u mensen op?
A: Ik vraag netjes of ze willen betalen, voor het werk wat mijn man heeft gedaan.
V: Voor wie belt u deze mensen op? (bedrijf/partner)
A: Voor mijn man natuurlijk. Met mij vinden ze het een fijn gesprek. Dan komt er weer geld binnen. [23] V: Uw heeft mensen meerdere malen opgebeld en verteld dat zij een rekening moesten betalen terwijl, u daar helemaal niet bent geweest om de ramen te lappen. Waarom doet u dit?
A: We zijn getrouwd, ik mag toch geld ophalen. [24]
17. [getuige] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 4 juli 2019 aangifte gedaan namens [slachtoffer 1] bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 28 juni 2019 omstreeks 16:15 uur controleerde ik de gezamenlijke rekening die ik samen met mijn moeder heb. Dit betreft een en/of rekening op naam van Mevrouw [slachtoffer 1] en/of mevrouw [getuige] te [woonplaats] . Deze rekening heeft nummer: [rekeningnummer] . Deze rekening heb ik samen met mijn moeder omdat ik de financiën voor mijn moeder regel. [25]
Ik zag op bovengenoemde rekening dat er een bedrag van 900,00 euro was afgeschreven
met als omschrijving:
Stg [stichting]
Omschrijving: 5000000000000003
IBAN: [rekeningnummer]
Kenmerk: [kenmerk]
Valutadatum 25-06-2019
Type Acceptgiro
-900,00
Ik ben bij mijn moeder navraag gaan doen om zij misschien haar handtekening op een acceptgiro had geplaatst en of zij iets wist van een afschrijving van 900,00 euro. Mijn moeder gaf aan van niets te weten en ook niets te hebben ondertekend. Ik ben daarna direct telefonisch contact op gaan nemen met de ING Bank. In de tussentijd ben ik de Stichting gaan googelen die genoemd werd bij de transactie van 900,00. Ik kreeg een Drimble pagina en zag als adres staan: [adres] te [woonplaats] . Het riep direct een hoop boosheid, frustratie en angst op omdat dit adres zowel bij mij als mijn moeder bekend is. Op dit adres is de ons bekende [verdachte] - [medeverdachte] woonachtig. Op het moment dat ik een heer van de klantenservice aan de telefoon kreeg vertelde ik direct het verhaal en de ontdekking die ik even daarvoor had gedaan betreffende de heer [verdachte] . Ik werd direct doorverbonden met de fraude-afdeling. De medewerker van de fraude-afdeling vertelde dat de 900,00 euro nog op rekeningnummer [rekeningnummer] stond. De medewerker van de Fraudedesk vertelde mij dat die rekening direct geblokkeerd werd zodat de 900,00 euro niet opgenomen kon worden. Nadat ik het gesprek had beëindigd met de fraudedesk ben ik direct in gaan loggen bij de Kamer van Koophandel.
Ik ben gaan zoeken op de naam van de stichting die bij de transactie genoemd werd. Eenmaal gevonden bleek dat de functionaris van deze Stichting is de heer [verdachte] - [medeverdachte]
Datum oprichting 06-02-2019
Telefoonnummer [telefoonnummer]
Bezoekadres: [adres] , [woonplaats]
Maandag 1 juli 2019 heb ik wederom telefonisch contact opgenomen met de ING Fraudedesk. Ik was namelijk benieuwd welke handtekening onder de acceptgiro zou staan. Ik ontving per mail een kopie van de acceptgiro waarop de handtekening zichtbaar was. Ik zag dat er was geprobeerd de handtekening van mijn moeder valselijk op te maken. Het is mijn moeder en mij niet duidelijk hoe hij aan deze handtekening is gekomen. Dinsdag 2 juli 2019 omstreeks 16:45 uur was ik zo brutaal om het telefoonnummer te bellen wat genoemd werd bij de Kamer van Koophandelregistratie. [26] Ik heb anoniem gebeld en de telefoon werd aangenomen door een mannenstem. Ik hoorde dat hij zei: "Hallo". Ik zei mijn naam ook niet en vroeg of ik sprak met de Stichting [stichting] . Ik bemerkte dat hij schrok en hij verviel in zijn oude gewoontes. Hij vroeg: "Met wie spreek ik, jij moet je naam zeggen". Ik zei:"Ahh, nu weet ik het zeker, ik ben je een stap voor geweest". Ik herkende direct zijn stem, geen twijfel over mogelijk. Sinds 3 juli 2019 wordt nu mijn moeder weer gebeld anoniem zo rond de klok van 19:00 uur. Er wordt geen nummer meegestuurd en wanneer mijn moeder opneemt wordt er niks gezegd. Wij herkennen dit gedrag uit het verleden. Ik overhandig u hierbij een uitdraai van de Kamer van Koophandel, een kopie van de acceptgiro, kopie van het bankafschrift en een kopie van het huurcontract waarop haar handtekening zichtbaar is. [27]
18. Uit het proces-verbaal verhoor verdachte blijkt dat de verdachte op 8 oktober 2019 door de politie als verdachte is gehoord. Hij heeft het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Dit bedrag van 900,00 euro is overgeschreven naar een rekening met als begunstigde: Stichting [stichting] . Wat zegt de naam van de stichting u?
A: Dat is mijn eigen stichting, dat geld had ik recht op. [28]
V: Heeft u die 900 euro op uw rekening ontvangen?
A: Ja [29]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 8 en feit 9
Belaging
Nadat aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 6] aan verdachte hebben aangegeven dat zij niet bereid waren de door hem verstuurde en niet onderbouwde facturen te voldoen, heeft verdachte samen met de medeverdachte gedurende de periode van 1 april 2018 tot en met
6 november 2018 meerdere malen en op een vervelende toon telefonisch contact met de aangevers opgenomen en verschillende keren voicemailberichten ingesproken. Ondanks dat aangevers meerdere malen aan verdachte en de medeverdachte hebben aangegeven hen met rust te laten, gingen zij door. Daarnaast is verdachte ten aanzien van aangever [slachtoffer 2] meerdere malen door de straat van aangever [slachtoffer 2] gereden en heeft hij beledigende berichten geplaatst op Facebook. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte en de medeverdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de aangevers – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Verder volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte dit heeft gedaan met het oogmerk aangevers te dwingen iets te doen, namelijk geld aan verdachte betalen, en vrees aan te jagen. Tussen verdachte en de medeverdachte is hierbij steeds sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, aangezien uit de bewijsmiddelen volgt dat zij allebei contact opnamen met aangevers, samen langs het huis van aangever [slachtoffer 2] zijn gereden en medeverdachte heeft verklaard dat zij opbelde om geld op te halen voor verdachte.
De rechtbank acht het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het belagen van de aangevers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] . De rechtbank is van oordeel dat het gedrag van verdachte en medeverdachte weliswaar buitengewoon ongewenst gedrag is jegens de aangevers, maar de rechtbank vindt die contacten niet zodanig dat daarvan geoordeeld kan worden dat sprake is geweest van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Gedragsaanwijzing
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte de gedragsaanwijzing van 13 november 2018 heeft overtreden door samen met de medeverdachte met de auto door de [straat] in [woonplaats] te rijden. De gedragsaanwijzing was eerder aan verdachte uitgelegd, zodat hij op de hoogte was van de inhoud daarvan en hij is desondanks op 18 januari 2019 in de [straat] in [woonplaats] geweest. De rechtbank acht hiermee het onder 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Smaad
Verdachte heeft betwist dat hij met gebruikersnaam ‘ [naam] ’ beledigende Facebookberichten ten aanzien van aangever [slachtoffer 2] en aangever [slachtoffer 5] heeft geplaatst. Uit de bewijsmiddelen volgt echter dat de gebruikersnaam ‘ [naam] ’ en het door die gebruikersnaam gebruikte e-mailadres en telefoonnummer aan verdachte gekoppeld kunnen worden. De rechtbank acht daarmee het onder 4 en 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Valsheid in geschrifte
Verdachte wordt verweten dat hij de handtekening van de moeder van aangeefster, mevrouw [slachtoffer 1] , heeft vervalst op een acceptgiro om een bedrag van € 900,00 te laten overmaken op de rekening van zijn stichting ‘ [stichting] ’. Aangeefster en haar moeder hebben aangegeven nimmer een bedrag aan de stichting van verdachte te hebben overgemaakt en deze stichting ook niet te kennen.
De rechtbank overweegt dat er duidelijke verschillen in de handtekening te zien zijn op de acceptgiro en de door [slachtoffer 1] ondertekende huurovereenkomst. De gelden zijn overgemaakt naar de stichting ‘ [stichting] ’, waarvan verdachte de enige functionaris is. Verdachte heeft bevestigd dat zijn stichting de gelden heeft ontvangen en heeft verklaard dat hij recht had op dit bedrag. Verdachte heeft verder geen nadere onderbouwing voor het bedrag gegeven en heeft evenmin verklaard waarom de stichting recht zou hebben op dit bedrag. Aangeefster en haar moeder kennen de stichting niet, maar kennen verdachte alleen als hun voormalige glazenwasser die eerder mevrouw [slachtoffer 1] stelselmatig heeft belaagd. Gelet hierop in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in het dossier en hetgeen hiervoor is overwogen, kan het niet anders dan dat het verdachte is geweest die een valse handtekening heeft geplaatst op de acceptgiro en deze acceptgiro vervolgens ook heeft gebruikt om ervoor te zorgen dat het geld van de rekening van aangeefster en [slachtoffer 1] werd overgemaakt naar de rekening van zijn stichting. De rechtbank acht hiermee het onder 8 en 9 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen [30] feit 6 en feit 7
1. [slachtoffer 6] , wonende [adres] [woonplaats] , heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aangifte, op 25 december 2019 aangifte gedaan bij de politie en heeft daarbij het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik word sinds een week of zes lastig gevallen door een persoon genaamd [verdachte]
. Hij belt mij vaak meerdere malen per dag op. Sinds 10 september van dit jaar is het steeds erger geworden. Hij belt anoniem maar zodra ik opneem herken ik direct
de stem van [verdachte] en hoor ik hem zeggen: Bent u [slachtoffer 6] ?, Hierna zegt hij dat
hij nog geld van mij krijgt. Elke keer als hij belt probeer hem duidelijk te maken dat hij hiermee moet stoppen en dat ik anders aangifte van stalking tegen hem ga doen. Dit interesseert hem niets want hij gaat gewoon door. Nu is [verdachte] weer begonnen met het lastig vallen van mij door constant te bellen. Hij belt soms wel vier tot vijf keer op een dag. Gisteren heeft hij mij wel zes keer gebeld. Elke keer als ik opneem is het dan weer hetzelfde verhaal van dat hij nog geld van mij krijgt. Ik word dus hier bijna dagelijks mee geconfronteerd. Ik heb een aantal van deze gesprekken opgenomen. Deze heb ik afgegeven aan uw collega [verbalisant 3] . Het zijn opnames van verschillende data waarop [verdachte] mij heeft gebeld. [31] Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer heeft [verdachte] indertijd van mij gekregen toen ik met hem de afspraak had gemaakt voor het lappen van mijn ramen van de woning. Ik en mijn vrouw worden er nu helemaal gek van en dit is echt niet leuk meer. Ik kan u zeggen dat ik in het weekend van 7 op 8 september 2019 opeens de brandweer voor de deur had staan. Dit was midden in de nacht. Ik werd die nacht nog anoniem gebeld en nam niet op omdat ik bang was dat het [verdachte] weer was. Achteraf bleek het de politie te zijn die had gebeld om te vragen of er echt iets aan de hand was. Toen
de brandweer en later de politie voor de deur stonden gaven deze aan dat er iemand
door de straat had gelopen en brand bij mijn woning had gezien en hierop de brandweer
had gebeld. De volgende dag heb ik de politie gebeld om te vragen hoe het zat omdat ik het
vermoeden had dat [verdachte] hier achter zat. Van de politieagent die ik aan de telefoon
had hoorde ik dat een collega van hem de stem had herkend als de stem van [verdachte]
. Ik kan u zeggen dat wij heel erg zijn geschrokken wat er in dit weekend is
gebeurd. Ik kan u de data doorgeven die ik in mijn telefoon heb staan en waarop [verdachte] mij deze maand heeft gebeld en hoeveel hij mij toen heeft gebeld.
Deze data zijn:
10 september 5 keer gebeld
11 september 6 keer gebeld
13 september 3 keer gebeld
16 september 5 keer gebeld
17 september 6 keer gebeld
18 september 5 keer gebeld
19 september 2 keer gebeld
20 september 4 keer gebeld
24 september 5 keer gebeld. [32]
2. Verbalisant [verbalisant 5] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik verkreeg eveneens via de mail een bestand voorzien van de historische
verkeersgegevens op het telefoonnummer [telefoonnummer] van aangever [slachtoffer 6] . Ik zag dat
[slachtoffer 6] inkomende gesprekken had gekregen van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Na het
lezen van het dossier en het raadplegen van de politiesystemen staat voornoemd
telefoonnummer vermeld op naam van [verdachte] .
Ik las het bestand en heb deze samengevoegd op basis van de telefoonnummers van
[slachtoffer 6] en [verdachte] .
Ik las het volgende:
Op 10 september 2019 is [slachtoffer 6] 4 keer gebeld door [verdachte] .
Op 11 september 2019 is [slachtoffer 6] 20 keer gebeld door [verdachte] .
Op 16 september 2019 is [slachtoffer 6] 14 keer gebeld door [verdachte] .
Op 19 september 2019 is [slachtoffer 6] 10 keer gebeld door [verdachte] .
Op 20 september 2019 is [slachtoffer 6] 14 keer gebeld door [verdachte] .
Op 21 september 2019 is [slachtoffer 6] 14 keer gebeld door [verdachte] .
Op 22 september 2019 is [slachtoffer 6] 8 keer gebeld door [verdachte] .
Op 23 september 2019 is [slachtoffer 6] 10 keer gebeld door [verdachte] .
Op 24 september 2019 is [slachtoffer 6] 10 keer gebeld door [verdachte] .
Op 25 september 2019 is [slachtoffer 6] 6 keer gebeld door [verdachte] .
Op 26 september 2019 is [slachtoffer 6] 4 keer gebeld door [verdachte] . [33]
3. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 3 oktober 2019 vorderde ik de gebruikersgegevens van het
telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik ontving het resultaat op 3 oktober 2019.
Hieruit bleek mij dat [telefoonnummer] een abonnementsaansluiting is van KPN, die sinds 27
augustus 2002 toebehoort aan:
[verdachte] , [adres] [woonplaats] .
Blijkens een GBA raadpleging blijkt op dit adres ingeschreven:
[verdachte] , [1968] te [geboorteplaats] . [34]
4. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In de aangifte stelt aangever [slachtoffer 6] dat in het weekend van 7 en 8 september middenin de nacht opeens de brandweer bij hem voor de deur stond. Aangever vermoedt dat [verdachte] deze valse melding heeft gedaan. Op 26 september 2019 is mij hierover uit systeemraadpleging het volgende gebleken. Op 13 september 2019 om 04.00 uur komt er bij de meldkamer een melding binnen. Er is gebeld met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Volgens de kort samengevatte meldingstekst zou sprake zijn van een keukenbrand waarbij brand zichtbaar is. Volgens een ciot-aanvraag op [telefoonnummer] blijkt dit een prepaid. Door politieambtenaar [verbalisant 6] is er ter plaatse geen brand- of rookontwikkeling waargenomen. [verbalisant 6] hoort van een onbekend gebleven brandweerman dat er eerder in de maand september 2019 een valse melding was binnengekomen bij hun meldkamer, en dat daarbij hetzelfde nummer was gebruikt als bij deze melding.
[slachtoffer 6] , [adres] , deed zelf onder [telefoonnummer] aangifte tegen [verdachte] . Het betrof hier een aangifte stalking.. [35]
Op 8 september omstreeks 23:21 werd telefonisch een keukenbrand gemeld op het adres [adres] te [woonplaats] . De melding is gedaan met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Op het adres wordt vervolgens door de brandweer noch de politie rook- of brandontwikkeling geconstateerd. Ook geen andere sporen die erop wijzen dat er een brand is of recent is geweest. Volgens een ciot-aanvraag op [telefoonnummer] blijkt dit een prepaid. De huidige bewoner van dit adres is dhr. [C] . [slachtoffer 2] , de (ex-)partner van [C] , heeft onder 2017371341 en 2018285719 aangifte gedaan tegen [verdachte] . 2017371341 betrof een stalkingszaak. 2018285719 betrof een aangifte van smaad en/of laster. In navolg van 2018285719 werd er een gedragsaanwijzing met contact- en gebiedsverbod opgelegd aan [verdachte] . [verdachte] werd op 13 februari 2019 onder 2019023720 aangehouden op verdenking van het overtreden van deze gedragsaanwijzing. [36]
5. Verbalisant [verbalisant 4] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenhet volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Het telefoonnummer wat is gebruikt bij het doen van de valse melding bij de brandweer
(2019296229; [adres] [woonplaats] ) betreft [telefoonnummer] .
Blijkt mij volgens door mij op 3 oktober 2019 uitgevoerd onderzoek, [telefoonnummer] ook te
zijn gebruikt als beller bij de valse brandmeldingen:
- 2019270345 - [adres] [woonplaats] - 08 september 2019
- 2019274636 - [adres] [woonplaats] - 13 september 2019.
Het geluidsfragment van het belletje naar de meldkamer (2019296229) werd
veiliggesteld. Wijkagent [verbalisant 3] herkende de stem van de beller als die van [verdachte]
. Volgens een vordering gebruikersgegevens onder 2019274636 blijkt [telefoonnummer] een prepaid. De bewoners van alle drie deze genoemde adressen hebben volgens politieregistraties eerder overlast ervaren van [verdachte] . [37]
Bewijsoverwegingen feit 6 en feit 7
De rechtbank zal de feiten 6 en 7 tegelijk beoordelen, gelet op de onderlinge samenhang.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat, nadat aangever [slachtoffer 6] reeds eerder door verdachte was belaagd, de belaging aan het adres van aangever in de periode van 10 september 2019 tot en met 29 september 2019 opnieuw is begonnen. Verdachte is in die korte periode meer dan honderd keer door verdachte gebeld. Ondanks dat aangever meerdere malen aan verdachte kenbaar heeft gemaakt hiermee te stoppen, is verdachte doorgegaan. Daarnaast heeft verdachte meerdere malen valse meldingen van brand gemaakt via het alarmnummer, waaronder aan het adres van aangever [slachtoffer 6] . De aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de aangever zijn zodanig geweest dat van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. De rechtbank acht het onder 6 en 7 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 2
in de periode van 1 april 2018 tot en met 6 november 2018 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 6] , door
- (handgeschreven) nota's en/of rekeningen en/of aanmaningen te doen toekomen aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 6] , en
- meerdere malen telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 6] , en
- meerdere malen voicemailberichten in te spreken van die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 6] , en
- meerdere malen zich op te houden in de straat [straat] te [woonplaats] in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 2] , en
- meerdere malen (beledigende) berichten te plaatsen op de Facebookpagina van die [slachtoffer 2] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 6] te dwingen iets te doen en/of vrees aan te jagen;
feit 3
op 18 januari 2019 te Almere opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 13 november 2018 gegeven door de officier van justitie te Utrecht kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich voor een periode van 90 dagen onder andere niet mag ophouden in de [straat] te [woonplaats] , door op 18 januari 2019 met de auto in de [straat] te [woonplaats] te rijden;
feit 4
in de periode van 2 oktober 2018 tot en met 27 oktober 2018 te Almere, opzettelijk, de eer en de goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften verspreid, openlijk tentoongesteld door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door op de Facebookpagina van [naam] , de dochter van die [slachtoffer 2] , de volgende berichten te plaatsen:
- "KIJK UIT VOOR DEZE HOER DIE JE KAN NEUKEN SAMEN MET HAAR ZUS
[B] OP DE [adres] IN [woonplaats] VOOR EURO 50,00 VOOR TIEN MINUTEN ZONDER OF MET CONDOOM OPSCHIETEN EN DAN DE VOLGENDE KLANT EN ZO GAAT DIT HET IN DIT HUIS BOVEN BIJ MEVROUW [slachtoffer 2] EN NU WEET EINDELIJK HOE DAAR DE HOER GESPEELD WORDT IN [woonplaats] . WANNEER KAN IK LANGS KOMEN OM JULLIE TE NEUKEN
EN IK BEN 22 JAAR OUD EN IK HEET [naam] ",
- "IK KOM OM 2200 UUR EVEN LANGS MET ME VRIEND SAM EN KAN HET EVEN
WAT LANGER VOOR DIE EURO 50",
- "HEEEERLIJK MAAAR SLIKKEN OF STIKKEN Dat SLETJE OF ANAAL DAN
SCHEURT ZE UIT", en
- "JE GAAT MET EEN HOER",
en/of door op de Facebookpagina van die [slachtoffer 2] de volgende berichten/reacties te
plaatsen:
-“STEEKJE EIGEN HOND DOOD EN NIET VAN EEN ANDER. LABIEL,
PSYCHOPAAT, PHATHOLOGISCH LEUGENAAR EN DE GLAZENWASSER OPLICHTEN EN EERST KOFFIE GEVEN. JE VRIEND HAD EEN KUT MOETEN HEBBEN. MESSENTREKKER EN PEPPERSPRAY MAG JE WEL VAN [verbalisant 3] HEBBEN ONZE WIJKAGENT. DIT IS TEGEN DE WET EN VERBODEN WAPEN BEZIT. DIT IS STRAFBAAR MENSEN EN KIJK UIT VOOR [slachtoffer 2] . ZE HEET GEEN [naam] . VALSE NAAM HIER. VAN WIE ZIJN DIE DOCHTERS. JIJ KAN GEEN KINDEREN KRIJGEN. ZIJN JOU WOORDEN [naam] ”, en
-“IK BEN JE BUURMAN BRUIN GEKLEURD IN JOU STRAAT EN JIJ MOET ECHT
OPGENOMEN WORDEN IN EEN GESLOTEN AFDELING EN JE VRIEND ERBIJ. . IK
HEB ALLES GEZIEN TOT DE POLITIE KWAM AANRIJDEN. ER ZIJN OOK NOG
MENSEN OP DE WERELD EN DAT KAN IK VAN JOU NIET ZEGGEN DAME EN
HEERTJE...”
en door op Facebook het volgende bericht de plaatsen:
“ONZE GLAZENWASSER IN [wijk] WORDT OPGELICHT DOOR
[slachtoffer 2] [adres] [woonplaats] EN ZE DOET VALSE
AANGIFTE TEGEN HEM VAN STALKING. DE WIJKAGENT [verbalisant 3] EN
ZIJ RUIEN DE HELEBOEL OP DAT ZE ONZE GLAZENWASSER NIET MEER
MOETEN BETALEN EN ZEGGEN DAT HIJ EEN OPLICHTER IS.HIJ IS AL
ONGEVEER 15 JAAR ACTIEF IN DEZE WIJK. [slachtoffer 2] EN HAAR MAN
[C] GEBRUIKEN OOK NOG WAPENS, ZOALS PEPPERSPRAY,
SMURFENSPRAY, SLAGERSMES EN STUK IJZER WAT DOOR [verbalisant 3]
GEWOON IS TOEGESTAAN. HIJ RIJDT GEOBSEDEERD DOOR DE WIJK OM ZIJN
WERK TE BELETTEN. DIT GERICHT OP ONZE GLAZENWASSER EN ZIJN VROUW.
DE HOND KON ZIJ NOG NET WEG TREKKEN WANT ZE ZIJ LETTERLIJK, IK GA
JULLIE STEKEN. MES ZWAAIEN EN DE POLITIE DOET NIKS……”;
feit 5
in de periode van 19 juli 2018 tot en met 1 december 2018 te Almere, opzettelijk de eer en de goede naam van [slachtoffer 5] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en verspreid, openlijk tentoongesteld en door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door op de zakelijke Facebookpagina van die [slachtoffer 5] ( [bedrijf 2] ) de volgende berichten te plaatsen:
- " [bedrijf 2] WANNEER GA JE DE PAAR ROT CENTEN VAN MIJN
GLAZENWASSER EENS BETALEN. WANT JIJ ALS KAPPER KNIPT TOCH OOK NIET GRATIS. DIT IS OPLICHTING, SCHANDALIG EN TE GEK VOOR WOORDEN DAT EEN GLAZENWASSER 10 JAAR EN 100 KEER AAN JE DEUR IS GEWEEST VOOR ZIJN GELD OF MOET HIJ NOG EENS 10 JAAR WACHTEN VOOR ZIJN FACTUUR VAN €53,50 INCLUSIEF DE WETTELIJKE INCASSOKOSTEN. DE KLOKKENLUIDER.",
- "EEN OUDE VROUW MET ORANJE HAREN LATEN LOPEN. JIJ MOET JE DOOD
SCHAMEN. ER ZIJN BETERE KAPPERS OP DE WERELD. WAT EEN KWAKZALVER BEN JIJ [naam] . OOK DE GLAZENWASSER ZIJN GELD NIET BETAALD. WAT BEN JIJ EEN OPLICHTSTER MET JE MOOIE VERHALEN",
- "DIT IS KWAK ZALVERIJ BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENT €25,00 EN
KRUIDVAT MERK HET ZELFDE VOOR €4,00. MENSEN TEL UIT JE WINST.
GEWOON GEZOND ETEN EN OP TIJD JE RUST NEMEN. BETER RIET SUIKER
DAN WITTE SUIKER WANT DAT IS GIFTIG.",
- "VEEEEEEEEEL TE DUUR ZO N POTJE EN BIJ KRUITVAT STUKKEN
GOEDKOPER EN DE KWALITEIT IS STUKKEN BETER. IK KAN HET WETEN ALS
VOEDINGSDESKUNDIGE. MENSEN TRAP HIER NIET IN.",
- "KIJK NAAR KASSA VARA BESTE MENSEN, EEN MEVROUW WORDT ER
GEWOON DOOD ZIEK VAN DE BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENTEN",
- "NIET GAAN NAAR [bedrijf 2] WANT ZE KLOOIT MAAR WAT AAN.
ZELFS IK ALS VROUW HEB HEEL VEEL HAAR UITVAL. IK TREK ZE MET BOSSEN
ERUIT", en
- "JE BEZORGT MENSEN KALE KOPPEN EN GELD TERUG GEVEN DOE JE NIET.
EEN OUDE MEVROUW MET ORANJE HAREN ROND LATEN LOPEN. HAARMODE
[slachtoffer 5] WIJF DIT IS LAAGSTE VAN HET LAAGSTE UIT SCHOT.
BAOMED IS ROTZOOI MENSEN. DUS NIET KOPEN. BIJ KRUITVAT HEB JE MEER
WAAR VOOR JE GELD. MENSEN KIK UIT DEZE KAPSTER IS ALLEEN OP JE GELD
UIT";
feit 6
in de periode van 10 september 2019 tot en met 29 september 2019 te Almere wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 6] , met het oogmerk die [slachtoffer 6] , te dwingen iets te doen en/of vrees aan te jagen, door
- veelvuldig te bellen naar die [slachtoffer 6] en
- een melding bij de Politie en/of de brandweer te doen dat er sprake is van een (keuken)brand bij die [slachtoffer 6] ;
feit 7
in de periode van 7 september 2019 tot en met 13 september 2019 te Almere, meermalen opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer van de brandweer en/of de politie, en heeft gemeld dat er sprake zou zijn van een brand, terwijl deze branden niet daadwerkelijk woedden;
feit 8
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 te Almere, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een acceptgiro, heeft vervalst door
- op deze acceptgiro de naam en de bankrekening en het adres van een ander, te weten [getuige] en/of [slachtoffer 1] , te schrijven, en
- op deze acceptgiro de handtekening van een ander, te weten [slachtoffer 1] , na te maken en te plaatsen,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken;
feit 9
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 te Almere, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse of vervalste acceptgiro, als ware het echt en onvervalst, door naar een bank (ING) voornoemde acceptgiro te sturen teneinde een geldbedrag (900 euro) te verwerven.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 2
medeplegen van belaging, meermalen gepleegd;
feit 3
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
feit 4 en feit 5
telkens: smaadschrift, meermalen gepleegd;
feit 6
belaging;
feit 7
opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maken van een alarmnummer voor publieke diensten;
feit 8
valsheid in geschrift;
feit 9
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan een gedeelte van vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij een op te leggen straf rekening te houden met het tijdsverloop in deze zaak en daarom geen gevangenisstraf op te leggen. Mocht een straf volgen, dan heeft hij verzocht een (deels) voorwaardelijke taakstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn vrouw en tevens medeverdachte schuldig gemaakt aan het belagen van meerdere personen, waarbij verdachte zich eveneens schuldig heeft gemaakt aan smaad. Verdachte werkte als glazenwasser en stelde nog recht te hebben op betalingen voor werk dat hij (soms al jaren) eerder had verricht. Om dat geld te innen, waarvan aangevers betwistten dat zij dat nog aan hem verschuldigd waren, heeft verdachte samen met zijn vrouw zeer vaak contact gezocht met zijn voormalige klanten en op een ongepaste toon aangedrongen op betaling. Dat contact beperkte zich niet alleen tot het veelvuldig opbellen van de slachtoffers, maar verdachte heeft ook beledigende berichten over een paar van hen op Facebook geplaatst. Dit gedrag van verdachte en zijn vrouw heeft een enorme impact gehad op de levens van de aangevers en hun gezinnen, zoals ook blijkt uit de aangiftes die zij hebben gedaan.
Daarnaast heeft verdachte ten onrechte hulpdiensten naar de adressen van enkele slachtoffers laten uitrukken door 112 te bellen met de mededeling dat op hun adressen brand was uitgebroken. Hiermee verstierde verdachte niet alleen het leven van de desbetreffende slachtoffers, maar heeft verdachte ook het risico laten ontstaan dat hulpdiensten niet voor andere, daadwerkelijke, noodsituaties beschikbaar zijn.
Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte en het gebruik maken daarvan. Hij heeft een handtekening van een van zijn voormalige klanten op een acceptgiro vervalst en op die manier eigenhandig een bedrag van € 900,= naar zijn eigen stichting overgemaakt. Ten aanzien van één van de aangeefsters, mevrouw [slachtoffer 2] , geldt dat verdachte al eerder was veroordeeld voor belaging. Dat heeft hem er kennelijk niet van kunnen weerhouden om haar opnieuw lastig te vallen. Verdachte heeft zich vervolgens, ondanks dat hem dit verboden was door middel van een gedragsaanwijzing, opnieuw in haar straat begeven en een opruiend bericht over haar op Facebook geplaatst. Het moet voor haar, maar evenzo voor de andere slachtoffers, bijzonder vervelend zijn geweest dat verdachte samen met zijn vrouw (wederom) op indringende wijze inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid. Ongeacht of verdachte meende nog recht te hebben op betalingen, heeft verdachte met zijn handelen de grens van het toelaatbare ver overschreden. Als verdachte meende nog geld tegoed te hebben van de aangevers, dan waren er andere manieren geweest om dit aan de orde te stellen.
Door op deze wijze te handelen heeft verdachte op indringende wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van aangevers. Slachtoffers van dergelijke misdrijven ondervinden vaak gedurende langere periode gevoelens van angst, onzekerheid en onveiligheid. Dit blijkt ook onder andere uit de schriftelijke slachtofferverklaring van één van de aangevers, mevrouw [slachtoffer 1] , waarin zij verklaart dat zij de deur niet meer uit durfde, zich steeds angstig voelt als zij door een onbekend nummer gebeld wordt, en niet meer terug durft naar haar oude woonwijk.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Redelijke termijn en de op te leggen straf
Voor de feiten die verdachte heeft gepleegd zou in beginsel slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend zijn. De rechtbank ziet echter in het tijdsverloop in deze zaak aanleiding om in het voordeel van verdachte hiervan af te wijken. In artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is het recht van iedere verdachte gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Als uitgangspunt heeft hierbij te gelden dat de behandeling van een zaak ter terechtzitting moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen.
De bewezenverklaarde feiten hebben geruime tijd geleden plaatsgevonden, te weten in 2018 en 2019. Gezien het tijdsverloop tussen de ten laste gelegde feiten en deze uitspraak is sprake van een enorme overschrijding van de redelijke termijn, hetgeen niet aan de verdachte is toe te rekenen. Dat de terechtzitting meerdere malen op verzoek van verdachte en medeverdachte is aangehouden, doet daar niet aan af. Immers was op de eerst geplande zitting van 11 november 2022 de minst gedateerde zaak al drie jaar en de rest al vier jaar oud. Naar het oordeel van de rechtbank is dat een dusdanig forse overschrijding dat oplegging van een (voorwaardelijke) gevangenisstraf niet meer passend is.
Alles afwegend acht de rechtbank een taakstraf passend en geboden. Om voldoende recht te doen aan de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten, zal de rechtbank de maximale taakstraf aan verdachte opleggen van de duur van 240 uren, met aftrek van voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.

9.BENADEELDE PARTIJEN

[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en heeft in het formulier Verzoek tot Schadevergoeding onder het kopje “immateriële schade” aangegeven wat de gevolgen van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit voor haar zijn geweest. Zij heeft geen concreet schadebedrag gevorderd, maar een vraagteken ingevuld.
[getuige]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en heeft in het formulier Verzoek tot Schadevergoeding een omschrijving van de immateriële schade ten gevolge van het aan verdachte onder 8 tenlastegelegde feit gegeven, maar geen concreet schadebedrag gevorderd.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen kunnen worden, ondanks dat er geen schadebedrag in de schadeformulieren is ingevuld. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] acht de officier van justitie de hoofdelijke toewijzing van een bedrag van € 1000,00 aan immateriële schadevergoeding billijk, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van [getuige] acht de officier van justitie toewijzing van een bedrag van € 450,00 aan immateriële schadevergoeding billijk, vermeerderd met de wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen af te wijzen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
Immateriële schade
De benadeelde partij is het slachtoffer van belaging met voor haar vervelende gevolgen, zoals hiervoor omschreven in de strafmaatoverwegingen. Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het als feit 2 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit. De rechtbank stelt vast dat er in het schadeformulier bij de hoogte van de immateriële schade geen bedrag maar een vraagteken is ingevuld. Wel heeft de benadeelde partij een duidelijke omschrijving gegeven van de gevolgen die het onder 2 ten laste gelegde feit voor haar hebben gehad. Dit is duidelijk en uitgebreid toegelicht en gemotiveerd. De rechtbank zal de hoogte van de immateriële schade naar billijkheid vast stellen. Aan de toekenning van deze schade staat niet in de weg dat de benadeelde partij geen concreet bedrag aan smartengeld heeft gevorderd. [38] In verband met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij en rekening houdend met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, acht de rechtbank toewijzing van een bedrag van € 1000,- aan smartengeld billijk.
Hoofdelijk aansprakelijk
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Veroordeling in de kosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die door verdachte of zijn mededader is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[getuige]
De rechtbank zal de vordering van [getuige] afwijzen nu niet is gebleken dat zijzelf als benadeelde partij rechtstreekse immateriële schade heeft geleden als gevolg van feit 8 die voor vergoeding in aanmerking komt. Uit de onderbouwing blijkt immers dat deze vordering (vooral) gaat over de gevolgen die haar moeder, mevrouw [slachtoffer 1] , van de stalking heeft ondervonden. Als de in het ongelijk gestelde partij zal [getuige] op de in de beslissing vermelde wijze in de kosten worden veroordeeld.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 47, 55, 57, 142, 184a, 225, 261 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
Benadeelde partijen
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.000,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 1.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2018 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 20 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd indien en voor zover hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [getuige] af;
- veroordeelt [getuige] in de proceskosten, aan de zijde van verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van Esch, voorzitter, mrs. A.W.M. van Hoof en E.G. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Tason Avila, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juni 2023.
Mrs. Van Hoof en De Jong zijn niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Parketnummer 16/276512-19
1
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 juli 2018 tot en met 6
november 2018 te Almere, althans in Nederland
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] te
bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter
beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen
van een inschuld, te weten een of meerdere geldbedragen,
meerdere (handgeschreven en/of ongefundeerde en/of valse) nota's en/of
rekeningen en/of aanmaningen aan voornoemde personen heeft doen toekomen
(terwijl geen werkzaamheden zijn verricht die aan deze nota's ten grondslag liggen)
en/of zo voornoemde personen heeft willen doen geloven dat zij die geldbedragen
verschuldigd waren, en/of
(meerdere malen) telefonisch contact heeft opgenomen met die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 5] en daarbij op betaling van deze nota's en/of rekeningen en/of
aanmaningen heeft aangedrongen, en/of daarbij
(tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 4] (in persoon)) heeft gezegd dat hij een
deurwaarder in zou schakelen en/of zichzelf daarbij (in strijd met de waarheid)
heeft voorgedaan als bevoegde deurwaarder,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 6
november 2018 te Almere, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] ,
[slachtoffer 6] , [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] ,
door
- (handgeschreven en/of ongefundeerde en/of valse) nota's en/of rekeningen en/of
aanmaningen te doen toekomen aan die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] , die [slachtoffer 6] , die [slachtoffer 3]
en/of die [slachtoffer 5] , en/of
- meerdere malen telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] ,

die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 5] , en/of

- meerdere malen voicemailberichten in te spreken van die [slachtoffer 1] en/of die

[slachtoffer 6] , en/of

- meerdere malen zich op te houden in de straat ( [straat] te [woonplaats] )

en/of in de nabijheid van de woning van die [slachtoffer 2] , en/of

- meerdere malen (beledigende) berichten te plaatsen op de Facebookpagina van
die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 5] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , die [slachtoffer 2] , die [slachtoffer 6] , die [slachtoffer 3] en/of die
[slachtoffer 5] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij op of omstreeks 18 januari 2019 te Almere,
opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de
gedragsaanwijzing d.d. 13 november 2018 gegeven door de officier van justitie te
Utrecht kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich voor een periode van

90 dagen onder andere niet mag ophouden in de de [straat] te [woonplaats] ,

door op 18 januari 2019 met de auto in de [straat] te [woonplaats] te rijden;

4
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 oktober 2018 tot en
met 27 oktober 2018 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld
of aangeslagen en/of
door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door op de Facebookpagina van [naam] , de dochter van die [slachtoffer 2] , de
volgende berichten te plaatsen:
- "KIJK UIT VOOR DEZE HOER DIE JE KAN NEUKEN SAMEN MET HAAR ZUS
[B] OP DE [adres] IN [woonplaats] VOOR
EURO 50,00 VOOR TIEN MINUTEN ZONDER OF MET CONDOOM OPSCHIETEN
EN DAN DE VOLGENDE KLANT EN ZO GAAT DIT HET IN DIT HUIS BOVEN BIJ
MEVROUW [slachtoffer 2] EN NU WEET EINDELIJK HOE DAAR DE HOER GESPEELD
WORDT IN ALMERE. WANNEER KAN IK LANGS KOMEN OM JULLIE TE NEUKEN
EN IK BEN 22 JAAR OUD EN IK HEET [naam] ",
- "IK KOM OM 2200 UUR EVEN LANGS MET ME VRIEND SAM EN KAN HET EVEN
WAT
LANGER VOOR DIE EURO 50",
- "HEEEERLIJK MAAAR SLIKKEN OF STIKKEN Dat SLETJE OF ANAAL DAN

SCHEURT ZE UIT", en/of

- "JE GAAT MET EEN HOER",
en/of door op de Facebookpagina van die [slachtoffer 2] de volgende berichten/reacties te
plaatsen:
-“STEEKJE EIGEN HOND DOOD EN NIET VAN EEN ANDER. LABIEL,
PSYCHOPAAT, PHATHOLOGISCH LEUGENAAR EN DE GLAZENWASSER
OPLICHTEN EN EERST KOFFIE GEVEN. JE VRIEND HAD EEN KUT MOETEN
HEBBEN. MESSENTREKKER EN PEPPERSPRAY MAG JE WEL VAN [verbalisant 3]
HEBBEN ONZE WIJKAGENT. DIT IS TEGEN DE WET EN VERBODEN
WAPEN BEZIT. DIT IS STRAFBAAR MENSEN EN KIJK UIT VOOR [slachtoffer 2]
. ZE HEET GEEN [naam] . VALSE NAAM HIER. VAN WIE
ZIJN DIE DOCHTERS. JIJ KAN GEEN KINDEREN KRIJGEN. ZIJN JOU WOORDEN
[slachtoffer 2] ”, en/of
-“IK BEN JE BUURMAN BRUIN GEKLEURD IN JOU STRAAT EN JIJ MOET ECHT
OPGENOMEN WORDEN IN EEN GESLOTEN AFDELING EN JE VRIEND ERBIJ. . IK
HEB ALLES GEZIEN TOT DE POLITIE KWAM AANRIJDEN. ER ZIJN OOK NOG
MENSEN OP DE WERELD EN DAT KAN IK VAN JOU NIET ZEGGEN DAME EN
HEERTJE...”
en/of door op Facebook het volgende bericht de plaatsen:
“ONZE GLAZENWASSER IN [wijk] WORDT OPGELICHT DOOR
[slachtoffer 2] [adres] [woonplaats] EN ZE DOET VALSE
AANGIFTE TEGEN HEM VAN STALKING. DE WIJKAGENT [verbalisant 3] EN
ZIJ RUIEN DE HELEBOEL OP DAT ZE ONZE GLAZENWASSER NIET MEER
MOETEN BETALEN EN ZEGGEN DAT HIJ EEN OPLICHTER IS.HIJ IS AL
ONGEVEER 15 JAAR ACTIEF IN DEZE WIJK. [slachtoffer 2] EN HAAR MAN
[C] GEBRUIKEN OOK NOG WAPENS, ZOALS PEPPERSPRAY,
SMURFENSPRAY, SLAGERSMES EN STUK IJZER WAT DOOR [verbalisant 3]
GEWOON IS TOEGESTAAN. HIJ RIJDT GEOBSEDEERD DOOR DE WIJK OM ZIJN
WERK TE BELETTEN. DIT GERICHT OP ONZE GLAZENWASSER EN ZIJN VROUW.
DE HOND KON ZIJ NOG NET WEG TREKKEN WANT ZE ZIJ LETTERLIJK, IK GA
JULLIE STEKEN. MES ZWAAIEN EN DE POLITIE DOET NIKS……”;
5
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 1
december 2018 te Almere, althans in Nederland,
opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 5] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld
of aangeslagen en/of
door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,
door op de zakelijke Facebookpagina van die [slachtoffer 5] ( [bedrijf 2] ) de
volgende berichten te plaatsen:
- " [bedrijf 2] WANNEER GA JE DE PAAR ROT CENTEN VAN MIJN
GLAZENWASSER EENS BETALEN. WANT JIJ ALS KAPPER KNIPT TOCH OOK NIET
GRATIS. DIT IS OPLICHTING, SCHANDALIG EN TE GEK VOOR WOORDEN DAT
EEN GLAZENWASSER 10 JAAR EN 100 KEER AAN JE DEUR IS GEWEEST VOOR
ZIJN GELD OF
MOET HIJ NOG EENS 10 JAAR WACHTEN VOOR ZIJN FACTUUR VAN €53,50
INCLUSIEF DE
WETTELIJKE INCASSOKOSTEN. DE KLOKKENLUIDER.",
- "EEN OUDE VROUW MET ORANJE HAREN LATEN LOPEN. JIJ MOET JE DOOD
SCHAMEN. ER ZIJN BETERE KAPPERS OP DE WERELD. WAT EEN KWAKZALVER
BEN JIJ [naam] . OOK DE GLAZENWASSER ZIJN GELD NIET BETAALD. WAT BEN
JIJ EEN OPLICHTSTER MET JE MOOIE VERHALEN",
- "DIT IS KWAK ZALVERIJ BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENT €25,00 EN
KRUIDVAT MERK HET ZELFDE VOOR €4,00. MENSEN TEL UIT JE WINST.
GEWOON GEZOND ETEN EN OP TIJD JE RUST NEMEN. BETER RIET SUIKER
DAN WITTE SUIKER WANT DAT IS GIFTIG.",
- "VEEEEEEEEEL TE DUUR ZO N POTJE EN BIJ KRUITVAT STUKKEN
GOEDKOPER EN DE KWALITEIT IS STUKKEN BETER. IK KAN HET WETEN ALS
VOEDINGSDESKUNDIGE. MENSEN TRAP HIER NIET IN.",
- "KIJK NAAR KASSA VARA BESTE MENSEN, EEN MEVROUW WORDT ER

GEWOON DOOD ZIEK VAN DE BAO-MED VOEDINGSSUPPLEMENTEN",

- "NIET GAAN NAAR [bedrijf 2] WANT ZE KLOOIT MAAR WAT AAN.
ZELFS IK ALS VROUW HEB HEEL VEEL HAAR UITVAL. IK TREK ZE MET BOSSEN
ERUIT", en/of
- "JE BEZORGT MENSEN KALE KOPPEN EN GELD TERUG GEVEN DOE JE NIET.
EEN OUDE MEVROUW MET ORANJE HAREN ROND LATEN LOPEN. [bedrijf 2]
WIJF DIT IS LAAGSTE VAN HET LAAGSTE UIT SCHOT.
BAOMED IS ROTZOOI MENSEN. DUS NIET KOPEN. BIJ KRUITVAT HEB JE MEER
WAAR VOOR JE GELD. MENSEN KIK UIT DEZE KAPSTER IS ALLEEN OP JE GELD
UIT";
Parketnummer 16/285998-19
1
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 september 2019 tot en
met 29 september 2019 te Almere, althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 6] , in elk geval van
een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 6] , in elk geval die ander te
dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
door
- veelvuldig te bellen naar die [slachtoffer 6] en/of
- een of meerdere malen een melding bij de Politie en/of de brandweer te doen dat

er sprake is van een (keuken)brand bij die [slachtoffer 6] ;

2
hij in of omstreeks de periode van 7 september 2019 tot en met 13 september 2019
te Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk,
zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig was, gebruik heeft gemaakt van een
alarmnummer voor publieke diensten, namelijk van het nummer van de brandweer
en/of de politie, en/of heeft gemeld dat er sprake zou zijn van een (keuken)brand
terwijl deze brand(en) niet daadwerkelijk woedde(n);
3
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 te Almere,
althans in Nederland
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een
acceptgiro
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door
- op deze acceptgiro de naam en/of de bankrekening en/of het adres van een ander,

te weten [getuige] en/of [slachtoffer 1] , te schrijven, en/of

- op deze acceptgiro de handtekening van een ander, te weten [slachtoffer 1] , na te
maken en/of te plaatsen,
met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken;
4
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met 28 juni 2019 te Almere,
althans in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst
geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse
of vervalste acceptgiro, als ware het echt en onvervalst, door naar een bank (ING)
voornoemde acceptgiro te sturen teneinde een geldbedrag (900 euro) te verwerven.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 december 2019, genummerd 2018301169, 2018285719, 2018300095, 2018285051, 2018325751, 201800076, 2019023720, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 310. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 15.
3.Pagina 16.
4.Pagina 261.
5.Pagina 262.
6.Pagina 21 en pagina’s 36 tot en met 39.
7.Pagina 80.
8.Pagina 81 en pagina’s 83 tot en met 85.
9.Pagina 102.
10.Pagina’s 87 tot en met 101.
11.Pagina’s 109 en 110.
12.Pagina’s 120 en 121.
13.Pagina 137.
14.Pagina 138.
15.Pagina 139.
16.Pagina 259.
17.Pagina 143.
18.Pagina 67.
19.Pagina 297.
20.Pagina’s 299, 302 tot en met 306
21.Pagina 223.
22.Pagina 210 tot en met 215.
23.Pagina 200.
24.Pagina 201.
25.Proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252, doorgenummerd pagina 3000 (pagina 90 van het digitale dossier).
26.Proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252, doorgenummerd pagina 3001 (pagina 91 van het digitale dossier).
27.Proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252, doorgenummerde pagina’s 3002 tot en met 3013 (92 tot en met 103 van het digitale dossier).
28.Proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252, doorgenummerde pagina’s 120 (pagina 29 van het digitale dossier).
29.Proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252, doorgenummerde pagina’s 121 (pagina 30 van het digitale dossier).
30.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 10 december 2019, genummerd 2019296252 opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 100 tot en met 126, 1000 tot en met 1028, 2000 tot en met 2024, 3000 tot en met 3013, 5000 tot en met 5001, 6000 tot en met 6010. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
31.Pagina 1000 (pagina 36 van het digitale dossier).
32.Pagina 1001 (pagina 37 van het digitale dossier).
33.Pagina 1019 (pagina 55 van het digitale dossier).
34.Pagina 1026 (pagina 62 van het digitale dossier).
35.Pagina 1009 (pagina 45 in het digitale dossier).
36.Pagina 1010 (pagina 46 in het digitale dossier).
37.Pagina 2011 (pagina 76 in het digitale dossier).
38.Hoge Raad, 27 november 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7539.