In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 16 mei 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 22 juni 2021, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 5 december 2022 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is. De rechtbank stelt vast dat de ingebrekestelling door eiseres prematuur was, omdat deze voor het einde van de beslistermijn was ingediend. Echter, gezien de omstandigheden, waaronder de overschrijding van de beslistermijn met 10 maanden, oordeelt de rechtbank dat het beroep ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht van € 50,- vergoed. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van 14 april 2023 over de termijn voor het nemen van besluiten in vergelijkbare zaken.