Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 22 augustus 2021, genummerd PL0900-2021268850-2, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beide werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 57 tot en met 59;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 8 november 2021, genummerd PL0900-2021268850-10, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende de klacht van [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 223;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 24 augustus 2021, genummerd PL1100-2021176252-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie eenheid Noord-Holland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 239 tot en met 241;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 9 november 2021, genummerd PL1100-2021176252-5, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij de politie eenheid Noord-Holland, houdende de klacht van [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 243.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 27 juli 2021, genummerd PL0600-2021345423-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie eenheid Oost-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 4] , doorgenummerde pagina 182 tot en met 184;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 27 juli 2021, genummerd PL0600-2021345423-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , werkzaam bij de politie eenheid Oost-Nederland, houdende de klacht van [slachtoffer 4] , doorgenummerde pagina 191;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 31 augustus 2021, genummerd PL1500-2021253873-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , werkzaam bij de politie eenheid Den Haag, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 5] , doorgenummerde pagina’s 214 en 215;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 4 november 2021, genummerd PL1500-2021253873-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] , werkzaam bij de politie eenheid Den Haag, houdende de klacht van [slachtoffer 5] , doorgenummerde pagina 335;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 23 september 2021, genummerd PL1700-2021289920-5, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] , beide werkzaam bij de politie eenheid Rotterdam, houdende een verklaring van aangeefster [aangeefster 1] namens haar dochter [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina 192 tot en met 195;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 6 november 2021, genummerd PL1700-2021289920-7, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 12] , werkzaam bij de politie eenheid Rotterdam, houdende de klacht van aangeefster [aangeefster 1] , doorgenummerde pagina 344;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 6 november 2021, genummerd 2111061100.G, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 13] , beide werkzaam bij de politie eenheid Rotterdam, houdende een verklaring van [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina 346 tot en met 354;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 25 augustus 2021, genummerd PL1100-2021177280-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 14] , werkzaam bij de politie eenheid Noord-Holland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 6] , doorgenummerde pagina 198 tot en met 200;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 9 november 2021, genummerd PL1100-2021177280-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 15] , werkzaam bij de politie eenheid Noord-Holland, houdende de klacht van [slachtoffer 6] , doorgenummerde pagina 427;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 7 oktober 2021, genummerd PL0900-2021319499-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 16] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 7] , doorgenummerde pagina 247 tot en met 250;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 10 oktober 2021, genummerd PL0900-2021319499-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 17] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende de klacht van [slachtoffer 7] , doorgenummerde pagina 252;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 2 oktober 2021, genummerd PL0900-2021313961-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 18] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 8] , doorgenummerde pagina’s 287 en 288.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van 23 augustus 2021, genummerd MD2R021102-6, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 20] , beide werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 61 tot en met 64;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 27 juli 2021, genummerd PL0600-2021345423-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie eenheid Oost-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 4] , doorgenummerde pagina’s 183 en 184;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 24 augustus 2021, genummerd PL1100-2021176252-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie eenheid Noord-Holland, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina’s 240 en 241;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 7 november 2021, genummerd PL0900-2021353213-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 21] , werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van aangeefster [aangeefster 2] namens haar dochter [slachtoffer 9] , doorgenummerde pagina 231;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van 9 november 2021, genummerd MD2R021102-114, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 21] en [verbalisant 22] , beide werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van [slachtoffer 9] , doorgenummerde pagina’s 227 tot en met 229;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 31 augustus 2021, genummerd PL1500-2021253873-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , werkzaam bij de politie eenheid Den Haag, houdende een verklaring van aangeefster [slachtoffer 5] , doorgenummerde pagina 215;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 november 2021, genummerd MD2R021102-107, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 23] werkzaam bij de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 173 tot en met 180.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 mei 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal aangifte van 14 december 2020, genummerd PL2000-2020242994-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 24] , werkzaam bij de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, houdende een verklaring van aangever [slachtoffer 10] , doorgenummerde pagina’s 309 en 310.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
black boxis gebleven. Het geweten van verdachte is zowel cognitief als affectief gestoord, waardoor het advies is om het bewezenverklaarde vanwege de doorwerking van de stoornis in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Een intensieve gestructureerde (dag)behandeling met veel aandacht voor de preventie van recidive wordt als noodzakelijk gezien. Tevens wordt geadviseerd middels een forensische poliklinische dagbehandeling vanuit [Instelling] (of een soortgelijke zorginstelling) te werken aan de gestelde doelen voor verdachte, waarbij na verloop van tijd kan worden overgestapt op ambulante poliklinische behandeling. Naast het intensieve toezicht op de eerdergenoemde forensische (dag)behandeling wordt geadviseerd om tevens toezicht te houden op de gegevensdragers van betrokkene en zijn online contacten en activiteiten.
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden;
3 (drie) maanden nietzal worden ten uitvoer gelegd,
tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2006;
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2003;
[slachtoffer 8] , geboren op [geboortedatum 4] 2003;
[slachtoffer 6] , geboren op [geboortedatum 5] 2002;
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 6] 2002;
[slachtoffer 7] , geboren op [geboortedatum 7] 2001;
[slachtoffer 5] , geboren op [geboortedatum 8] 2001;
[slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 9] 2001;
[slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum 10] 2007.
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde toekomstige schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde materiële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 9,72;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart de benadeelde partij voor wat betreft de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 116,-;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 2.500,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 1.800,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij aan de Staat € 1.800,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 28 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.