In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 8 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiser heeft op 23 januari 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar beide partijen hebben aangegeven geen gebruik te willen maken van hun recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld. Eiser heeft verweerder op 29 september 2022 in gebreke gesteld, en na het verstrijken van de termijn heeft hij op 4 januari 2023 beroep ingesteld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 juli 2024.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2023.