In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag op 18 augustus 2022, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 19 mei 2023 beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat zij te vroeg in beroep is gegaan, omdat de termijn van twee weken na de ingebrekestelling nog niet was verstreken. Desondanks verklaart de rechtbank het beroep ontvankelijk, omdat de beslistermijn inmiddels is overschreden en er nog steeds geen besluit is genomen.
De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en verklaart het beroep kennelijk gegrond. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom wordt vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga en is openbaar uitgesproken op 19 mei 2023. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.