Overwegingen
Het geschil en de grondslag van het bestreden besluit
1. In deze zaak moet de vraag worden beantwoord of het Uwv terecht heeft geweigerd om
de WW-uitkering van eiseres uit te betalen wegens verwijtbare werkloosheid.
2. Het Uwv stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat eiseres verwijtbaar
werkloos is geworden, doordat zij door eigen toedoen geen passende arbeid heeft behouden. De motivering die het Uwv daarvoor geeft, is dat de ex-werkgever aan eiseres een verlenging van haar arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft aangeboden, maar dat eiseres niet op dat aanbod is ingegaan en heeft besloten te stoppen met haar werk.
3. Eiseres voert aan dat zij nooit een concreet aanbod heeft gekregen voor verlenging van
haar arbeidscontract na februari 2022. Haar oorspronkelijke arbeidscontract liep af op 16 oktober 2021. Dit contract is verlengd tot februari 2022 in verband met haar zwangerschapsverlof. Vóór afloop van het oorspronkelijke arbeidscontract op 16 oktober 2021 heeft zij met haar leidinggevende enkele verkennende gesprekken gehad over verlenging ná februari 2022, maar een concreet aanbod voor verdere verlenging heeft zij niet gekregen. Ook vindt eiseres dat de ex-werkgever in de periode dat zij met zwangerschapsverlof was geen contact met haar had mogen zoeken over de verlenging van haar dienstverband, omdat zij zich door haar mentale en fysieke staat in een kwetsbare positie bevond.
4. In de WW staat dat de werknemer de verplichting heeft te voorkomen dat hij werkloos is
of blijft, bijvoorbeeld doordat hij door eigen toedoen geen passende arbeid behoudt. In dit geval wordt de WW-uitkering blijvend geheel geweigerd, tenzij het de werknemer niet in overwegende mate kan worden verweten dat hij werkloos is (gebleven). Voor de beoordeling of een werknemer door eigen toedoen geen passende arbeid heeft behouden gelden dezelfde criteria als die gelden om verwijtbare werkloosheid vast te stellen.
5. Onder passende arbeid wordt verstaan, in de periode voordat zes maanden waarin een
recht op uitkering bestaat op grond van deze wet zijn verstreken, arbeid die aansluit bij de arbeid waaruit de werknemer werkloos is geworden. Na deze periode van zes maanden is alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, passend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke, of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.
6. Uit vaste rechtspraak volgt dat de in artikel 24, eerste lid, onder b, sub 3°, van de WW
neergelegde verplichting ziet op het behouden van de eigen arbeid, indien de mogelijkheid bestaat deze in (nagenoeg) dezelfde omvang voort te zetten.
Beoordeling door de rechtbank
7. Het Uwv heeft het bestreden besluit gebaseerd op een aantal e-mails van 22 september
2021, 24 september 2021 en 26 oktober 2021. Dit betreft e-mailverkeer tussen verschillende medewerkers van de ex-werkgever. Eén van de twee e-mails van 24 september 2021 is gericht aan eiseres en afkomstig van haar leidinggevende. De rechtbank is van oordeel dat uit de genoemde e-mails kan worden afgeleid dat met eiseres is gesproken over een verlenging van het dienstverband, maar dat onvoldoende blijkt wat het concrete aanbod van de ex-werkgever aan eiseres over de verlenging van het dienstverband exact inhield. Deze e-mails bieden daarom onvoldoende grondslag voor de conclusie dat eiseres verwijtbaar werkloos is, omdat zij door eigen toedoen geen passende arbeid heeft behouden.
8. In beroep heeft de ex-werkgever screenshots van Whatsapp-verkeer tussen eiseres en
haar ex-leidinggevende overgelegd van 28 augustus 2021 en 21 oktober 2021. Met het WhatsApp-bericht van 28 augustus 2021 is de inhoud van het aanbod tot verlenging van het dienstverband voldoende concreet geworden, namelijk een verlenging tot augustus 2022 voor 90% (van de oorspronkelijke aanstelling en het oorspronkelijke salaris). In het WhatsApp-bericht van 21 oktober 2021 laat eiseres aan de leidinggevende weten de mentale ruimte te hebben gehad een knoop door te hakken. Eiseres stelt voor daarover de volgende dag telefonisch contact te hebben. Dit WhatsApp-bericht sluit aan bij de eerdergenoemde e-mail van 26 oktober 2021, waarin de leidinggevende van eiseres aan een andere medewerker meedeelt dat ze de vrijdag daarvoor met eiseres heeft gesproken en dat eiseres definitief heeft besloten per 1 maart 2022 te stoppen.
9. Indien eiseres er vanuit ging dat er géén aanbod tot verlenging van haar dienstverband
lag of indien zij het aanbod niet of onvoldoende concreet vond, had het in de lijn der verwachting gelegen dat zij zelf vóór het einde van het lopende contract (op 1 maart 2022) contact zou hebben opgenomen met haar leidinggevende om een eventuele verlenging van het dienstverband aan te kaarten. Eiseres heeft hierin echter geen initiatief genomen. Niet tijdens haar bevallingsverlof, maar ook niet daarna. Het lijkt er dan ook op dat eiseres heeft berust in het feit dat haar dienstverband op 1 maart 2022 zou eindigen. Voor zover eiseres zich op een later moment realiseerde dat ze in de periode van haar bevallingsverlof niet de juiste beslissing had genomen over de beëindiging van haar dienstverband als gevolg van haar emotionele toestand tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof, had het voor de hand gelegen dat ze daar op een later moment, na afloop van haar verlof, bij haar leidinggevende op was teruggekomen en het gesprek was aangegaan om alsnog een verlenging van haar dienstverband te verkrijgen. Dat heeft eiseres niet gedaan.
10. De rechtbank overweegt tot slot dat het aanbod tot verlenging van het dienstverband,
gelet op de vaste rechtspraak, als passend moet worden aangemerkt, omdat het ziet op een verlenging voor 90% van de omvang van het oorspronkelijke dienstverband en daarmee op een voortzetting van de eigen arbeid in nagenoeg dezelfde omvang.
11. Het Uwv mocht ervan uitgaan dat eiseres verwijtbaar werkloos is. Daarom heeft het
Uwv terecht besloten dat de WW-uitkering van eiseres niet tot uitbetaling komt.
12. Omdat het Uwv het bestreden besluit pas in de beroepsfase toereikend heeft
gemotiveerd, zal de rechtbank het bestreden besluit vernietigen, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand laten. Omdat het bestreden besluit wordt vernietigd zal het beroep gegrond worden verklaard.
13. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet het Uwv aan eiseres het door
haar betaalde griffierecht vergoeden. Niet is gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.