ECLI:NL:RBMNE:2023:1602

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
16/133355-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en grootschalige handel in LSD en hasj

Op 7 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en grootschalige handel in LSD en hasj. De zaak betreft een onderzoek naar de productie, uitvoer en verkoop van LSD zegels in Nederland gedurende een periode van twee jaar. De verdachte, samen met twee medeverdachten, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid LSD blotters en hasj, evenals deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met opiumfeiten. Tijdens de zittingen op 3 februari en 27 maart 2023 zijn procesafspraken gemaakt, waarbij de verdachte instemde met een afdoeningsvoorstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij het bewijs onder andere is ontleend aan chatberichten via Encrochat en observaties door de politie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met inachtneming van de procesafspraken en de ernst van de feiten. Daarnaast zijn er aanzienlijke bedragen aan wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen, en zijn er verbeurdverklaringen gedaan voor in beslag genomen goederen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/133355-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 7 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 februari 2023 en 27 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. W. van Vliet, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, naar voren hebben gebracht.

2.INLEIDING

2.1
De tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De rechtbank heeft daarbij getoetst of na de wijziging het daarin aan de verdachte gemaakte verwijt niet meer in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting (ECLI:NL:HR:2022:1252 r.o. 5.6.1 – 5.6.3). Dat is niet het geval. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 in Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem met anderen telkens opzettelijk een (grote) hoeveelheid LSD heeft geëxporteerd, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, aanwezig gehad en vervaardigd;
feit 2
op 23 maart 2022 in Amsterdam, Purmerend en Ursem in totaal 270.865 LSD blotters aanwezig heeft gehad;
feit 3
op 23 maart 2022 in Purmerend ongeveer 1600 gram hasj aanwezig heeft gehad;
feit 4
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 in Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem telkens heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van Opiumfeiten.
2.2
Het afdoeningsvoorstel en de beoordeling
Het Openbaar Ministerie en verdachte hebben procesafspraken gemaakt met betrekking tot de afdoening van de strafzaak en ontnemingszaak en hebben naar aanleiding daarvan een overeenkomst gesloten, waarin onder meer de gezamenlijke zienswijze van de officier van justitie en de verdediging over de beoordeling van de ten laste gelegde feiten en de op te leggen straf is neergelegd.
De afspraken, die aan de rechtbank zijn voorgelegd, houden concreet onder meer het volgende in:
- reeds ingediende onderzoekswensen worden ingetrokken, en het indienen van nieuwe onderzoekswensen en het instellen van hoger beroep blijft achterwege, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform deze procesafspraken komt;
- er worden geen bewijsverweren door de verdediging gevoerd;
- verdachte doet afstand van de onder hem in beslag genomen goederen, zijnde contant geld ter hoogte van € 23.630,-, 170 Amerikaanse dollars en 980 Britse ponden, een geldbedrag van € 122.369,10 op BUNQ bankrekening, een Rolex horloge (getaxeerd op € 35.000,-) en alle LSD blotters, plakken hasj, MDMA, cocaïne, ergotamine, onbekende poeders en pillen, enveloppen en sealbags.
Tijdens de inhoudelijke behandeling op 3 februari 2023 zijn de bovenstaande procesafspraken bij verdachte onder de aandacht gebracht. Daarbij heeft de rechtbank getoetst of verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en zijn strafzaak konden hebben. Verdachte heeft ter terechtzitting uitdrukkelijk bevestigd dat hij op basis van voldoende en duidelijke informatie vrijwillig de keuze heeft gemaakt om in te stemmen met procesafspraken en zich bewust is geweest van de inhoud, de procedure en de rechtsgevolgen daarvan. Verdachte wil verder met zijn leven en zekerheid, en heeft daarom voor de procesafspraken gekozen.
Zowel bij het onderzoek ter terechtzitting als in dit vonnis heeft de beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) centraal gestaan. Bij het bepalen van de straf en de motivering daarvan zal de inhoud en doorwerking van de procesafspraken worden besproken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Uit de overeenkomst van de procesafspraken volgt dat de officier van justitie de vier ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen acht. Hetgeen door de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling is bevestigd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft conform de procesafspraken geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
T.a.v. feit 1 en 4
Onderzoek 03Zegel is gestart op basis van een proces-verbaal van 12 mei 2021 dat werd opgemaakt door het Team Criminele Inlichtingen van politie eenheid Midden-Nederland, waaruit bleek dat verdachte zich bezig hield met de (inter)nationale handel in LSD. [2] Voorts is op basis van onderzoek 26Lemont informatie naar voren gekomen over het chatverkeer tussen gebruikers van cryptotoestellen (zogeheten PGP telefoons) van Encrochat. Hieruit is gebleken dat verdachte de gebruiker was van de Encrochat-accounts [EncroChat-account] [3] en [EncroChat-account] [4] , en dat medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker was van [naam] [5] . Onderzoek heeft uitgewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] vanaf 26 maart 2020 [6] veelvuldig via PGP telefoons met elkaar communiceerden over de handel van LSD en tevens met elkaar afspraken [7] . Met betrekking tot het contact tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is uit onderzoek in de Huawei telefoon van [medeverdachte 1] gebleken dat [medeverdachte 2] hierin (onder de naam [medeverdachte 2] ) stond opgeslagen als contactpersoon en als een contact binnen Telegram. [8]
Daarnaast is gebleken dat verdachte de gebruiker was van telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] . [9] Het telefoonnummer van verdachte eindigend op [telefoonnummer] is getapt van 25 mei 2021 tot en met 23 maart 2022. Verdachte is ook stelselmatig geobserveerd van 21 mei 2021 tot en met 12 mei 2022. [10] De inhoud van de chatberichten, die zijn aangetroffen op de iPhone 11 van verdachte, en de getapte gesprekken hadden voornamelijk betrekking op bestellingen en verzendingen van LSD. [11]
Ten aanzien van verdachte en [medeverdachte 1]
Uit een observatie van 24 juni 2021 is gebleken dat verdachte en [medeverdachte 1] een ontmoeting met elkaar hadden in Amsterdam, waarbij [medeverdachte 1] een zilverkleurig zakje aan verdachte overhandigde. [12] Voorts is op 24 februari 2022 geobserveerd dat [medeverdachte 1] bij de woning van verdachte in [woonplaats] naar binnen ging. [13]
Op 23 maart 2022 is er binnengetreden bij de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] , waarbij een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [14] Op dezelfde dag heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan het [adres] te [woonplaats] , die gehuurd werd door verdachte en waarin ook een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [15] Tevens vond er op 23 maart 2022 een doorzoeking plaats in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] te [woonplaats] [16] , waar onder meer een hoeveelheid LSD blotters is aangetroffen. [17]
Ten aanzien van de internationale handel in LSD
Tijdens een observatie op 7 september 2021 werd een ontmoeting vastgelegd tussen verdachte en [A] , waarbij verdachte meerdere stapels geld overhandigd kreeg waarna [A] op het vliegtuig stapte naar Alicante. [18] Uit sms- en belverkeer tussen verdachte en [A] blijkt dat [A] een afnemer is van LSD. [19] Verdachte stuurde meerdere malen LSD zegels via de post naar [A] in Ierland, nadat [A] de adressen had doorgegeven. [20] Dit blijkt uit het feit dat [A] telkens bevestigde dat hij de bestelling had ontvangen. Voorts zijn in de telefoon van verdachte ook track and trace nummers aangetroffen voor poststukken die verstuurd waren naar Japan, Colombia en Spanje. [21]
Uit de telefoontap van verdachte bleek dat hij op 14 september 2021 bij de PostNL in Amsterdam een envelop had afgegeven voor een verzending naar Hong Kong, die nadien werd onderschept door de politie. [22] Dat verdachte de leverancier betrof, volgde tevens uit de camerabeelden van PostNL. [23] Uit nader onderzoek aan de envelop is gebleken dat hierin 24 LSD zegels oftewel 600 LSD blotters zaten. [24] Tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] op 23 maart 2022 werd een laptop aangetroffen met daarop onder meer de trackingscode van het onderschepte postpakket naar Hong Kong, waarbij – in lijn met de onderschepping – werd vermeld dat dit pakket niet was aangekomen. [25]
Uit nader onderzoek naar het [naam] account van [medeverdachte 1] bleek er een link te zijn met een aanbieder van vier verschillende soorten LSD op het zogeheten Darkweb, onder de naam [bijnaam] . [26] De politie heeft vervolgens tweemaal een pseudokoop van een hoeveelheid LSD bij [bijnaam] verricht op 11 februari 2022 [27] en op 2 maart 2022 [28] . Beide bestellingen werden geleverd en bevatten daadwerkelijk LSD zegels. [29] Van de tweede pseudokoop is op basis van camerabeelden van een postagentschap in Amsterdam vastgesteld dat de bestelling werd geleverd door verdachte, die als enige de envelop opstuurde. [30]
Nadat de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen laptop was onderzocht, bleek hierop onder meer een snelkoppeling met de naam [bijnaam] en een snelkoppeling naar het Darkweb te staan. [31] Voorts werden beide pseudokoop bestellingen bij [bijnaam] op de laptop van [medeverdachte 1] aangetroffen. [32] Tevens is op basis van het onderzoek in de voornoemde laptop komen vast te staan dat de bestellingen bij [bijnaam] wereldwijd werden verzonden. [33] Bovendien kwamen de door [bijnaam] aangeboden LSD zegels overeen met de zegels die besproken werden in de Encrochat berichten en tapgesprekken tussen verdachte en [medeverdachte 1] . [34]
Ten aanzien van verdachte en [medeverdachte 2]
Binnen het onderzoek zijn de bakengegevens uitgelezen van de Volkswagen Touran met kenteken [kenteken] , waarin verdachte als enige reed. Het voertuig heeft tussen 16 juni 2021 en 2 januari 2022 in totaal 32 keer korte bezoekjes gepleegd aan de [straat] in de omgeving van nummer [nummer] , dat de woning van [medeverdachte 2] betreft. [35]
Uit observaties en tapgesprekken volgt onder andere dat verdachte op 18 juni 2021 heeft gebeld naar ‘ [medeverdachte 2] ’. [36] Uit een observatie op 1 september 2021 volgt dat verdachte een korte ontmoeting in [medeverdachte 2] had met de bestuurder van een witte Volkswagen Up (kenteken [kenteken] ), die op naam stond van de huisgenoot van [medeverdachte 2] . [37] Voorts blijkt uit een tapgesprek van 13 oktober 2021 dat verdachte tegen [medeverdachte 2] zei dat hij er nog duizend moest hebben, waarna [medeverdachte 2] aangaf dat dit kan en zij vervolgens een vaste ontmoetingsplaats met elkaar afspraken. [38] Uit het tapgesprek van 18 oktober 2021 volgt dat verdachte aan [medeverdachte 2] de opdracht gaf om een hele lading te maken. [39] In hetzelfde gesprek werd er tevens gesproken over verschillende soorten LSD. [40] Op 11 januari 2022 werd tijdens een observatie gezien dat verdachte in [medeverdachte 2] een stapel geld aan [medeverdachte 2] overhandigde. [41]
Op 31 januari 2022 heeft [medeverdachte 3] bij verdachte een bestelling gedaan van een ‘boekje’. Uit onderzoek in de telefoon van verdachte is gebleken dat [medeverdachte 3] een vaste afnemer van hem is. Gelet hierop wordt met een boekje zeer waarschijnlijk meerdere LSD zegels bedoeld. Uit een tapgesprek volgt dat verdachte echter niet kan voldoen aan de bestelling, omdat zijn vriend op vakantie is en het daarom pas vrijdag weer kan. Onderzoek in de telefoon van verdachte heeft uitgewezen dat hij op 2 februari 2022 berichten heeft gestuurd aan [medeverdachte 2] , waaruit blijkt dat laatstgenoemde inderdaad op vakantie was tot vrijdag. [42]
Op 8 februari 2022 werd tijdens een observatie wederom een kortstondige ontmoeting in Almere gezien tussen verdachte en [medeverdachte 2] . [43] Tijdens deze ontmoeting belde verdachte met [medeverdachte 3] , gaf hij telefonisch aan haar door dat het ‘50 maya’ zou worden en dat zij elkaar om vier uur zouden zien bij het Word Fashion (Centre) in Amsterdam. Daarna is gezien dat verdachte, zonder enige ontmoeting met een ander, zich verplaatste naar [woonplaats] en in de auto stapte van [medeverdachte 3] . [44]
Tijdens een observatie van 25 februari 2022 werd gezien dat verdachte en [medeverdachte 2] opnieuw een ontmoeting met elkaar hadden in [woonplaats] , waarbij [medeverdachte 2] een witte envelop kennelijk achterliet in de auto waarin verdachte zat. Daaropvolgend werd gezien dat verdachte zich naar de woning van [medeverdachte 4] in [woonplaats] begaf en contact met hem maakte, voordat hij weer in de auto stapte en vertrok. [45] Vooraf aan deze observatie bleek uit een tapgesprek van 24 februari 2022 dat verdachte aan [medeverdachte 4] had voorgesteld dat hij morgen op dezelfde tijd zou afspreken en het dan bij hem zou langsbrengen. [46]
Voorts is uit onderzoek naar de iPhone X van [medeverdachte 2] een contact genaamd [contact] naar voren gekomen. Uit zijn verhoor volgt dat hij op meerdere momenten vellen met daarop afgedrukte zonnestralen en een fiets aan [medeverdachte 2] heeft geleverd, welke overeen kwamen met de LSD blotters die in de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres] te [woonplaats] zijn aangetroffen op 23 maart 2022 [47] en bij welke binnentreding tevens materialen zijn aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met de productie van en handel in LSD [48] .
Bewijsoverweging t.a.v. feit 1 en 4
Uit het dossier is gebleken dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode heeft bezig gehouden met de grootschalige productie van en handel in LSD zegels/blotters. Dat deed hij in samenwerking en in georganiseerd verband met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De handel (verkoop) vond op professionele wijze plaats, namelijk middels een webwinkel op het Darkweb die beheerd werd door medeverdachte [medeverdachte 1] die de LSD-bestellingen doorgaf aan verdachte. Verdachte ging voor het ophalen van de LSD op zijn beurt langs bij medeverdachte [medeverdachte 2] , die zorg droeg voor de productie van de LSD. Verdachte zorgde vervolgens voor de verzending/verstrekking aan klanten. Uit verschillende observaties van de verdachten zijn bovendien handelingen naar voren gekomen die doorgaans onderdeel uitmaken van de handel in en verkoop van LSD, zoals onder meer het afgeven van envelopjes, overhandigen van geld en kortstondige ontmoetingen en bezoekjes.
Van dit samenwerkingsverband tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kan worden vastgesteld dat er sprake was van een criminele organisatie, aangezien er een zekere duurzaamheid en structuur (taakverdeling) was, zij het gezamenlijke doel hadden om in deze formatie verschillende soorten LSD te verkopen en daarmee grote hoeveelheden geld te genereren, en zij alle drie hun eigen bijdrage hieraan hebben geleverd.
Uit het dossier volgt verder dat verdachte zich samen met (in ieder geval) medeverdachte [medeverdachte 1] naast de nationale handel en verkoop ook bezig hield met de handel en verkoop van LSD op internationaal niveau. Er zijn naast nationale bestellingen, zoals onder andere de twee geslaagde pseudokoop bestellingen van LSD bij [bijnaam] , namelijk ook wereldwijde bestellingen aangetroffen op de laptop van medeverdachte [medeverdachte 1] . Verder is gebleken dat verdachte internationaal handelde met [A] . Dat verdachte de voornaamste en grootste rol kan worden toegeschreven in de handel in en verkoop van (grote) hoeveelheden LSD zegels staat buiten kijf. Verdachte was degene die de inventarisatie van LSD bestellingen uitbesteedde aan medeverdachte [medeverdachte 1] en de productie van de LSD zegels overliet aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte heeft door zijn positie en handelen een spilfunctie gehad en wist daardoor een groot aantal verkopen van hoeveelheden LSD rond te krijgen en te leveren aan verschillende klanten in binnen- en buitenland.
Gelet op de taakverdeling tussen verdachte en de medeverdachten en op basis van de tapgesprekken, observaties en Encrochat berichten acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in vereniging met anderen schuldig heeft gemaakt aan zowel de nationale als internationale handel in, en verkoop en productie van (grote) hoeveelheden LSD. Tevens acht de rechtbank op basis van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , die het plegen van opiumfeiten als doel voor ogen had.
T.a.v. feit 2 en 3
Op 23 maart 2022 werd er binnengetreden in de woning aan het [adres] te [woonplaats] , die door verdachte werd gehuurd. [49] Tijdens de doorzoeking werden onder andere 210.424 LSD blotters aangetroffen. [50] Op dezelfde dag werd tevens binnengetreden in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] . [51] In die woning werden er 60.561 LSD blotters [52] aangetroffen en twee plakken hasj [53] . Het totale gewicht van de twee plakken hasj werd na het testen vastgesteld op ongeveer 1600 gram hasj. [54]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en in vereniging met anderen telkens opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en
aanwezig heeft gehad en
heeft vervaardigd

een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

feit 2
op 23 maart 2022 in Amsterdam, Purmerend en aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid (totaal 270.985 blotters) van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3
op 23 maart 2022 te Purmerend opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 1600 gram hasj, zijnde hasj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 4
op meerdere tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en telkens heeft deelgenomen aan een organisatie welke organisatie bestond uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3, lid 4 en lid 5 van de Opiumwet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
handelen in strijd met een in artikel 2 onder A, B, C en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumwet.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft desgevraagd bevestigd zich te verenigen met het afdoeningsvoorstel en heeft de rechtbank verzocht om dit te volgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de handel in binnen- en buitenland en productie van LSD, deelneming aan een criminele organisatie die het verkopen van LSD zegels als doel had, en het aanwezig hebben van LSD en hasj. Het handelen van verdachte wijst erop dat hij de voorman was die de LSD handel en verkoop op grote schaal runde, waarbij medeverdachte [medeverdachte 1] voornamelijk de LSD bestellingen aannam en de productie werd overgelaten aan medeverdachte [medeverdachte 2] . Er kan worden geconcludeerd dat verdachte degene was die het gehele proces heeft aangestuurd. Hij beschikte immers over de contacten, deelde de opdrachten uit voor de productie van verschillende hoeveelheden LSD zegels en zorgde voor de verspreiding hiervan.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 27 februari 2023. Hieruit volgt dat verdachte voor opiumfeiten is veroordeeld in april 2019.
Voorts heeft verdachte ter terechtzitting van 3 februari 2023 over zijn persoonlijke omstandigheden verklaard dat hij niet meer is gaan werken waar hij eerder van plan was, omdat hij daarvoor een cursus over veiligheidsnormen nodig had en zijn werkgever dit niet zag zitten vanwege de onderhavige zaak. Hij is daarom sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis in dienst bij zijn broer als schilder.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat het Openbaar Ministerie en verdachte procesafspraken zijn overeengekomen. De rechtbank heeft daarbij in acht genomen dat de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling onder meer heeft gewezen op een beperkte onderzoeks- en recherchecapaciteit en beperkte zittingsruimte. Door dit afdoeningsvoorstel hoeven de onderzoekswensen niet meer te worden uitgevoerd, hoeft geen beroep meer te worden gedaan op de beperkte recherchecapaciteit, kan de zittingscapaciteit beter worden benut en kan de zaak voortvarender worden afgedaan, waardoor er sneller uitsluitsel kan komen en geëxecuteerd kan worden en meer tijd beschikbaar is voor andere zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op het relevante toetsingskader voor procesafspraken dat de Hoge Raad heeft neergelegd in de uitspraak van 27 september 2022 (zie randnummer 2.1). Ten aanzien van de strafoplegging overweegt de Hoge Raad, dat de rechter vrij is in de keuze van de strafsoort en strafmaat en de factoren die hij daarbij van belang acht. Dit betekent dat de rechter acht kan slaan op wat het afdoeningsvoorstel inhoudt met betrekking tot de sanctieoplegging. Als de rechter van oordeel is dat wat het afdoeningsvoorstel daarover inhoudt, niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting, zal de rechter komen tot een andere sanctiebeslissing dan de voorgestelde en tot uitdrukking brengen wat de redenen daarvoor zijn.
De rechtbank heeft voor het aanwezig hebben van 270.985 LSD blotters gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die voor het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs uitgaan van het (totale) gewicht van deze harddrugs, waarbij 1 pil gelijk wordt gesteld aan 0,5 gram. In de onderhavige zaak stelt de rechtbank 1 LSD-zegel (oftewel 25 blotters) gelijk aan 1 pil. 270.985 LSD blotters zijn daarom voor de oriëntatiepunten vergelijkbaar met 5.420 gram harddrugs. Volgens de oriëntatiepunten komt daarmee een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beeld van 18 maanden bij een standaardzaak en van 24 maanden bij een organisatie.
Voor de uitvoer van harddrugs gelden oriëntatiepunten voor straftoemeting die gerelateerd zijn aan het gewicht. Bij gewichten boven de kilogram in georganiseerd verband komen gevangenisstraffen vanaf 12 maanden in beeld. Onduidelijk is welke hoeveelheden LSD zijn uitgevoerd.
Voor de bereiding van harddrugs komt bij gewichten vanaf 5 kg in georganiseerd verband een gevangenisstraf vanaf 34 maanden in beeld.
Het openbaar ministerie heeft zonder procesafspraken een strafeis van ongeveer vijf jaren gevangenisstraf onvoorwaardelijk passend en geboden geacht. Daarbij houdt het Openbaar Ministerie er rekening mee dat verdachte al meerdere keren is veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet. Gezien het voorgaande acht de rechtbank zo’n eis een bij de ernst van de feiten en de recidive passend vertrekpunt.
Vanwege het aantal en de ernst van de feiten en de recidive is slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
De door middel van de procesafspraken aan de rechtbank voorgelegde straf van 42 maanden, komt neer op een vermindering met grofweg een derde deel. Een ‘korting’ van maximaal 1/3 is bij procesafspraken in internationaal verband geen uitzondering en wordt ook door deze kamer in deze zaak gezien als passende bandbreedte. Een korting is daarnaast gerechtvaardigd, omdat verdachte meewerkt aan een procedure die uiteindelijk leidt tot tijdwinst. Snellere of verkorte afdoening van een specifieke zaak kan zowel in het belang van die ene zaak, als in het belang van andere zaken zijn, omdat – ook in hoger beroep en cassatie - (zittings)capaciteit beschikbaar blijft om andere zaken af te doen. Dit mag uiteraard geen doel op zich zijn, maar de rechtbank kan zijn ogen niet sluiten voor het feit dat zaken als deze, waarin de problematiek speelt van internationaal gekraakte PGP-servers, een groot beslag leggen op de schaarse zittingstijd, waardoor andere zaakstromen (bijvoorbeeld cybercrime, zedendelicten, geweldsdelicten en fraude) in de verdrukking kunnen komen.
Daarnaast zorgen de procesafspraken er ook voor dat de opgelegde straf sneller kan worden geëxecuteerd en dat ook direct het overeengekomen bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel door de staat kan worden geïncasseerd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat dit onderdeel van het afdoeningsvoorstel recht doet aan deze zaak, waarbij zowel het belang van verdachte als dat van de maatschappij geëerbiedigd wordt. Kortom, de rechtbank zal verdachte veroordelen tot de in het afdoeningsvoorstel genoemde straf, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden. Van deze straf conform de procesafspraken kan gezien het voorgaande niet worden geoordeeld dat die niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
Conform de procesafspraken heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte afstand doet van de onder hem in beslag genomen goederen, te weten:
  • contant geld ter hoogte van € 23.630,-;
  • 170 Amerikaanse dollars;
  • 980 Britse ponden;
  • geldbedrag van € 122.369,10 op BUNQ bankrekening;
  • Rolex horloge (getaxeerd op € 35.000,-);
  • LSD blotters;
  • plakken hash;
  • MDMA;
  • cocaine;
  • ergotamine;
  • onbekende poeders en pillen;
  • enveloppen en sealbags.
De officier van justitie heeft teruggave aan verdachte gevorderd van de overige in beslag genomen goederen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft tevens dit onderdeel van de procesafspraken bevestigd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen en het Rolex horloge verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de hoeveelheid in beslag genomen LSD blotters, plakken hasj, MDMA, cocaïne, ergotamine, onbekende poeders en pillen, enveloppen en sealbags onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze voorwerpen zijn bovendien tot het begaan van het feit vervaardigd en bestemd.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10, 11 en 11b van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 23.630 EUR;
  • 170 Amerikaanse dollars;
  • 980 Britse ponden;
  • geldbedrag van € 122.369,10;
  • Rolex horloge (omschrijving: MDRAA21017_713286);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • alle verdovende middelen (LSD blotters, plakken hasj, MDMA, cocaïne, ergotamine);
  • onbekende poeders en pillen;
  • enveloppen en sealbags;
- gelast de teruggave aan verdachte van de overige in beslag genomen voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. M.C. Danel en I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 april 2023.
Mr. Danel is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem in vereniging met anderen meermalen (telkens) opzettelijk
Buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en
Heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en
Aanwezig heeft gehad en
Heeft vervaardigd
een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 23 maart 2022 in Amsterdam, Purmerend en Ursem aanwezig heeft gehad een (grote) hoeveelheid (totaal 270.985 blotters) van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 23 maart 2022 te Purmerend opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 1600 gram hash, zijnde hash een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 26 maart 2020 tot en met 23 maart 2022 te Amsterdam, Almere, Mijdrecht, Purmerend en Ursem (telkens) heeft deelgenomen aan een organisatie welke organisatie bestond uit verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3, lid 4 en lid 5 van de Opiumwet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 juni 2022, genummerd 2021151944, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, in onderzoek 03Zegel:
2.Pagina 51 van het algemeen dossier.
3.Pagina 53 tot en met 55 van het algemeen dossier.
4.Pagina 65 tot en met 67 van het algemeen dossier.
5.Pagina 68 tot en met 70 van het algemeen dossier.
6.Pagina 84 van het algemeen dossier.
7.Pagina 72 tot en met 76 van het algemeen dossier.
8.Pagina’s 326 en 327 van het algemeen dossier.
9.Pagina 166 tot en met 169 van het algemeen dossier.
10.Pagina 176 tot en met 217 van het algemeen dossier.
11.Pagina 561 tot en met 566 en pagina 218 tot en met 232, beide van het algemeen dossier.
12.Pagina’s 72 en 73 van het algemeen dossier.
13.Pagina’s 534 en 535 van het algemeen dossier.
14.Pagina 665 van het algemeen dossier.
15.Pagina’s 714 en 715 van het algemeen dossier.
16.Pagina’s 1170 en 1171 van zaaksdossier 1.
17.Pagina 1220 tot en met 1228 van het zaaksdossier 1.
18.Pagina’s 494 en 495 van het algemeen dossier.
19.Pagina 230 van het algemeen dossier.
20.Pagina 230 tot en met 232 van het algemeen dossier.
21.Pagina’s 593 en 594 van het algemeen dossier.
22.Pagina 252 van zaaksdossier 1.
23.Pagina 641 tot en met 645 van het algemeen dossier.
24.Pagina 265 van zaaksdossier 1 en pagina’s 51 en 52 van het tweede aanvullend algemeen dossier (deel 2).
25.Pagina’s 265 en 266 van zaaksdossier 1.
26.Pagina’s 308 en 309 van zaaksdossier 1.
27.Pagina 276 van zaaksdossier 1.
28.Pagina 292 van zaaksdossier 1.
29.Pagina’s 55 en 56 (eerste pseudokoop) en pagina’s 60 en 61 (tweede pseudokoop) van het tweede aanvullend algemeen dossier (deel 2)
30.Pagina 302 tot en met 305 van zaaksdossier 1.
31.Pagina’s 313 en 314 van zaaksdossier 1.
32.Pagina 316 van zaaksdossier 1.
33.Pagina 315 van zaaksdossier 1.
34.Pagina 1165 tot en met 1167 van zaaksdossier 1.
35.Pagina 242 van zaaksdossier 1.
36.Pagina’s 1346 en 1347 van het algemeen dossier.
37.Pagina’s 164 tot en met 166 van zaaksdossier 1.
38.Pagina 378 van het algemeen dossier.
39.Pagina’s 240 en 241 van zaaksdossier 1.
40.Pagina 201 van zaaksdossier 1.
41.Pagina 177 van zaaksdossier 1.
42.Pagina’s 244 en 245 van zaaksdossier 1.
43.Pagina 186 tot en met 188 van zaaksdossier 1.
44.Pagina 213 van zaaksdossier 1.
45.Pagina 194 tot en met 196 van zaaksdossier 1.
46.Pagina 1353 van zaaksdossier 1.
47.Pagina’s 1132, 1140 en 1144 van zaaksdossier 1.
48.Pagina 1355 van zaaksdossier 1.
49.Pagina’s 714 en 715 van het algemeen dossier.
50.Pagina 759 tot en met 767 van het algemeen dossier, pagina 126 tot en met 134 van het tweede aanvullend dossier (deel 2).
51.Pagina 665 van het algemeen dossier.
52.Pagina 690 tot en met 703 van het algemeen dossier.
53.Pagina’s 686 en 688 van het algemeen dossier.
54.Pagina 612 van het algemeen dossier.