In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Spanje, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 19 oktober 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres had op 14 maart 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar beide partijen hebben ervoor gekozen om niet te worden gehoord op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres na het indienen van het beroep aanvankelijk het griffierecht niet tijdig heeft betaald, maar heeft besloten het beroep ontvankelijk te verklaren omdat het griffierecht inmiddels was voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden, aangezien de ingebrekestelling op 22 december 2022 was ontvangen en het beroep pas op 22 februari 2023 was ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.