Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 mei 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Verweerder moet alsnog een besluit nemen
Proceskosten en griffierecht
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op haar aanvraag van 7 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 5 december 2022 een verweerschrift ontvangen van de verweerder. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft vastgesteld dat het beroep is ingesteld door eiseres en dat [belanghebbende] als belanghebbende wordt aangemerkt. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, en dat de ingebrekestelling door eiseres niet prematuur was, ondanks dat deze vier dagen voor het einde van de beslistermijn was ingediend. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om uiterlijk 1 juli 2024 een besluit bekend te maken. Tevens wordt verweerder verplicht om een dwangsom van € 100,- per dag te betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht van € 50,- vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. O. Veldman en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.