ECLI:NL:RBMNE:2023:2826
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen beslissingen van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot kinderopvangtoeslag en ingebrekestellingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 15 juni 2023, wordt het beroep van eiseres, een Surinaamse, tegen de Belastingdienst/Toeslagen beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een brief van de Belastingdienst/Toeslagen van 4 april 2022, waarin werd aangegeven dat haar ingebrekestelling niet in behandeling werd genomen. Eiseres stelde dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 6 april 2022 en verzocht om een dwangsom. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat de ingebrekestelling te vroeg was verstuurd. De beslistermijn voor de Belastingdienst/Toeslagen eindigde op 28 juni 2022, terwijl eiseres de ingebrekestelling op 23 mei 2023 had verstuurd. Hierdoor was de beslistermijn nog niet verstreken en kon het beroep niet worden behandeld.
Daarnaast werd ook het verzoek van eiseres om een dwangsom beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling voor dit verzoek ook te laat was, aangezien de Belastingdienst/Toeslagen op 28 april 2022 al een besluit had genomen. Eiseres had ook bezwaar gemaakt tegen een ander besluit van 4 april 2022, maar de rechtbank oordeelt dat dit besluit geldig was, ondanks dat het niet op naam van eiseres was geadresseerd. De rechtbank stelt vast dat het besluit wel degelijk aan de gemachtigde van eiseres was gestuurd en dat de naam van eiseres in de aanhef stond vermeld.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. De rechtbank wijst ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen aanleiding voor bestaat. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.