In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor individuele begeleiding had ingediend, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde, dat deze aanvraag had afgewezen. Eiser, die kampt met psychiatrische problematiek en een oogaandoening, had verzocht om een pgb voor 12,5 uur individuele begeleiding per week. De gemeente weigerde dit, stellende dat de echtgenote van eiser deze begeleiding kan bieden als 'gebruikelijke hulp'.
Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de definitie van 'gebruikelijke hulp' zoals gehanteerd door de gemeente in strijd is met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente bij de afwijzing van de aanvraag een zorgvuldige afweging heeft gemaakt, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van eiser en de aard van de relatie tussen eiser en zijn echtgenote. De rechtbank concludeert dat de ondersteuning die door de echtgenote wordt geboden, kan worden aangemerkt als gebruikelijke hulp, en dat er geen aanleiding is voor het toekennen van een pgb.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat een pgb niet bedoeld is als inkomensvoorziening, maar om noodzakelijke hulp in te kopen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.