In deze zaak heeft eiseres, een Belgische, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 14 september 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 12 april 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar beide partijen hebben ervoor gekozen om niet gehoord te worden op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten. De rechtbank overweegt dat er beroep kan worden ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, en dat de beslistermijn in deze zaak is overschreden. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld op 28 oktober 2022, en heeft pas op 17 maart 2023 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een termijn tot uiterlijk 1 juli 2024. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 418,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.