In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 23 juni 2023, is het beroep van eiseres, een inwoner van Curaçao, gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 23 maart 2021, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist. Eiseres stelde de Belastingdienst in gebreke op 23 maart 2022, maar het bestuursorgaan heeft pas op 3 mei 2023 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 juli 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.