ECLI:NL:RBROT:2022:237

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 januari 2022
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
10/021068-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sextortion en kinderporno: Veroordeling van verdachte voor afdreiging en identiteitsfraude

Op 18 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan sextortion, afdreiging en identiteitsfraude. De verdachte heeft gedurende enkele jaren jongens gedwongen tot het maken van seksueel beeldmateriaal door hen te bedreigen en te intimideren. De rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was, ondanks dat sommige slachtoffers buiten de klachttermijn een klacht hadden ingediend, omdat zij door de verdachte waren geïntimideerd. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, waarbij de rechtbank geen gronden zag voor het opleggen van TBS, zoals door de officier van justitie was gevorderd. Daarnaast werden vorderingen van twaalf benadeelde partijen toegewezen tot een totaalbedrag van € 46.800,-. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, die langdurig in angst hebben geleefd door de bedreigingen van de verdachte. De rechtbank weegt de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee, maar concludeert dat de ernst van de feiten een langdurige gevangenisstraf rechtvaardigt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/021068-21
Datum uitspraak: 18 januari 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsvrouw mr. J. Brassé, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 december 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 27 juli 2021 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. R.P.L. van Loon heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3, 4 (met partiële vrijspraak van de strafverzwarende omstandigheid) 5 en 6 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
  • in het geval er een kortere gevangenisstraf wordt opgelegd:
het opleggen van de maatregel van artikel 38v Wetboek van Strafrecht, te weten een contactverbod met alle slachtoffers voor de duur van 5 jaren, per overtreding 2 weken hechtenis met een maximum van 6 maanden en dadelijke uitvoerbaarverklaring van de maatregel.

4..Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie

4.1.
Standpunten verdediging en de officier van justitie
De verdediging heeft bepleit het openbaar ministerie (hierna: OM) niet ontvankelijk te verklaren ten aanzien van feit 1 primair van de tenlastelegging. Er wordt niet voldaan aan het vereiste dat de daar genoemde aangevers binnen drie maanden na het bekend worden van het mogelijk gepleegde delict een klacht hebben ingediend. Bepalend voor het begin van deze termijn is het moment waarop de handelingen feitelijk plaatsvonden, niet het moment waarop de aangevers door de politie zijn benaderd.
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het OM ontvankelijk is, zodat de behandeling ter zitting kan plaatsvinden. De klachttermijn is gaan lopen toen de politie de aangevers heeft laten weten dat zij slachtoffer zijn geworden van een strafbaar feit.
4.2.
Beoordeling
Artikel 318 wetboek van strafrecht luidt, voor zover van belang:
1. Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking stellen van gegevens, wordt als schuldig aan afdreiging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.
Uit artikel 66 van het wetboek van strafrecht volgt dat de klacht moet worden ingediend binnen drie maanden nadat degene die een klacht kan indienen op de hoogte is gekomen van het gepleegde feit.
Naar huidig recht kan worden gesteld dat de essentie bij klachtdelicten is dat vaststaat - of vastgesteld wordt - dat het slachtoffer/de aangever wil dat de dader vervolgd wordt. Doorslaggevend is of op grond van het strafdossier en/of het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam komt vast te staan dat het ook de uitdrukkelijke wens is van het slachtoffer dat het openbaar ministerie vervolging instelt tegen de dader.
In deze zaak blijkt uit de aangiften en de klachten dat de aangevers wilden dat er vervolgd zou worden. In geen van de aangiftes is binnen 3 maanden na het eerste gepleegde feit een klacht ingediend. Dat leidt in dit geval niet tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. In alle gevallen zijn de slachtoffers gedurende een langere periode bedreigd en/of geïntimideerd. Het gevolg hiervan was dat zij geen aangifte hebben gedaan van deze feiten, waardoor deze feiten konden voortduren. Ook toen de dader geen contact meer met hen opnam, hebben zij geen aangifte durven doen uit angst voor eventuele gevolgen, zoals bijvoorbeeld verspreiding van naaktfoto’s. Het kan niet zo zijn dat door het blijvend bedreigend en intimiderend handelen van de verdachte de klachttermijn deels of geheel is verlopen.
Omdat het klachtvereiste is opgenomen ter bescherming van benadeelden en niet ter bescherming van daders van dit soort delicten, geldt des temeer dat de verdachte hierop geen beroep kan doen. Het verweer dient dan ook te worden verworpen.

5..Waardering van het bewijs

Inleiding

Aanleiding onderzoek
Op 13 januari 2021 doet [naam slachtoffer 1] aangifte van aanranding en afdreiging door een onbekende met de naam ‘ [schuilnaam 1] ’ gedurende een periode vanaf 2017 tot en met 11 januari 2021. In 2017 heeft [naam slachtoffer 1] via een datingsite MeetMe contact gekregen met ‘ [schuilnaam 2] ’. Nadat hij via Whatsapp naaktfoto’s heeft uitgewisseld wordt het contact overgenomen door haar broer ‘ [schuilnaam 1] ’, die meer en andere naaktfoto’s verlangt omdat hij anders de eerdere foto’s openbaar zal maken. Het contact vindt onder meer plaats met telefoonnummer [gsm-nummer] . De politie komt op basis van onderzoek naar het telefoonnummer en een daaraan gekoppeld Imeinummer uit bij de woning van de verdachte. Hij wordt op 22 januari 2021 thuis aangehouden. Bij de doorzoeking van zijn woning vindt de politie onder meer 5 telefoons. In twee van deze telefoons wordt een grote hoeveelheid naaktfoto’s, naaktvideo’s en chatconversaties aangetroffen die overeenkomsten vertonen met de chatgesprekken en de foto’s en video’s waar [naam slachtoffer 1] over verklaard heeft.
Naar de aangetroffen chats, foto’s en video’s wordt nader onderzoek gedaan. Dit leidt uiteindelijk tot de namen van ruim 50 mannen. Door 16 van hen wordt uiteindelijk aangifte gedaan.
5.1.
Standpunten officier van justitie en verdediging
5.1.1.
Standpunt officier van justitie
Alle tenlastegelegde feiten kunnen wettig en overtuigend bewezen worden. De verdachte heeft in een drietal zaken een verklaring afgelegd waarin hij de feiten in die zaken op hoofdlijnen heeft toegegeven. De wijze waarop de feiten zijn gepleegd is in bijna alle tenlastegelegde aangiftes nagenoeg identiek aan de modus operandus in de zaken waarover verdachte een verklaring heeft afgelegd. Door middel van schakelbewijs kunnen ook zaken waarover hij niet heeft verklaard aan hem worden toegerekend.
Met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3 kan worden bewezen dat de verdachte met de afdreiging/afpersing het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling heeft gehad. De verdachte heeft de slachtoffers bewust onder druk gezet, zodat hij van hen de foto’s en video’s kon verkrijgen. Daarmee heeft hij de beschikking gekregen over seksueel getinte ‘content’, waarvoor op veel websites betaald moet worden.
Ten aanzien van feit 4 dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid (toebrengen van zwaar lichamelijk letsel) nu daarvoor het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt.
5.1.2.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen. Dat de telefoons bij de verdachte in de woning zijn aangetroffen, betekent niet dat deze (uitsluitend) bij hem in gebruik waren en dat hij verantwoordelijk is voor de belastende inhoud van deze telefoons. Verdachte heeft de telefoons af en toe in zijn bezit gehad maar heeft daarmee geen strafbare handelingen uitgevoerd. Deze zijn uitgevoerd door anderen die bij hem in huis kwamen of door personen die ook af en toe de beschikking over de telefoons hadden.
In een drietal zaken heeft de verdachte een verklaring bij de politie afgelegd, maar deze verklaringen zijn niet bruikbaar voor het bewijs omdat ze onvoldoende concreet zijn om daar conclusies aan te verbinden. De verdachte is meegegaan in de verdenkingen die hem werden voorgehouden om ‘ervan af te zijn’.
Voorts is de wijze waarop de feiten zijn gepleegd onvoldoende onderscheidend. De methode die gebruikt is, waarbij een onschuldig contact uitmondt in het onder dreiging maken en afstaan van afbeeldingen met vergaande seksuele handelingen, is niet uniek. Er zijn handboeken in omloop waarin deze methode wordt beschreven. Omdat deze methode ook door anderen wordt gebruikt, kan niet door middel van schakelbewijs tot een bewezenverklaring worden gekomen.
Met betrekking tot feit 4 is subsidiair aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid.
Verdachte wist niet dat er kinderporno op de iPhone 6s stond. Mogelijk is dit daarop terecht gekomen doordat het in een groepsapp is gedeeld. Ook van dit feit dient verdachte te worden vrijgesproken.
5.2.
Bewijsoverwegingen
5.2.1
De telefoons
In de slaapkamer en in de keuken van de woning van de verdachte zijn in totaal 6 telefoons aangetroffen. Op een iPhone 6S, een iPhone X en een Samsung Galaxy Y is belastend materieel aangetroffen dat relevant is voor één of meer van de 16 zaaksdossiers. Daarnaast zijn onschuldige chats en afbeeldingen van één of meer slachtoffers in de telefoons aangetroffen. In vier gevallen zijn chats en/of afbeeldingen van aangevers aangetroffen in zowel de iPhone X als op de iPhone 6S, in één geval zijn chats en/of afbeeldingen aangetroffen in de iPhone 6s en de Galaxy Y.
5.2.1.1.
Wie is (zijn) de gebruiker(s) van deze telefoons?
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de telefoons ook door anderen werden gebruikt. Niet is door de verdediging nader onderbouwd door wie en op welk moment de telefoons zouden zijn gebruikt. Verdachte heeft bijvoorbeeld geen namen genoemd van deze andere personen. In het dossier zijn geen aanwijzingen te vinden die erop duiden dat de telefoons door meerdere personen werden gebruikt.
De drie telefoons die zijn aangetroffen op het bed van de verdachte een iPhone 11, een iPhone X en een iPhone 6S stonden alle drie aan. De verdachte heeft verklaard dat hij de iPhone 11 dagelijks gebruikte.
De toestelcode van de iPhone 6S is [code-nummer 1] . Ook de Samsung Galaxy Y had de toestelcode [code-nummer 1] . De toestelnaam van de iPhone X is ‘iPhone van [voornaam verdachte] ’. De toestelcode van de telefoon is [code-nummer 2] . De toestelnaam van de iPhone 11 is ‘iPhone van [voornaam verdachte] ’, de toestelcode is [code-nummer 3] . Dat de iPhones op het bed zijn aangetroffen en aanstonden is een duidelijke aanwijzing dat deze alle drie door de verdachte werden gebruikt. In één van de eerste verklaringen verklaart de verdachte dit ook zelf. De toestelcodes wijzen er bovendien op dat alle telefoons van 1 gebruiker zijn.
Hieruit volgt dat verdachte de chatgesprekken die in deze telefoons zijn aangetroffen heeft gevoerd en dat door zijn toedoen de aangetroffen afbeeldingen in de telefoons zijn opgeslagen. Het verweer van de raadsvrouw daaromtrent wordt dan ook verworpen.
5.2.2.
Verklaringen van de verdachte bij de politie
De raadsvrouw concludeert dat de verklaringen van de verdachte onvoldoende specifiek zijn, dan wel onvoldoende concreet zijn om daar enige belastende conclusie aan te kunnen verbinden. Er zijn volgens haar juist veel aanwijzingen dat de verdachte bij de politie te gemakkelijk zaken heeft erkend, terwijl hij daar niets mee te maken had.
Verdachte heeft in zijn eerste verhoren bij de politie alle betrokkenheid bij de feiten die hem worden verweten ontkend. In zijn tweede verhoor op 23 januari 2021 is hij geconfronteerd met een filmpje van aangever [naam slachtoffer 1] . Verdachte geeft daarop aan dat hij ‘het weer weet’ en wil vervolgens terug naar zijn cel. Vervolgens beroept hij zich op zijn zwijgrecht. Op 25 maart 2021 legt hij in het bijzijn van zijn advocaat een bekennende verklaring af over de contacten die hij met [naam slachtoffer 1] heeft gehad. Hij bevestigt daarin de onderzoeksbevindingen die hem worden voorgehouden en verklaart over het gebruik van de namen [schuilnaam 1] en [schuilnaam 2] en de manier waarop contact wordt gelegd met een slachtoffer en de wijze waarop het slachtoffer wordt ingekapseld. Op 25 maart 2021 heeft verdachte ook verklaard over een penisslot dat hij aangever [naam slachtoffer 2] heeft gegeven. Zijn verklaring hierover komt overeen met de verklaring van aangever. Verdachte bevestigt in deze verklaring dat aangever ook in [plaats 1] woont, op verdachtes aangeven luiers moest kopen en deze gebruiken en dat hij daarvan foto’s moest maken.
Uit de verklaringen die de verdachte heeft afgelegd over de aangiftes in de dossiers Distel, Boterbloem en Madelief die hem zijn voorgehouden blijkt niet dat hij deze verklaringen aflegt “om ervan af te zijn”. Deze verklaringen zijn - zoals aangegeven - afgelegd nadat verdachte al enige tijd vast zat en in aanwezigheid van zijn advocaat. Verdachte verklaart op essentiële punten specifiek zodat geen sprake is van gegeneraliseerde verklaringen waaraan geen waarde moet worden gehecht.
De rechtbank stelt vast dat de antwoorden, die de verdachte op 22 en 23 januari en op 25 maart 2021 op vragen van de politie heeft gegeven, aansluiten bij de aangiftes en voldoende concreet en specifiek zijn, zodat zijn verklaringen als bewijs kunnen dienen.
5.2.3.
Schakelbewijs
Met de term schakelbewijs wordt een bewijsvoering bedoeld waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht dat uit bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was, waarbij de wijze waarop die verschillende feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een zelfde manier van handelen is niet alleen de waardering van het geheel van gedragingen van belang. Ook de context waarbinnen de feiten hebben plaatsgevonden en de omstandigheden waarmee zij zijn omgeven kunnen bijdragen aan het oordeel dat op essentiële punten overeenkomsten bestaan.
Op grond van de verklaringen die verdachte bij de politie heeft afgelegd, de aangiftes en de overige onderzoeksbevindingen is bewezen dat verdachte de feiten die hem in de zaaksdossiers Distel, Madelief en Boterbloem worden verweten heeft gepleegd.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de wijze waarop aangevers in de overige in de tenlastelegging opgenomen zaaksdossiers zijn benaderd, waarbij de verdachte bepaalde namen heeft gebruikt, vernederende naaktfoto’s en -video’s heeft afgedwongen, aangevers bedreigd heeft met het online zetten van eerder toegestuurde naaktfoto’s, met hen heeft gesproken over castreren en het afbinden van de teelballen, op essentiële punten in alle aangiftes met elkaar overeenkomt. Er is sprake van een zelfde manier van handelen. Deze omstandigheid kan mede tot bewijs in ieder van de zaaksdossiers, zoals tenlastegelegd, worden gebruikt.
5.3.
Beoordeling feiten 1, 2 en 3
Voor bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten is vereist dat kan worden bewezen dat verdachte het oogmerk had om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen. Onder bevoordeling valt elke verbetering van positie, mits het voordeel economische waarde heeft. Hoewel de afbeeldingen die verdachte verkreeg een zekere economische waarde vertegenwoordigen, omdat op websites dergelijke afbeeldingen tegen betaling verkregen kunnen worden, kan op basis van het dossier niet worden geconcludeerd dat enig op geld waardeerbaar belang de drijfveer van de verdachte is geweest. Het feit dat hij veel tijd en energie stak in het verkrijgen van de afbeeldingen maakt dit niet anders.
Uit het dossier volgt niet dat de verdachte aangevers [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 4] , de aangevers genoemd in feit 2, onder druk heeft gezet om geld aan hem te betalen om te voorkomen dat naaktfoto’s online gezet zouden worden.
Nu de rechtbank niet kan vaststellen dat de verdachte heeft gehandeld met een economisch belang zal hij worden vrijgesproken van de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
De rechtbank acht wel bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 subsidiair tenlastegelegde. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen heeft gedwongen tot het sturen van foto’s en/of filmpjes door tegen hen te zeggen dat hij de eerder door hen gestuurde naaktfoto’s en/of filmpjes online zou zetten of hen anderszins zou exposen als zij niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten, waarna de aangevers deze opdrachten hebben uitgevoerd.
5.4.
Beoordeling feiten 4, 5 en 6
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de onder 4 ten laste gelegde strafverzwarende omstandigheid (zwaar lichamelijk letsel en/of permanente beschadigingen van het geslachtsdeel) niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering partieel zal worden vrijgesproken.
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank hetgeen overigens onder 4 ten laste is gelegd, alsmede het onder feit 5 en 6 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
5.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. subsidiair
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari 2021 in
Nederland, en/of België, anderen, te weten
- [naam slachtoffer 1] ,
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] ,
- [naam slachtoffer 3] ,
- [naam slachtoffer 6]
- [naam slachtoffer 7] ,
- [naam slachtoffer 8] ,
- [naam slachtoffer 9] ,
- [naam slachtoffer 10] ,
- [naam slachtoffer 11] ,
- [naam slachtoffer 12] en
- [naam slachtoffer 13] ,
of enige andere feitelijkheid gericht tegen die personen
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen,
te weten het sturen van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de
geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun
excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen
( [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 5] , [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 11] ),
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde
manier tonen en/of houden, een penisklem/kuisheidsgordel dragen
en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer afbinden
( [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 5] , [naam slachtoffer 3] , [naam slachtoffer 6]
, [naam slachtoffer 7] , [naam slachtoffer 10] , [naam slachtoffer 12] en [naam slachtoffer 13] ),
- waarop die persoon een luier draagt ( [naam slachtoffer 4] ),
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of
penisklem/kuisheidsgordel dragen ( [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 2] ) en
- waarop die persoon als een hond op handen en voeten
rondkruipt en doet alsof hij als een hond urineert ( [naam slachtoffer 2] )
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte, eerder
gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen
online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die
personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou
maken dat die personen pedofiel zijn
als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of
geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
4.
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari
2021 in Nederland, en/of België,
door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
- [naam slachtoffer 1] ,
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] ,
- [naam slachtoffer 3] ,
- [naam slachtoffer 6]
- [naam slachtoffer 7] ,
- [naam slachtoffer 10] ,
- [naam slachtoffer 12] en
- [naam slachtoffer 13] ,
heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige handelingen,
door
- die personen zichzelf geheel en/of deels uit te laten kleden
en/of
- die personen de eigen penis vast te laten pakken, die penis te laten
verplaatsen, op een wasbak en/of op zijn buik te laten leggen en/of de
voorhuid van die penis terug te trekken
en/of
- die personen de eigen penis tussen de benen te laten duwen en
vervolgens die benen tegen elkaar te laten klemmen
en/of
- die personen de eigen ballen vast te laten pakken, de eigen balzak uit te
laten rekken en/of in de eigen ballen te laten knijpen
en/of
- die personen te laten masturberen (, , [naam slachtoffer 7]
, [naam slachtoffer 12] en [naam slachtoffer 2] )
en/of
- die personen een veter rondom de penis en/of ballen te laten knopen
en/of aanbrengen ( [naam slachtoffer 1] . [naam slachtoffer 4] . [naam slachtoffer 6] , [naam slachtoffer 5] .
[naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 3] ) en/of
- die personen een penisklem/kuisheidsgordel op de eigen penis en/of
ballen te laten aanbrengen ( [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 2] )
en die personen zichzelf te laten filmen en/of fotograferen terwijl en/of
nadat zij bovenstaande handelingen verrichten en/of hebben verricht
door te zeggen dat hij eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of
filmpjes van die voornoemde personen online zou zetten en/of zou
verspreiden, dat hij (online) zou zeggen dat die personen pedofiel zijn
en/of dat hij die personen zou ontvoeren, mishandelen, vermoorden
en/of zou castreren;
5.
hij in de periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni 2017 in Nederland
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische
persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en/of foto’s van [naam slachtoffer 14]
en [naam slachtoffer 15] heeft gebruikt door
- via whatsapp contact te zoeken en een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 14] , waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s
van die [naam slachtoffer 15] en
- via whatsapp contact te zoeken en een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 15] ,waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of
foto’s van die [naam slachtoffer 14] , met het oogmerk om de identiteit van de
ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
6.
hij op 22 januari 2021 te [plaats 2]
een gegevensdrager, te
weten een mobiele telefoon (iPhone 6
S), bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnaam: [naam bestand 1]
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een hand betasten en/of aanraken van het eigen
geslachtsdeel en/of de eigen billen
bestandsnaam: [naam bestand 2]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet
bij zijn leeftijd past
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose
en/of de uitsnede van de film nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [naam bestand 2] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

6..Strafbaarheid feiten

De onder 1 subsidiair en 4 bewezen feiten leveren op:
eendaadse samenloop van
1. subsidiair: een ander door bedreiging met een feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk dwingen iets te doen, meermalen gepleegd
en

4..feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd

en de onder 5 en 6 bewezen feiten leveren op:

5. opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan, meermalen gepleegd;

6. een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8..Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte begaf zich gedurende enkele jaren stelselmatig op verschillende datingsites waar hij zich voordeed als meisje om op die manier in contact te komen met jongens. Na het (vrijwillig) uitwisselen van naaktfoto’s werd er gedreigd de foto’s openbaar te maken als de jongens niet nog meer verdergaande seksueel getinte foto’s en/of video’s zouden maken en naar de verdachte zouden sturen. De verdachte heeft de aangevers zeer vergaande, perverse, vernederende en mensonterende handelingen laten verrichten.
Op het moment dat de verdachte werd geblokkeerd zocht hij regelmatig opnieuw contact. De verdachte is zeer geraffineerd te werk gegaan. Hij heeft de aangevers veel angst aangejaagd.
Uit het politieonderzoek kwam een grote groep jongemannen naar voren waarvan een deel uiteindelijk aangifte heeft gedaan. Het betrof deels kwetsbare personen die in veel gevallen met niemand durfden te praten over de contacten met verdachte. Zij hebben dit lange tijd met zich mee moeten dragen en leefden gedurende lange tijd in voortdurende angst dat er foto’s van hen naar buiten zouden komen of dat zij opnieuw werd gedwongen tot seksuele handelingen. Uit de slachtofferverklaringen is gebleken wat een enorme impact de feiten op deze jonge slachtoffers hebben gehad en nog steeds hebben en hoe het gebeuren hun leven beheerst en heeft beheerst. Zij ervoeren gevoelens van onveiligheid, onmacht en schaamte.
Dat zijn daden ingrijpende en verstrekkende gevolgen hebben, moet voor de verdachte voorzienbaar zijn geweest. Hij heeft echter geen enkele openheid gegeven over zijn gedrag of wat hem hiertoe gebracht heeft. De verdachte heeft niet of nauwelijks empathie getoond voor de slachtoffers. Opvallend is dat deze feiten gedurende een lange periode hebben plaatsgevonden naast het drukke ‘normale’ leven van de verdachte. Verdachte lijkt gedurende lange tijd een dubbelleven te hebben geleid.
Misbruik van seksueel beeldmateriaal kent vele verschijningsvormen. Materiaal dat naar zijn aard intiem en gevoelig is, is per definitie niet bedoeld voor ongecontroleerde verspreiding. Gevoelens van onveiligheid en onmacht kunnen versterkt worden door de wetenschap dat eenmaal (online) verspreid materiaal, vaak niet (volledig en met zekerheid) verwijderd en vernietigd kan worden. Hierdoor zal een slachtoffer van dergelijk misbruik moeten leven met de onzekerheid of het materiaal verspreid is en anderen hiervan kennis hebben kunnen nemen.
Verder heeft de verdachte kinderporno in bezit gehad. Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen langdurige gevolgen in hun seksuele ontwikkeling en psychische schade kunnen oplopen. Daarnaast circuleert kinderporno lange tijd op het internet waardoor de kinderen tot in lengte van jaren slachtoffer blijven.
Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan identiteitsfraude. Twee vrienden dachten dat zij met elkaar aan het chatten waren maar in werkelijkheid chatten zij beiden met de verdachte. Hij heeft hiervan misbruik gemaakt door hen met een verzonnen verhaal zover te krijgen dat zij compromitterende foto’s hebben gestuurd. De verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op de integriteit van de betrokkenen.
8.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 augustus 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.2.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 april 2021. Dit rapport houdt als advies het volgende in.
Geadviseerd wordt bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener, een drugsverbod, een contactverbod en een verbod om sites, fora en/of chatgroepen te bezoeken die zijn gericht op perverse, morbide of sadistisch-seksuele inhoud. In een aanvullende email van 20 december 2021 heeft de reclassering aangegeven dat zij geen aanleiding zien voor een wijziging of aanvulling op het eerder gegeven advies.
Psychiater [naam psychiater] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 april 2021. Dit rapport houdt onder meer en zakelijk weergegeven het volgende in.
Verdachte heeft een matig ernstige stoornis in het gebruik van cannabis en narcistische en antisociale persoonlijkheidstrekken. Hij geeft weinig openheid over zijn innerlijke motieven en drijfveren waardoor geen seksuele stoornis zoals sadisme kan worden vastgesteld. Verdachte ontkent sadistische of agressieve impulsen. Het is daardoor niet goed mogelijk om een delictscenario op te stellen of een eventuele doorwerking in het tenlastegelegde indien dit wordt bewezen.
Uit de Static-99 komt een hoog gemiddeld risico voor recidive van seksuele
(handsoff) delicten en op de Stable-2007 een matig hoog risico.
Naar aanleiding van aanvullende vragen van de officier van justitie heeft de psychiater [naam psychiater] op 15 december 2021 aanvullend gerapporteerd. Dit rapport houdt - kort weergegeven - het volgende in.
Verdachte heeft geweigerd onderzocht te worden voor het aanvullende rapport.
Een (seksuele) stoornis kan niet worden vastgesteld omdat alleen aanwijzingen daarvoor zoals b.v. het voorhanden hebben van (zeer gruwelijk) beeldmateriaal daartoe onvoldoende zijn. Het gaat bij een dergelijke stoornis om innerlijke agressie en seksuele drijfveren en die heeft verdachte in het eerste onderzoek ontkend. Er zijn ook andere verklaringen mogelijk voor zijn gedrag en hij is niet eerder voor een seksueel delict veroordeeld. Het is ook mogelijk dat de delicten zijn gerelateerd aan een narcistische en/of antisociale persoonlijkheidsstoornis. Een observatie op een (weiger)afdeling van het Pieter Baan Centrum (hierna PBC) zou wellicht meer informatie kunnen verschaffen over een (eventuele) stoornis en (eventuele) doorwerking. De omvang van het tenlastegelegde maakt voor het advies niet veel uit, omdat de verdachte een first offender is voor wat betreft seksuele delicten. In het eerdere onderzoek in deze zaak werd gesteld dat een TBS
kader (nog) niet aan de orde is omdat betrokkene toen gemotiveerd was voor een
behandeling en toezicht. Hij werkte (in enige mate) mee aan het onderzoek en hij had
bijvoorbeeld ook eerder meegewerkt aan een toezicht en MEE behandeling. Omdat hij nu niet meer meewerkt aan het onderzoek, is niet goed te beoordelen of hij nog gemotiveerd is voor behandeling. Als dit wel zo is, dan blijft een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk straf(deel) vanuit zorgoogpunt geïndiceerd.
De psychiater is ook ter zitting gehoord. Daar heeft hij verklaard dat een stoornis doorwerkt op alle vlakken in iemands leven en er dan op alle gebieden problemen zijn. Daarvan is bij de verdachte geen sprake, omdat hij in het dagelijks leven normaal functioneerde.
Psycholoog [naam psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 26 april 2021. Dit rapport houdt onder meer en zakelijk weergegeven het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een stoornis in cannabisgebruik en er zijn aanwijzingen voor narcistische persoonlijkheidskenmerken. De narcistische persoonlijkheidskenmerken zijn meer structureel van aard en waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Door zijn beperkte openheid is er onvoldoende zicht op de eventuele psychopathologie als seksueel sadisme of meer ernstige persoonlijkheidsproblematiek als een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Het maakt ook dat er geen delictscenario kan worden opgesteld. Hierdoor kan er geen onderzoek gedaan worden naar een eventueel verband tussen de diagnose en het ten laste gelegde, indien bewezen. Het is onduidelijk hoe hoog het recidiverisico daadwerkelijk ligt omdat niet alle benodigde informatie beschikbaar is. Wel kunnen er belangrijke risicofactoren worden aangewezen, zoals de gedragsproblemen die verdachte als kind heeft gehad, de neiging grenzen op te zoeken en het cannabisgebruik. Daarnaast is er door detentie onzekerheid ontstaan op de verschillende leefgebieden. Daartegenover staat dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens seksueel delictgedrag.
Naar aanleiding van aanvullende vragen van de officier van justitie heeft de psycholoog op 14 december 2021 aanvullend gerapporteerd. Dit rapport houdt kort weergegeven het volgende in.
Verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het aanvullend onderzoek. Hoewel de informatie uit het dossier een stoornis doet vermoeden, kunnen er geen eenduidige conclusies worden getrokken omdat bepaalde gedragingen kunnen plaatsvinden bij verschillende stoornissen. Het delictgedrag (indien bewezen) kan verschillende drijfveren hebben. Het is van belang om te achterhalen waar het gedrag vandaan komt en hiervoor is meestal (enige) openheid van een verdachte nodig. Gezien de (in de afgelopen periode geconstateerde) grootte van onderliggende zaak en de weigering van verdachte om mee te werken aan aanvullend onderzoek, kan een observatieperiode op de afdeling voor weigerende verdachten van het PBC, worden overwogen. Hoewel daar waarschijnlijk niet direct meer zicht verkregen zal worden op de mogelijk bij verdachte aanwezige seksuele problematiek, kan het wel meer informatie geven over de persoonlijkheidsproblematiek van verdachte.
8.3.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Door de deskundigen en de reclassering is geadviseerd om aan de verdachte een (ambulante) forensische behandeling op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel. Doordat de verdachte geen openheid heeft gegeven over zijn innerlijke motieven en drijfveren waardoor niet vastgesteld kon worden waar zijn gedrag vandaan komt, kon geen behandeladvies worden gegeven binnen een juridisch kader, terwijl enige vorm van behandeling wel in de rede ligt. Op dit moment valt niet te zeggen hoe een dergelijke behandeling vorm gegeven zou moeten worden. Mede hierdoor is er geen aanleiding een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Bij de beoordeling van de voorwaarden voor een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling zal dit aspect opnieuw onderzocht dienen te worden.
8.3.1.
TBS
8.3.1.1.
Standpunt officier van justitie
Door de officier van justitie is ook oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege gevorderd. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat op basis van de rapporten van de deskundigen in relatie tot de stukken in het dossier kan worden gesproken van een stoornis bij de verdachte, te weten een persoonlijkheids- en/of narcistische stoornis, dan wel een sadistische en/of parafiele stoornis. Gezien de ernst van de feiten en het feit dat de verdachte weigert openheid van zaken te geven, waardoor een behandeling moeizaam zal verlopen, is een langdurige klinische behandeling noodzakelijk. Die behandeling kan uitsluitend worden vormgegeven binnen een TBS maatregel met dwangverpleging.
8.3.1.2.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft zich verzet tegen het opleggen van de TBS maatregel. Beide deskundigen hebben niet kunnen vaststellen dat sprake was van een stoornis. Bovendien is de verdachte een first offender. Een eventuele behandeling zou ook ambulant kunnen plaatsvinden.
8.3.1.3.
Beoordeling
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of, naast de oplegging van een gevangenisstraf, ook de noodzaak bestaat tot het opleggen van TBS met dwangverpleging, zoals geëist door de officier van justitie.
TBS met dwangverpleging kan worden opgelegd indien bij de verdachte ten tijde van het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daarnaast dient het door de verdachte begane feit, voor zover hier van belang, een misdrijf te zijn zoals omschreven in artikel 37a lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en dient de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen.
De psychiater en de psycholoog hebben bij gebrek aan openheid van de verdachte geen (seksuele) stoornis kunnen vaststellen. Deze kan ook niet worden uitgesloten. Zij hebben beiden niet geadviseerd om de TBS maatregel op te leggen.
In tegenstelling tot de officier van justitie ziet de rechtbank geen gronden om de TBS maatregel op te leggen, omdat een stoornis niet kan worden vastgesteld. De rechtbank volgt op dit punt de deskundigen die hebben toegelicht waarom in het geval van de verdachte de feiten onvoldoende zijn om tot een stoornis te komen. Er zijn onvoldoende gronden om daarvan af te wijken.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de verdachte ter observatie in het PBC op te laten nemen, omdat zij, mede door zijn niet-meewerkende houding, niet de verwachting heeft dat daardoor meer zicht zal worden verkregen op de mogelijk bij verdachte aanwezige stoornissen.
8.3.2.
Maatregel 38V
Door de officier van justitie is oplegging van de maatregel van artikel 38v Wetboek van Strafrecht gevorderd in het geval er een kortere gevangenisstraf wordt opgelegd.
De rechtbank ziet daartoe echter geen aanleiding. Eventuele contactverboden kunnen ook in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder te bespreken verbeurdverklaringen, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9..In beslag genomen voorwerpen

9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de goederen genoemd op de als bijlage III aangehechte beslaglijst het volgende gevorderd:
- de iPhone 11 te onttrekken aan het verkeer;
- de laptop HP met oplader, de zwarte Samsung Galaxy Y en de simkaart Vodafone verbeurd te verklaren;
- de tablet Apple, de digitale camera, de tablet in doos, de zwarte Samsung Galaxy GT en de adapter voor een micro SD-kaart terug te geven aan de verdachte, dan wel de rechthebbende.
9.2.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat zowel de iPhone11 als de laptop HP terug dienen te worden gegeven aan de verdachte nu hierop geen beeldmateriaal is aangetroffen wat in relatie staat tot deze strafzaak, dan wel strafbaar of bij wet verboden is.
9.3.
Beoordeling
De in beslag genomen iPhone11 en laptop HP zullen worden onttrokken aan het verkeer.
Op de iPhone11 is kinderporno en dierenporno aangetroffen. Op de laptop zijn afbeeldingen en screenshots van Facebook profielen aangetroffen. Deze screenshots zijn soortgelijk aan screenshots aangetroffen in de telefoons van verdachte. Hoewel geen verband kon worden gelegd tussen de afbeeldingen en de aangetroffen namen van personen op de screenshots, kan niet worden uitgesloten dat ook dit materiaal door verdachte is gebruikt om personen te benadelen. Het ongecontroleerde bezit van de iPhone 11 en de HP laptop is in strijd met het algemeen belang omdat op de iPhone 11 verboden afbeeldingen zijn gevonden en de gegevens op de HP laptop mogelijk onbekende slachtoffers betreffen.
De in beslag genomen zwarte Samsung Galaxy Y ( [beslagnummer] ) zal worden verbeurd verklaard.
De onder 1 subsidiair en 4 bewezen feiten zijn deels met behulp van dit voorwerp begaan.
Met betrekking tot de Vodafone simkaart overweegt de rechtbank dat de verdachte daarvan afstand heeft gedaan zodat daarover geen beslissing meer hoeft te worden genomen.
Ten aanzien van de in beslag genomen tablet Apple, de digitale camera, de tablet in doos, de zwarte Samsung GT en de adapter voor een micro SD-kaart zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

10..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partij hebben zich de volgende personen in het geding gevoegd:
  • [naam slachtoffer 1]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 2]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 15.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 7]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 11]ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 16]ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 10]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 5]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 12]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een bedrag van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 3]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 6]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 7.500,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 9]ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 4]ter zake van de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten. Hij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade;
  • [naam slachtoffer 14]ter zake van het onder 5 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 800,- aan immateriële schade.
10.1.
Standpunt officier van justitie
In alle gevallen is immateriële schade geleden gezien de vernederende handelingen die verdachte zijn slachtoffers heeft laten verrichten. Alle vorderingen dienen dan ook te worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schadeveroorzakende feiten zijn ontstaan en daarbij het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2.
Standpunt verdediging
Primair dienen de vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard omdat vrijspraak is bepleit. Indien de rechtbank toch tot een veroordeling komt dienen de gevorderde bedragen gematigd te worden.
10.3.
Standpunt benadeelde partijen
Er is in alle gevallen sprake van een aantasting in de persoon op andere wijze in de zin van artikel 6:106 BW nu het gaat om een ernstige zaak waar een forse normschending aan de orde is. Er is door de verdachte inbreuk gemaakt op de persoonlijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers en op hun privacy. De tenlastegelegde feiten hebben psychische schade bij alle slachtoffers veroorzaakt. Bij een aantasting van de persoon op andere wijze hoeft het geestelijk letsel bij het slachtoffer niet te zijn gediagnostiseerd.
Op basis van de gevolgen, maar ook gebaseerd op de aard en ernst van de normschending (waaronder begrepen de duur van het contact met verdachte, aantal afbeeldingen en aard van de op beeld vastgelegde handelingen en omstandigheden daaromheen – de bedreigingen) is een viertal categorieën onderscheiden. Door de advocaten van de benadeelde partijen is mede aansluiting gezocht bij de uitkeringen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Categorie 1
Aanranding en afdreiging langere periode (>1 jr) en/of grote hoeveelheden afbeeldingen en video’s
€ 15.000,-
[naam slachtoffer 1]
[naam slachtoffer 2]
Categorie 2
Aanranding en afdreiging kortere periode (tussen 6 mnd en 1 jr)
€ 10.000,-
[naam slachtoffer 7]
[naam slachtoffer 12]
[naam slachtoffer 4]
[naam slachtoffer 16]
Categorie 3
Aanranding en afdreiging korte periode en/of beperkt aantal afbeeldingen en/of ernstigere gevolgen dan cat. 4 (incl. exposure)
€ 7.500,-
[naam slachtoffer 3]
[naam slachtoffer 10]
[naam slachtoffer 6]
Categorie 4
Aanranding en/of afdreiging (korte periode en relatief beperkte gevolgen)
€ 5.000,-
[naam slachtoffer 11]
[naam slachtoffer 9]
[naam slachtoffer 14] was gelet op de criteria die zijn aangelegd niet in een categorie in te delen. Hoewel de psychische gevolgen bij hem minder ernstig zijn te noemen heeft het voorval op hem een forse impact gehad waardoor ook hij psychische schade heeft geleden.
10.4.
Beoordeling
[naam slachtoffer 16]
De benadeelde partij [naam slachtoffer 16] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is vrijgesproken.
Overige benadeelde partijen
Op grond van art. 6:106 BW kan een benadeelde, voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, recht hebben op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding indien vast komt te staan dat de benadeelde op andere wijze in zijn persoon is aangetast.
Naar het oordeel van de rechtbank is dat door de bewezen verklaarde feiten bij alle benadeelde partijen het geval, zodat aan hen een schadevergoeding kan worden toegewezen.
Bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de benadeelden niet in dezelfde mate in hun persoon zijn aangetast. Die verschillen zijn onder meer gelegen in de periode waarover het contact heeft plaatsgevonden, de hoeveelheid foto’s en/of video’s die zijn afgedwongen, de aard van de afgedwongen handelingen en de noodzaak voor het zoeken van professionele hulp. Op basis daarvan is een drietal hoofdcategorieën onderscheiden. Voor [naam slachtoffer 14] is een buitencategorie opgenomen omdat hij gelet op de criteria niet in één van de andere categorieën valt. De vorderingen zullen worden toegewezen tot de hoogte van de in onderstaande tabel genoemde bedragen. Bij het bepalen van de hoogte van de bedragen is gekeken naar vergoedingen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en de bedragen die het Schadefonds Geweldsmisdrijven uitkeert.
Categorie 1
Korte periode, beperkt aantal foto’s, geen vernederende seksuele handelingen en algemeen gevoel van onbehagen
€ 1.500 - € 2.500
[naam slachtoffer 10] € 2.500,-
[naam slachtoffer 6] € 1.500,-
[naam slachtoffer 11] € 1.500,-
[naam slachtoffer 9] € 1.500,-
[naam slachtoffer 7] € 1.500,-
Categorie 2
Langere periode, meermalen contact met tussenpozen, vernederende seksuele handelingen en algemeen gevoel van onbehagen
€ 5.000,-
[naam slachtoffer 12]
[naam slachtoffer 5]
[naam slachtoffer 16]
Categorie 3
Langere periode, vernederende seksuele handelingen en professionele hulp
€ 7.500,-
[naam slachtoffer 1]
[naam slachtoffer 4]
[naam slachtoffer 2]
Buitencategorie
[naam slachtoffer 14] – € 800,-
De benadeelde partijen hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Nu de vorderingen van de benadeelde partij (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
10.5.
Conclusie
[naam slachtoffer 16]
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.
Overige benadeelde partijen
De verdachte moet de overige benadeelde partijen een schadevergoeding betalen vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

11..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 55, 57, 231b, 240b, 246 en 284 van het Wetboek van Strafrecht.

12..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 4: de zwarte Samsung Galaxy Y ( [beslagnummer] )
- verklaart onttrokken aan het verkeer: de iPhone 11 en de HP laptop
- gelast de teruggave aan verdachte van: tablet Apple, de digitale camera, de tablet in doos, de zwarte Samsung Galaxy GT en de adapter voor een micro SD-kaart;
benadeelde partij [naam slachtoffer 16]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
benadeelde partij [naam slachtoffer 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 7.500 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 7.500,-(hoofdsom,
zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 2]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van
€ 7.500 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 2] te betalen
€ 7.500,-(hoofdsom,
zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
72 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 5]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 5] , te betalen een bedrag van
€ 7.500 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 5] te betalen
€ 7.500,-(hoofdsom,
zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 7.500,- niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 72 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 12]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 12] , te betalen een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 12] te betalen
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 3]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] , te betalen een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 3] te betalen
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 4]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 4] , te betalen een bedrag van
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 4] te betalen
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 5.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 11]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 11] , te betalen een bedrag van
€ 2.500 (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 11] te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijfhonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 7]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 7] , te betalen een bedrag van
€ 1.500 (zegge: duizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 7] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 10]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 10] , te betalen een bedrag van
€ 1.500 (zegge: duizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 10] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 6]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 6] , te betalen een bedrag van
€ 1.500 (zegge: duizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 6] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 9]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 9] , te betalen een bedrag van
€ 1.500 (zegge: duizend vijfhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 9] te betalen
€ 1.500,-(hoofdsom,
zegge: duizend vijfhonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
benadeelde partij [naam slachtoffer 14]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 14] , te betalen een bedrag van
€ 800,- (zegge: achthonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 14] te betalen
€ 800,-(hoofdsom,
zegge: achthonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 800,- niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 18 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.S. Beukema, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari
2021 te Heemskerk , Tilburg, Beverwijk en/of Rotterdam, althans in
Nederland, en/of België,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een
geheim,
- [naam slachtoffer 1] ,
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] ,
- [naam slachtoffer 3] ,
- [naam slachtoffer 6]
- [naam slachtoffer 7] ,
- [naam slachtoffer 8] ,
- [naam slachtoffer 9] ,
- [naam slachtoffer 10] ,
- [naam slachtoffer 11] ,
- [naam slachtoffer 12] en
- [naam slachtoffer 13] ,
heeft gedwongen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van
foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de
geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun
excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen,
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde
manier tonen en/of houden, een penisklem/kuisheidsgordel dragen
en/of hun penis en/of teelballen met een veter afbinden,
- waarop die personen een luier dragen,
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of
penisklem/kuisheidsgordel dragen en/of
- waarop die personen als een hond op handen en voeten rondkruipen
en doen alsof zij als een hond urineren
geheel of ten dele toebehorende aan die personen,
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte, die eerder
gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen
online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die
personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou
maken dat die personen pedofielen zijn
als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of
geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
(Artikel art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari
2021 te Heemskerk , Tilburg, Beverwijk en/of Rotterdam, althans in
Nederland, en/of België,
anderen, te weten
- [naam slachtoffer 1] ,
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] ,
- [naam slachtoffer 3] ,
- [naam slachtoffer 6]
- [naam slachtoffer 7] ,
- [naam slachtoffer 8] ,
- [naam slachtoffer 9] ,
- [naam slachtoffer 10] ,
- [naam slachtoffer 11] ,
- [naam slachtoffer 12] en
- [naam slachtoffer 13] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met
geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die personen
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te
dulden,
te weten het sturen van foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de
geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun
excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen
( [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 5] , [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 11] ),
- waarop die personen masturberen, hun geslachtsdeel op een bepaalde
manier tonen en/of houden, een penisklem/kuisheidsgordel dragen
en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer afbinden
( [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 5] , [naam slachtoffer 3] , [naam slachtoffer 6]
, [naam slachtoffer 7] , [naam slachtoffer 10] , [naam slachtoffer 12] en [naam slachtoffer 13] ),
- waarop die perso(o)n(en) een luier dragen ( [naam slachtoffer 4] ),
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of
penisklem/kuisheidsgordel dragen ( [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 2] ) en/of
- waarop die perso(o)n(en) als een hond op handen en voeten
rondkruipen en doen alsof zij als een hond urineren ( [naam slachtoffer 2] )
door tegen die personen te zeggen dat hij, verdachte, die eerder
gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen
online zou zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die
personen zou verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou
maken dat die personen pedofielen zijn
als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of
geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
(Artikel art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in of omstreeks de periode van 18 mei 2018 tot en met 22 januari 2021
te [plaats 2] , althans in Nederland, en/of België,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen,
door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een
geheim,
- [naam slachtoffer 16] en
- [naam slachtoffer 17]
te dwingen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van een
hoeveelheid geld (€50-100), althans enig geldbedrag, en/of
foto's en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de
geslachtsdelen van die personen en/of
- waarop die personen masturberen
geheel of ten dele toebehorende aan die personen,
tegen die personen heeft gezegd dat hij, verdachte, eerder gestuurde
(seksuele naakt-) foto's en/of filmpjes van die personen online zou
zetten en/of aan familie, collega’s en/of vrienden van die personen zou
verspreiden en/of dat hij online zou zetten/bekend zou maken dat die
personen pedofielen zijn
als die personen niet zouden betalen, niet zouden voldoen aan
opdrachten en/of geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 318 lid 1 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
3
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 22 januari 2021
te Heemskerk en/of Tilburg, althans in Nederland, en/of België,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] en
- [naam slachtoffer 3] ,
heeft gedwongen tot de afgifte en/of ter beschikking stelling van foto's
en/of filmpjes
- met daarop de geheel en/of deels ontklede lichamen en/of de
geslachtsdelen van die personen,
- waarop die personen (onderdanige) teksten opnoemen en/of hun
excuses aanbieden, knielen en/of onderdanige houdingen aannemen ( [naam slachtoffer 4]
en [naam slachtoffer 5] ),
- waarop die personen hun geslachtsdeel op een bepaalde manier tonen
en/of houden en/of de voorhuid van die penis terug trekken,
- waarop die personen masturberen,
- waarop die personen een penisklem/kuisheidsgordel aandoen, afdoen
en/of dragen en/of hun penis en/of teelballen met een veter en/of snoer
afbinden en dit strakker trekken,
- waarop die personen een luier dragen en/of daarmee in bed liggen en
op hun duim sabbelen,
- waarop die personen urineren terwijl zij een luier en/of
penisklem/kuisheidsgordel dragen ( [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 2] ) en/of
- waarop die personen als een hond op handen en voeten rondkruipen
en doen alsof zij als een hond urineren ( [naam slachtoffer 2] )
die geheel of ten dele aan die voornoemde personen toebehoorden,
door te zeggen dat hij die personen zou ontvoeren, mishandelen,
vermoorden en/of zou castreren,
als die personen niet zouden voldoen aan nieuwe opdrachten en/of
geen nieuwe foto's en/of filmpjes zouden sturen;
(Artikel art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2017 tot en met 22 januari
2021 te Heemskerk , Tilburg en/of Rotterdam, althans in Nederland,
en/of België,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of
een andere feitelijkheid,
- [naam slachtoffer 1] ,
- [naam slachtoffer 2] ,
- [naam slachtoffer 4] ,
- [naam slachtoffer 5] ,
- [naam slachtoffer 3] ,
- [naam slachtoffer 6]
- [naam slachtoffer 7] ,
- [naam slachtoffer 10] ,
- [naam slachtoffer 12] en
- [naam slachtoffer 13] ,
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handelingen,
door
- die personen zichzelf geheel en/of deels uit te laten kleden,
- die personen de eigen penis vast te laten pakken, die penis te laten
verplaatsen, op een wasbak en/of op zijn buik te laten leggen en/of de
voorhuid van die penis terug te trekken,
- die personen de eigen penis tussen de benen te laten duwen en
vervolgens die benen tegen elkaar te laten klemmen,
- die personen de eigen ballen vast te laten pakken, de eigen balzak uit te
laten rekken en/of in de eigen ballen te laten knijpen,
- die personen te laten masturberen ( [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 5] , [naam slachtoffer 7]
, [naam slachtoffer 12] en [naam slachtoffer 2] ),
- die personen een veter rondom de penis en/of ballen te laten knopen
en/of aanbrengen ( [naam slachtoffer 1] . [naam slachtoffer 4] . [naam slachtoffer 6] , [naam slachtoffer 5] .
[naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 3] ) en/of
- die personen een penisklem/kuisheidsgordel op de eigen penis en/of
ballen te laten aanbrengen ( [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 2] )
en die personen zichzelf te laten filmen en/of fotograferen terwijl en/of
nadat zij bovenstaande handelingen verrichten en/of hebben verricht
door te zeggen dat hij eerder gestuurde (seksuele naakt-) foto's en/of
filmpjes van die voornoemde personen online zou zetten en/of zou
verspreiden, dat hij (online) zou zeggen dat die personen pedofiel zijn
en/of dat hij die personen zou ontvoeren, mishandelen, vermoorden
en/of zou castreren,
welk voornoemde feit zwaar lichamelijk letsel voor die [naam slachtoffer 5] en/of
[naam slachtoffer 13] ten gevolge heeft gehad, te weten erectiestoornissen, pijn
bij het urineren en/of permanente beschadigingen in/op de penis,
teelballen en/of zwellichamen, althans (een onderdeel van) het
geslachtsdeel;
( art 246 Wetboek van Strafrecht Jo art 248 lid 7 Wetboek van Strafrecht)
5
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni
2017 te Heemskerk , althans in Nederland
opzettelijk en wederrechtelijk
identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische
persoonsgegevens, van een ander te weten de naam en/of foto’s van [naam slachtoffer 14]
en/of [naam slachtoffer 15]
heeft gebruikt door
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 14] , waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s
van die [naam slachtoffer 15] en/of
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 15] , waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of
foto’s van die [naam slachtoffer 14] ,
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de
ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon
ontstaan;
( art 231b Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 13 februari 2017 tot en met 27 juni
2017 te [plaats 2] , althans in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels,
[naam slachtoffer 14] en/of [naam slachtoffer 15]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten het sturen van foto’s van de teelballen en/of het geslachtsdeel
van die [naam slachtoffer 14] en/of [naam slachtoffer 15] ,
door
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 14] , waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of foto’s
van die [naam slachtoffer 15] ,
- via whatsapp contact te zoeken en/of een gesprek te voeren met die
[naam slachtoffer 15] , waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de naam en/of
foto’s van die [naam slachtoffer 14] ,
- te vertellen dat hij, verdachte (zich voordoend als [naam slachtoffer 15] en/of
[naam slachtoffer 14] ), een operatie heeft gehad waarbij zijn teelballen zijn verwijderd
en/of daarbij te zeggen dat hij zich onzeker voelde over zijn
(ontbrekende) teelballen en/of
- te vragen om foto's van de teelballen van die [naam slachtoffer 15] en/of [naam slachtoffer 14] ;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij op of omstreeks 22 januari 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland,
afbeeldingen, te weten video's en/of foto's, en/of gegevensdragers, te
weten een mobiele telefoon (iPhone 6), bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken,
heeft verworven
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het met de/een tong en/of penis oraal en/of anaal penetreren van het
lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnaam: [naam bestand 1]
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een handen, tong en/of penis betasten en/of aanraken van
het geslachtsdeel, de anus en/of de billen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een hand betasten en/of aanraken van het eigen
geslachtsdeel en/of de eigen billen
bestandsnaam: [naam bestand 2]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet
bij zijn leeftijd past
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose
en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [naam bestand 2] ;
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)