11.BESLISSING
- verklaart het onder 1, 2, 3, 4, en 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 420 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 320 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als bijzondere voorwaarden gelden dat verdachte:
* (1) zich meldt binnen drie dagen na het uitspreken van het vonnis bij Inforsa Reclassering op het adres Wittevrouwenkade 6, 3512 CR Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
* (2) zich laat behandelen door Inforsa FAZ, forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Indien daartoe aanleiding is, zoals bij een terugval in middelengebruik of in geval van een verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, na rechterlijke goedkeuring, verdachte zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt 7 weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt.
* (3) op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Verdachte hoeft op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van maximaal zeventien uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat twee uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van maximaal zeventien uur per dag vrij te besteden. De vrijheden worden tijdens het traject opgebouwd in overleg met de reclassering wanneer de situatie en het risico dit toelaten (hoog risico is maximaal twaalf uur, gemiddeld risico is maximaal veertien uur en laag risico is maximaal zeventien uur). Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [adres 1] , [woonplaats] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen.
* (4) zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
* (5) meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- waarbij verdachte zich gedurende de proeftijd onder elektronisch toezicht zal stellen ter nakoming van hiervoor onder 3 genoemde bijzondere voorwaarde;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
* 2 STK Postzegelalbum (G3086633);
* 1 STK Zakhorloge (G3086653);
* 1 STK Kniptang (G3087072);
* 2 STK Schoenen (G3106457);
* 1 STK Playstation 4 (G3086618);
* 1 STK Powerbank, merk HC (G3086652);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van het volgende voorwerp:
* 1 STK Pas (ING, t.n.v. [A] ) (G3086630);
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende(n) van de volgende voorwerpen:
* 1 STK Notebook (G3086640);
* 1 STK Notebook, merk Toshiba (G3086643);
* 1 STK Notebook, merk Acer (G3086645);
* 1 STK Notebook, merk Fujitsu Siemens (G3086649);
* 1 STK Computer, merk Dell (G3086607);
Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 2)
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 581,58, waarvan een bedrag van € 81,58 aan materiële schade en een bedrag van € 500,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 581,58 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4)
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 680,12, waarvan een bedrag van € 180,12 aan materiële schade en een bedrag van € 500,- aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 680,12 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 13 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 5)
- wijst de vordering van [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 150,-, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer 5] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] aan de Staat € 150,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Dijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juni 2023.
Bijlage: de aangepaste tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij, op of omstreeks 11 september 2022, te [plaats 1] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2] ), alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, weg te nemen geld en/of goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen geld en/of goed(eren) onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel,
- naar voornoemde woning is gegaan en/of
- met een omgebogen ijzerdraad, althans met een soortgelijk voorwerp, door het gat
van de brievenbus de (voor)deur (door middel van zogenaamd hengelen) heeft
geopend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op of omstreeks 4 november 2022, te [plaats 1] , althans in Nederland, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3] ), alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, te weten (onder meer)
- een of meerdere bankpas(sen) (op naam van [slachtoffer 4] ) en/of
- een of meerdere notebooks en/of
- een telefoon (merk Apple) en/of
- een (schouder)tas en/of
- een portemonnee (merk Michael Kors) en/of
- een zorgpas (op naam van [slachtoffer 4] ) en/of
- een OV-chipkaart (op naam van [slachtoffer 4] ) en/of
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een omgebogen ijzerdraad, althans met een soortgelijk voorwerp, door het gat van de brievenbus de (voor)deur (door middel van zogenaamd hengelen) te openen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op of omstreeks 4 november 2022, te Utrecht en/of Bilthoven, althans in Nederland, een geldbedrag van in totaal ongeveer 57,30 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, immers heeft hij, verdachte, gebruik gemaakt van en/of contactloos betaald met (een) (kort daarvoor weggenomen) bankpas (op naam van [slachtoffer 4] ) die niet aan hem, verdachte, toebehoorde;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
4
hij, op of omstreeks 16 oktober 2022, te [plaats 2] , althans in Nederland, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 4] ), alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, te weten (onder meer)
- een of meerdere laptop(s) en/of
- een of meerdere harde schijven en/of
- een (computer)bril en/of
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of Rabobank, in elk geval aan een ander toebehoorde(n),terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een omgebogen ijzerdraad, althans met een soortgelijk voorwerp, door het gat van de brievenbus de (voor)deur (door middel van zogenaamd hengelen) te openen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
5
hij, op of omstreeks 21 september 2022, te [plaats 1] , althans in Nederland, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 5] ), alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, te weten (onder meer)
- airpods (merk Apple) en/of
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een omgebogen ijzerdraad, althans met een soortgelijk voorwerp, door het gat van de brievenbus de (voor)deur (door middel van zogenaamd hengelen) te openen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 2
Wetboek van Strafrecht )