In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 16 mei 2023, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 6 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 12 november 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, waarop zij heeft gereageerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling door eiseres prematuur was, maar heeft desondanks het beroep ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van de Belastingdienst op 6 april 2022 verstreken was en dat eiseres op 1 april 2022 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een nieuwe beslistermijn tot 1 juli 2024. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed.