ECLI:NL:RBMNE:2023:2447
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verkeersbesluit tot aanwijzing van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen en de vraag naar belanghebbendheid van eisers
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eisers, bewoners van een nabijgelegen straat, waren het niet eens met een verkeersbesluit van het college dat twee parkeerplaatsen aanwees voor het parkeren en opladen van elektrische voertuigen. De eisers stelden dat zij als belanghebbenden moesten worden aangemerkt, omdat zij op een afstand van 150-160 meter van de parkeerplaatsen wonen en zij vreesden voor een toename van parkeerdruk en verkeersgevaarlijke situaties in hun straat.
De rechtbank oordeelde dat het college terecht had vastgesteld dat de eisers geen belanghebbenden waren. De rechtbank benadrukte dat het enkele feit dat eisers in de nabijheid van de parkeerplaatsen wonen, niet voldoende was om aan te nemen dat zij een rechtstreeks belang hadden bij het verkeersbesluit. De rechtbank wees erop dat eisers geen zicht hadden op de parkeerplaatsen en dat zij in een andere straat woonden. Bovendien had het college geen verplichting om een parkeerdrukmeting uit te voeren, aangezien de parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen bestaande parkeerplaatsen vervingen en er geen bewijs was dat de verkeersbewegingen in de straat van eisers zouden toenemen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eisers ongegrond was en dat zij geen recht hadden op terugbetaling van het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid van hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.