ECLI:NL:RBMNE:2023:1665
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- K. de Meulder
- M.H.L. Debets
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor geurhinder hondensnackfabriek
Op 11 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 23/1002. Het betreft een verzoek om voorlopige voorziening van [verzoekster] tegen een last onder dwangsom die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad was opgelegd. Deze last hield in dat [verzoekster] moest stoppen met het veroorzaken van geurhinder ter plaatse van geurgevoelige objecten, met een dreiging van een dwangsom van € 7.500,- bij niet-naleving binnen zes weken, en een verdere dwangsom van maximaal € 15.000,- voor elke vier weken dat de overtreding voortduurt.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op een zitting op 16 maart 2023, waarbij [verzoekster] werd vertegenwoordigd door haar eigenaren en een gemachtigde, en het college door zijn gemachtigde en medewerkers van de omgevingsdienst. De omwonenden waren ook aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde en een deskundige.
De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de beroepen van [verzoekster] en de omwonenden tegen de last onder dwangsom. Het beroep van [verzoekster] werd ongegrond verklaard, terwijl het beroep van de omwonenden gegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de last onder dwangsom vernietigd en zelf een gewijzigde last opgelegd. Hierdoor was er geen lopende beroepsprocedure meer tegen de oorspronkelijke last, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het verzoek om voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat [verzoekster] zich, indien zij het niet eens is met de nieuwe last, kan wenden tot de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.