ECLI:NL:RBMNE:2023:2792
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende concrete aanvraag omgevingsvergunning leidt tot ongegrond beroep
In deze zaak heeft eiseres, eigenaar van een woning die voorheen als school werd gebruikt, een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om het pand te splitsen in vier appartementen. De aanvraag werd echter geweigerd vanwege onvoldoende parkeergelegenheid en de kwaliteit van de geprojecteerde woningen. Eiseres heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt. Later diende zij een nieuwe aanvraag in voor een omgevingsvergunning met als doel het gebruik van het pand voor wonen. Eiseres stelde dat een deel van de vergunning niet was verleend en gepubliceerd, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 16 januari 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het college aanwezig waren. Eiseres zelf was niet aanwezig. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van 23 augustus 2021 onvoldoende concreet was, omdat niet duidelijk was voor welke specifieke activiteiten de omgevingsvergunning werd aangevraagd. De rechtbank benadrukte dat bij de aanvraag duidelijk moet zijn welke activiteiten worden beoogd, en dat de aanvraag niet voldeed aan deze eis.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd gedaan door rechter E.M. van der Linde en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2023. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.