ECLI:NL:RBMNE:2023:1604

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
16/286425-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en grootschalige handel in LSD en hennep

Op 7 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en grootschalige handel in LSD en hennep. De zaak betreft drie hoofdverdachten die gedurende twee jaar op grote schaal LSD zegels produceerden, uitvoerden en verkochten in Nederland. Daarnaast zijn er drie medeverdachten in beeld gekomen als afnemers van de LSD zegels, waarvan één ook betrokken was bij hennepkwekerijen. Tijdens de rechtszittingen op 3 februari en 27 maart 2023 zijn procesafspraken gemaakt, waarbij onderzoekswensen zijn ingetrokken en de verdediging geen bewijsverweren heeft gevoerd. De rechtbank heeft de gewijzigde tenlastelegging getoetst en deze als redelijk bevonden. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met inachtneming van de procesafspraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van 10.728 LSD blotters en het telen van hennep. De rechtbank heeft ook de ontnemingen van de verdachten vastgesteld, waarbij bedragen van € 686.000, € 280.000 en € 187.000 zijn genoemd, evenals een ontneming van € 50.000 voor een afnemer. De rechtbank heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen en de onttrekking aan het verkeer van de verdovende middelen gelast.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/286425-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 7 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 februari 2023 en 27 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadslieden, mr. C.C. Polat en mr. V.A. Biljouw, advocaten te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

2.INLEIDING

2.1
De tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De rechtbank heeft daarbij getoetst of na de wijziging het daarin aan de verdachte gemaakte verwijt niet meer in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting (ECLI:NL:HR:2022:1252 r.o. 5.6.1 – 5.6.3). Dat is niet het geval. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 in Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem met anderen telkens opzettelijk een (grote) hoeveelheid LSD heeft geëxporteerd, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, aanwezig gehad en vervaardigd;
feit 2
op 23 maart 2022 in Mijdrecht in totaal 10.728 LSD blotters aanwezig heeft gehad;
feit 3
op 23 maart 2022 in Mijdrecht ongeveer 1465 gram (gedroogde) hennep, 17 hennepplanten en 13 hennepstekken heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt en aanwezig gehad;
feit 4
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 in Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem telkens heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van Opiumfeiten.
2.2
Het afdoeningsvoorstel en de beoordeling
Het Openbaar Ministerie en verdachte hebben procesafspraken gemaakt met betrekking tot de afdoening van de strafzaak en ontnemingszaak en hebben naar aanleiding daarvan een overeenkomst gesloten, waarin onder meer de gezamenlijke zienswijze van de officier van justitie en de verdediging over de beoordeling van de ten laste gelegde feiten en de op te leggen straf is neergelegd.
De afspraken, die aan de rechtbank zijn voorgelegd, houden concreet onder meer het volgende in:
- reeds ingediende onderzoekswensen worden ingetrokken, en het indienen van nieuwe onderzoekswensen en het instellen van hoger beroep blijft achterwege, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform deze procesafspraken komt;
- er worden geen bewijsverweren door de verdediging gevoerd;
- verdachte doet afstand van de onder hem in beslag genomen goederen, zijnde contant geld ter hoogte van € 34.100,-, cryptovaluta bij KuCoin en Binance ter waarde van € 9.612,90, geldbedragen van € 9.539,18 en € 2.382,41, de Audi A5 (getaxeerd op € 19.500,-), alle LSD blotters, hennep, MDMA, pillen en alle goederen met betrekking tot de hennepkwekerij.
Tijdens de inhoudelijke behandeling op 3 februari 2023 zijn de bovenstaande procesafspraken bij verdachte onder de aandacht gebracht. Daarbij heeft de rechtbank getoetst of verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en zijn strafzaak konden hebben. Verdachte heeft ter terechtzitting uitdrukkelijk bevestigd dat hij op basis van voldoende en duidelijke informatie vrijwillig de keuze heeft gemaakt om in te stemmen met procesafspraken en zich bewust is geweest van de inhoud, de procedure en de rechtsgevolgen daarvan. Verdachte heeft verklaard dat hij de strafzaak achter de rug wil hebben, dat de onzekerheid voor hem en zijn gezin moeilijk is, dat hij zijn baan kwijt is en weer aan de slag wil kunnen.
Zowel bij het onderzoek ter terechtzitting als in dit vonnis heeft de beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) centraal gestaan. Bij het bepalen van de straf en de motivering daarvan zal de inhoud en doorwerking van de procesafspraken worden besproken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Uit de overeenkomst van de procesafspraken volgt dat de officier van justitie de vier ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen acht. Hetgeen door de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling is bevestigd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft conform de procesafspraken geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
T.a.v. feit 1 en 4
Onderzoek 03Zegel is gestart op basis van een proces-verbaal van 12 mei 2021 dat werd opgemaakt door het Team Criminele Inlichtingen van politie eenheid Midden-Nederland, waaruit bleek dat medeverdachte [medeverdachte 1] zich bezig hield met de (inter)nationale handel in LSD. [2] Voorts is op basis van onderzoek 26Lemont informatie naar voren gekomen over het chatverkeer tussen gebruikers van cryptotoestellen (zogeheten PGP telefoons) van Encrochat. Hieruit is gebleken dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van de Encrochat-accounts [Encrochat-account] [3] en [Encrochat-account] [4] , en dat verdachte de gebruiker was van [Encrochat-account] [5] . Onderzoek heeft uitgewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] vanaf 26 maart 2020 [6] veelvuldig via PGP telefoons met elkaar communiceerden over de handel van LSD en tevens met elkaar afspraken [7] . Met betrekking tot het contact tussen verdachte en [medeverdachte 2] is uit onderzoek in de Huawei telefoon van verdachte gebleken dat [medeverdachte 2] hierin (onder de naam [medeverdachte 2] ) stond opgeslagen als contactpersoon en als een contact binnen Telegram. [8]
Daarnaast is gebleken dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . [9] Het telefoonnummer van [medeverdachte 1] eindigend op [telefoonnummer] is getapt van 25 mei 2021 tot en met 23 maart 2022. [medeverdachte 1] is ook stelselmatig geobserveerd van 21 mei 2021 tot en met 12 mei 2022. [10] De inhoud van de chatberichten, die zijn aangetroffen op de iPhone 11 van [medeverdachte 1] , en de getapte gesprekken hadden voornamelijk betrekking op bestellingen en verzendingen van LSD. [11]
Ten aanzien van verdachte en [medeverdachte 1]
Uit een observatie van 24 juni 2021 is gebleken dat verdachte en [medeverdachte 1] een ontmoeting met elkaar hadden in [woonplaats] , waarbij verdachte een zilverkleurig zakje aan [medeverdachte 1] overhandigde. [12] Voorts is op 24 februari 2022 geobserveerd dat verdachte bij de woning van [medeverdachte 1] in [woonplaats] naar binnen ging. [13]
Op 23 maart 2022 is er binnengetreden bij de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] te [woonplaats] , waarbij een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [14] Op dezelfde dag heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan het [adres] te [woonplaats] , die gehuurd werd door [medeverdachte 1] en waarin ook een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [15] Tevens vond er op 23 maart 2022 een doorzoeking plaats in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] [16] , waar onder meer een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [17]
Ten aanzien van de internationale handel in LSD
Tijdens een observatie op 7 september 2021 werd een ontmoeting vastgelegd tussen [medeverdachte 1] en [A ] , waarbij [medeverdachte 1] meerdere stapels geld overhandigd kreeg waarna [A ] op het vliegtuig stapte naar Alicante. [18] Uit sms- en belverkeer tussen [medeverdachte 1] en [A ] blijkt dat [A ] een afnemer is van LSD. [19] [medeverdachte 1] stuurde meerdere malen LSD zegels via de post naar [A ] in Ierland, nadat [A ] de adressen had doorgegeven. [20] Dit blijkt uit het feit dat [A ] telkens bevestigde dat hij de bestelling had ontvangen. Voorts zijn in de telefoon van [medeverdachte 1] ook track and trace nummers aangetroffen voor poststukken die verstuurd waren naar Japan, Colombia en Spanje. [21]
Uit de telefoontap van [medeverdachte 1] bleek dat hij op 14 september 2021 bij de PostNL in Amsterdam een envelop had afgegeven voor een verzending naar Hong Kong, die nadien werd onderschept door de politie. [22] Dat de leverancier [medeverdachte 1] betrof, volgde tevens uit de camerabeelden van PostNL. [23] Uit nader onderzoek aan de envelop is gebleken dat hierin 24 LSD zegels oftewel 600 LSD blotters zaten. [24] Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte op 23 maart 2022 werd een laptop aangetroffen met daarop onder meer de trackingscode van het onderschepte postpakket naar Hong Kong, waarbij – in lijn met de onderschepping – werd vermeld dat dit pakket niet was aangekomen. [25]
Uit nader onderzoek naar het [Encrochat-account] account van verdachte bleek er een link te zijn met een aanbieder van vier verschillende soorten LSD op het zogeheten Darkweb, onder de naam [naam] . [26] De politie heeft vervolgens tweemaal een pseudokoop van een hoeveelheid LSD bij [naam] verricht op 11 februari 2022 [27] en op 2 maart 2022 [28] . Beide bestellingen werden geleverd en bevatten daadwerkelijk LSD zegels. [29] Van de tweede pseudokoop is op basis van camerabeelden van een postagentschap in Amsterdam vastgesteld dat de bestelling werd geleverd door [medeverdachte 1] , die als enige de envelop opstuurde. [30]
Nadat de onder verdachte in beslag genomen laptop was onderzocht, bleek hierop onder meer een snelkoppeling met de naam [naam] en een snelkoppeling naar het Darkweb te staan. [31] Voorts werden beide pseudokoop bestellingen bij [naam] op de laptop van verdachte aangetroffen. [32] Tevens is op basis van het onderzoek in de voornoemde laptop komen vast te staan dat de bestellingen bij [naam] wereldwijd werden verzonden. [33] Bovendien kwamen de door [naam] aangeboden LSD zegels overeen met de zegels die besproken werden in de Encrochat berichten en tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] . [34] Daarnaast werden tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte meerdere zilverkleurige enveloppen [35] en een Huawei telefoon aangetroffen. In de Huawei telefoon van verdachte werden weer diverse afbeeldingen van LSD zegels aangetroffen en chatgesprekken waaruit valt op te maken dat verdachte LSD zegels verkocht. [36]
Ten aanzien van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
Binnen het onderzoek zijn de bakengegevens uitgelezen van de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken] , waarin [medeverdachte 1] als enige reed. Het voertuig heeft tussen 16 juni 2021 en 2 januari 2022 in totaal 32 keer korte bezoekjes gepleegd aan de [straat] in de omgeving van nummer [nummer] , dat de woning van [medeverdachte 2] betreft [37] .
Uit observaties en tapgesprekken volgt onder andere dat [medeverdachte 1] op 18 juni 2021 heeft gebeld naar ‘ [medeverdachte 2] ’. [38] Uit een observatie op 1 september 2021 volgt dat [medeverdachte 1] een korte ontmoeting in [woonplaats] had met de bestuurder van een witte Volkswagen Up (kenteken [kenteken] ), die op naam stond van de huisgenoot van [medeverdachte 2] . [39] Voorts blijkt uit een tapgesprek van 13 oktober 2021 dat [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] zei dat hij er nog duizend moest hebben, waarna [medeverdachte 2] aangaf dat dit kan en zij vervolgens een vaste ontmoetingsplaats met elkaar afspraken. [40] Uit het tapgesprek van 18 oktober 2021 volgt dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] de opdracht gaf om een hele lading te maken. [41] In hetzelfde gesprek werd er tevens gesproken over verschillende soorten LSD. [42] Op 11 januari 2022 werd tijdens een observatie gezien dat [medeverdachte 1] in [woonplaats] een stapel geld aan [medeverdachte 2] overhandigde. [43]
Op 31 januari 2022 heeft [medeverdachte 3] bij [medeverdachte 1] een bestelling gedaan van een ‘boekje’. Uit onderzoek in de telefoon van [medeverdachte 1] is gebleken dat [medeverdachte 3] een vaste afnemer van hem is. Gelet hierop wordt met een boekje zeer waarschijnlijk meerdere LSD zegels bedoeld. Uit een tapgesprek volgt dat [medeverdachte 1] echter niet kan voldoen aan de bestelling, omdat zijn vriend op vakantie is en het daarom pas vrijdag weer kan. Onderzoek in de telefoon van [medeverdachte 1] heeft uitgewezen dat hij op 2 februari 2022 berichten heeft gestuurd aan [medeverdachte 2] , waaruit blijkt dat laatstgenoemde inderdaad op vakantie was tot vrijdag. [44]
Op 8 februari 2022 werd tijdens een observatie wederom een kortstondige ontmoeting in [woonplaats] gezien tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [45] Tijdens deze ontmoeting belde [medeverdachte 1] met [medeverdachte 3] , gaf hij telefonisch aan haar door dat het ‘50 maya’ zou worden en dat zij elkaar om vier uur zouden zien bij het Word Fashion (Centre) in [woonplaats] . Daarna is gezien dat [medeverdachte 1] , zonder enige ontmoeting met een ander, zich verplaatste naar [woonplaats] en in de auto stapte van [medeverdachte 3] . [46]
Tijdens een observatie van 25 februari 2022 werd gezien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opnieuw een ontmoeting met elkaar hadden in [woonplaats] , waarbij [medeverdachte 2] een witte envelop kennelijk achterliet in de auto waarin [medeverdachte 1] zat. Daaropvolgend werd gezien dat [medeverdachte 1] zich naar de woning van [medeverdachte 4] in [woonplaats] begaf en contact met hem maakte, voordat hij weer in de auto stapte en vertrok. [47] Vooraf aan deze observatie bleek uit een tapgesprek van 24 februari 2022 dat [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 4] had voorgesteld dat hij morgen op dezelfde tijd zou afspreken en het dan bij hem zou langsbrengen. [48]
Voorts is uit onderzoek naar de iPhone X van [medeverdachte 2] een contact genaamd [contact] naar voren gekomen. Uit zijn verhoor volgt dat hij op meerdere momenten vellen met daarop afgedrukte zonnestralen en een fiets aan [medeverdachte 2] heeft geleverd, welke overeen kwamen met de LSD blotters die in de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres] te [woonplaats] zijn aangetroffen op 23 maart 2022 [49] en bij welke binnentreding tevens materialen zijn aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met de productie van en handel in LSD [50] .
Bewijsoverweging t.a.v. feit 1 en 4
Uit het dossier is gebleken dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode heeft bezig gehouden met de grootschalige productie van en handel in LSD zegels/blotters. Dat deed hij in samenwerking en in georganiseerd verband met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De handel (verkoop) vond op professionele wijze plaats, namelijk middels een webwinkel op het Darkweb die beheerd werd door verdachte. Verdachte gaf de LSD-bestellingen door aan medeverdachte [medeverdachte 1] , die voor het ophalen van de LSD op zijn beurt langs ging bij medeverdachte [medeverdachte 2] . Hij zorg voor de productie van de LSD. Medeverdachte [medeverdachte 1] zorgde vervolgens voor de verzending/verstrekking aan klanten. Uit verschillende observaties van de verdachten zijn bovendien handelingen naar voren gekomen die doorgaans onderdeel uitmaken van de handel in en verkoop van LSD, zoals onder meer het afgeven van envelopjes, overhandigen van geld en kortstondige ontmoetingen en bezoekjes.
Van dit samenwerkingsverband tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kan worden vastgesteld dat er sprake was van een criminele organisatie, aangezien er een zekere duurzaamheid en structuur (taakverdeling) was, zij het gezamenlijke doel hadden om in deze formatie verschillende soorten LSD te verkopen en daarmee grote hoeveelheden geld te genereren, en zij alle drie hun eigen bijdrage hieraan hebben geleverd.
Uit het dossier volgt verder dat verdachte zich samen met (in ieder geval) medeverdachte [medeverdachte 1] naast de nationale handel en verkoop ook bezig hield met de handel en verkoop van LSD op internationaal niveau. Er zijn naast nationale bestellingen, zoals onder andere de twee geslaagde pseudokoop bestellingen van LSD bij [naam] , namelijk ook wereldwijde bestellingen aangetroffen op de laptop van verdachte. Verder is gebleken dat [medeverdachte 1] internationaal handelde met [A ] . Dat verdachte een cruciale rol heeft gespeeld in de handel in en verkoop van (grote) hoeveelheden LSD zegels staat buiten kijf. Verdachte heeft door middel van het beheren van de desbetreffende webwinkel op het Darkweb namelijk aan het beginpunt gestaan van de handel en verkoop, en is middels het doorgeven van de bestellingen aan medeverdachte [medeverdachte 1] een uiterst belangrijke schakel geweest in het gehele proces tot aan het eindpunt, zijnde de levering van LSD aan klanten. Zonder zijn handelen zouden vele bestellingen van LSD immers niet in gang kunnen worden gezet.
Gelet op de taakverdeling tussen verdachte en de medeverdachten en op basis van de tapgesprekken, observaties en Encrochat berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan zowel de nationale als internationale handel in, en verkoop en productie van (grote) hoeveelheden LSD. Tevens acht de rechtbank op basis van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die het plegen van opiumfeiten als doel voor ogen had.
T.a.v. feit 2 en 3
Op 23 maart 2022 werd er binnengetreden in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] . [51] De doorzoeking vond plaats in het bijzijn van verdachte. Tijdens de doorzoeking werden onder andere 10.728 LSD blotters aangetroffen. [52] Daarnaast werd er een in werking zijnde hennepkwekerij in de woning aangetroffen met 17 hennepplanten en 13 hennepstekken. [53] Tevens werd er 1.460,16 gram hennep aangetroffen in de woning van verdachte en 5,26 gram hennep in de personenauto van verdachte (Audi A5). In totaal bleek dit circa 1465 gram aan hennep te zijn. [54]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en in vereniging met anderen telkens opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en
aanwezig heeft gehad en
heeft vervaardigd

een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

feit 2
op 23 maart 2022 in Mijdrecht aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid (totaal 10.728 blotters) van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3
op 23 maart 2022 te Mijdrecht opzettelijk heeft geteeld in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 1465 gram (gedroogde) hennep en 17 hennepplanten en 13 hennepstekken, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 4
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en telkens heeft deelgenomen aan een organisatie welke organisatie bestond uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3, lid 4 en lid 5 van de Opiumwet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
handelen in strijd met een in artikel 2 onder A, B, C en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft conform het afdoeningsvoorstel gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft desgevraagd bevestigd zich te verenigen met het afdoeningsvoorstel en heeft de rechtbank verzocht om dit te volgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de handel in binnen- en buitenland en productie van LSD, deelneming aan een criminele organisatie die het verkopen van LSD zegels als doel had, en het aanwezig hebben van LSD en een hennepkwekerij. De handelingen van verdachte wijzen erop dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] in de grootschalige LSD handel en verkoop zat die grotendeels gerund werd door laatstgenoemde en waarbij de productie werd overgelaten aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte heeft een cruciale rol hierin gespeeld door een webwinkel op het Darkweb te beheren, waarop de LSD-bestellingen binnen kwamen. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. De rechtbank neemt verdachte kwalijk dat hij zich hier niets van heeft aangetrokken en zich heeft laten leiden door het lucratieve karakter van deze business.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 30 mei 2022. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Voorts heeft verdachte ter terechtzitting van 3 februari 2023 omtrent over zijn persoonlijke omstandigheden verklaard dat hij zijn baan is kwijt geraakt en de situatie rondom zijn huisvesting lastig is waardoor hij momenteel op een vakantiepark in Loosdrecht verblijft. Dit is de reden dat verdachte zich momenteel bezighoudt met het vinden van een huurwoning.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat het Openbaar Ministerie en verdachte procesafspraken zijn overeengekomen. De rechtbank heeft daarbij in acht genomen dat de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling onder meer heeft gewezen op een beperkte onderzoeks- en recherchecapaciteit en beperkte zittingsruimte. Door dit afdoeningsvoorstel hoeven de onderzoekswensen niet meer te worden uitgevoerd, hoeft geen beroep meer te worden gedaan op de beperkte recherchecapaciteit, kan de zittingscapaciteit beter worden benut en kan de zaak voortvarender worden afgedaan, waardoor er sneller uitsluitsel kan komen en geëxecuteerd kan worden en meer tijd beschikbaar is voor andere zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op het relevante toetsingskader voor procesafspraken dat de Hoge Raad heeft neergelegd in de uitspraak van 27 september 2022 (zie randnummer 2.1). Ten aanzien van de strafoplegging overweegt de Hoge Raad, dat de rechter vrij is in de keuze van de strafsoort en strafmaat en de factoren die hij daarbij van belang acht. Dit betekent dat de rechter acht kan slaan op wat het afdoeningsvoorstel inhoudt met betrekking tot de sanctieoplegging. Als de rechter van oordeel is dat wat het afdoeningsvoorstel daarover inhoudt, niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting, zal de rechter komen tot een andere sanctiebeslissing dan de voorgestelde en tot uitdrukking brengen wat de redenen daarvoor zijn.
De rechtbank heeft voor het aanwezig hebben van 10.728 LSD blotters gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die voor het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs uitgaan van het (totale) gewicht van deze harddrugs, waarbij 1 pil gelijk wordt gesteld aan 0,5 gram. In de onderhavige zaak stelt de rechtbank 1 LSD-zegel (oftewel 25 blotters) gelijk aan 1 pil. 10.728 LSD blotters zijn daarom voor de oriëntatiepunten vergelijkbaar met 214 gram harddrugs. Volgens de oriëntatiepunten komt daarmee een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beeld van 2 maanden bij een standaardzaak en van 3 maanden bij een organisatie.
Voor de uitvoer van harddrugs gelden oriëntatiepunten voor straftoemeting die gerelateerd zijn aan het gewicht. Bij gewichten boven de kilogram in georganiseerd verband komen gevangenisstraffen vanaf 12 maanden in beeld. Onduidelijk is welke hoeveelheden LSD zijn uitgevoerd.
Voor de bereiding van harddrugs komt bij gewichten vanaf 5 kg in georganiseerd verband een gevangenisstraf vanaf 34 maanden in beeld.
Het openbaar ministerie heeft zonder procesafspraken een strafeis van 40 tot 45 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk passend en geboden geacht. Gezien het voorgaande acht de rechtbank zo’n eis een bij de ernst van de feiten passend vertrekpunt.
Vanwege het aantal en de ernst van de feiten is slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
De door middel van de procesafspraken aan de rechtbank voorgelegde straf van 30 maanden komt neer op een vermindering met grofweg een derde deel. Een ‘korting’ van maximaal 1/3 is bij procesafspraken in internationaal verband geen uitzondering en wordt ook door deze kamer in deze zaak gezien als passende bandbreedte. Een korting is daarnaast gerechtvaardigd, omdat verdachte meewerkt aan een procedure die uiteindelijk leidt tot tijdwinst. Snellere of verkorte afdoening van een specifieke zaak kan zowel in het belang van die ene zaak, als in het belang van andere zaken zijn, omdat – ook in hoger beroep en cassatie - (zittings)capaciteit beschikbaar blijft om andere zaken af te doen. Dit mag uiteraard geen doel op zich zijn, maar de rechtbank kan zijn ogen niet sluiten voor het feit dat zaken als deze, waarin de problematiek speelt van internationaal gekraakte PGP-servers, een groot beslag leggen op de schaarse zittingstijd, waardoor andere zaakstromen (bijvoorbeeld cybercrime, zedendelicten, geweldsdelicten en fraude) in de verdrukking kunnen komen.
Daarnaast zorgen de procesafspraken er ook voor dat de opgelegde straf sneller kan worden geëxecuteerd en dat ook direct het overeengekomen bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel door de staat kan worden geïncasseerd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat dit onderdeel van het afdoeningsvoorstel recht doet aan deze zaak, waarbij zowel het belang van verdachte als dat van de maatschappij geëerbiedigd wordt. Kortom, de rechtbank zal verdachte veroordelen tot de in het afdoeningsvoorstel genoemde straf. Van deze straf conform de procesafspraken kan gezien het voorgaande niet worden geoordeeld dat die niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
Conform de procesafspraken heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte afstand doet van de onder hem in beslag genomen goederen, te weten:
  • contant geld ter hoogte van € 34.100,-;
  • cryptovaluta bij KuCoin en Binance ter waarde van € 9.612,90;
  • geldbedragen van € 9.539,18 en € 2.382,41;
  • Audi A5 personenauto (getaxeerd op € 19.500,-);
  • LSD blotters;
  • hennep;
  • MDMA;
  • pillen;
  • alle goederen met betrekking tot de hennepkwekerij.
De officier van justitie heeft teruggave aan verdachte gevorderd van de overige in beslag genomen goederen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft tevens dit onderdeel van de procesafspraken bevestigd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen en personenauto verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de hoeveelheid in beslag genomen LSD blotters, MDMA, pillen, hennep en alle goederen met betrekking tot de hennepkwekerij onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze voorwerpen zijn bovendien tot het begaan van het feit vervaardigd en bestemd.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10, 11 en 11b van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 34.100 EUR;
  • cryptovaluta bij KuCoin en Binance ter waarde van € 9.612,90;
  • geldbedragen van € 9.539,18 en € 2.382,41;
  • Audi A5 (Omschrijving: MDRAA21017);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • alle verdovende middelen (LSD blotters, MDMA, pillen, hennep);
  • overige goederen met betrekking tot de hennepkwekerij;
- gelast de teruggave aan verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. M.C. Danel en I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 april 2023.
Mr. Danel is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem in vereniging met andere meermalen (telkens) opzettelijk
Buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
Heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en
Aanwezig heeft gehad en
Heeft vervaardigd
een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 23 maart 2022 in Mijdrecht aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid (totaal 10.728 blotters) van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 23 maart 2022 te Mijdrecht opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 1465 gram (gedroogde) hennep en 17 hennepplanten en 13 hennepstekken, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem (telkens) heeft deelgenomen aan een organisatie welke organisatie bestond uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3, lid 4 en lid 5 van de Opiumwet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 juni 2022, genummerd 2021151944, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, in onderzoek 03Zegel:
2.Pagina 51 van het algemeen dossier.
3.Pagina 53 tot en met 55 van het algemeen dossier.
4.Pagina 65 tot en met 67 van het algemeen dossier.
5.Pagina 68 tot en met 70 van het algemeen dossier.
6.Pagina 84 van het algemeen dossier.
7.Pagina 72 tot en met 76 van het algemeen dossier.
8.Pagina’s 326 en 327 van het algemeen dossier.
9.Pagina 166 tot en met 169 van het algemeen dossier.
10.Pagina 176 tot en met 217 van het algemeen dossier.
11.Pagina 561 tot en met 566 en pagina 218 tot en met 232, beide van het algemeen dossier.
12.Pagina’s 72 en 73 van het algemeen dossier.
13.Pagina’s 534 en 535 van het algemeen dossier.
14.Pagina 665 van het algemeen dossier.
15.Pagina’s 714 en 715 van het algemeen dossier.
16.Pagina’s 1170 en 1171 van zaaksdossier 1.
17.Pagina 1220 tot en met 1228 van het zaaksdossier 1.
18.Pagina’s 494 en 495 van het algemeen dossier.
19.Pagina 230 van het algemeen dossier.
20.Pagina 230 tot en met 232 van het algemeen dossier.
21.Pagina’s 593 en 594 van het algemeen dossier.
22.Pagina 252 van zaaksdossier 1.
23.Pagina 641 tot en met 645 van het algemeen dossier.
24.Pagina 265 van zaaksdossier 1 en pagina’s 51 en 52 van het tweede aanvullend algemeen dossier (deel 2).
25.Pagina’s 265 en 266 van zaaksdossier 1.
26.Pagina’s 308 en 309 van zaaksdossier 1.
27.Pagina 276 van zaaksdossier 1.
28.Pagina 292 van zaaksdossier 1.
29.Pagina’s 55 en 56 (eerste pseudokoop) en pagina’s 60 en 61 (tweede pseudokoop) van het tweede aanvullend algemeen dossier (deel 2)
30.Pagina 302 tot en met 305 van zaaksdossier 1.
31.Pagina’s 313 en 314 van zaaksdossier 1.
32.Pagina 316 van zaaksdossier 1.
33.Pagina 315 van zaaksdossier 1.
34.Pagina 1165 tot en met 1167 van zaaksdossier 1.
35.Pagina 1246 van zaaksdossier 1.
36.Pagina 327 tot en met 337 van zaaksdossier 1.
37.Pagina 242 van zaaksdossier 1.
38.Pagina’s 1346 en 1347 van het algemeen dossier.
39.Pagina’s 164 tot en met 166 van zaaksdossier 1.
40.Pagina 378 van het algemeen dossier.
41.Pagina’s 240 en 241 van zaaksdossier 1.
42.Pagina 201 van zaaksdossier 1.
43.Pagina 177 van zaaksdossier 1.
44.Pagina’s 244 en 245 van zaaksdossier 1.
45.Pagina 186 tot en met 188 van zaaksdossier 1.
46.Pagina 213 van zaaksdossier 1.
47.Pagina 194 tot en met 196 van zaaksdossier 1.
48.Pagina 1353 van zaaksdossier 1.
49.Pagina’s 1132, 1140 en 1144 van zaaksdossier 1.
50.Pagina 1355 van zaaksdossier 1.
51.Pagina’s 1170 en 1171 van zaaksdossier 1.
52.Pagina 1220 tot en met 1228 van zaaksdossier 1.
53.Pagina 12 van zaaksdossier 5.
54.Pagina’s 34 en 35 van zaaksdossier 5.