In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 22 mei 2023, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 3 februari 2021, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiser heeft op 26 september 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna hij op 25 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 juli 2024. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom wordt vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.