ECLI:NL:RBMNE:2023:1590

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
16/066749-22 en 16/031978-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachten van criminele organisatie en drugshandel in LSD en hennep

Op 7 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met de productie, uitvoer en verkoop van LSD zegels en hennep. De zaak betreft meerdere verdachten, waaronder drie hoofddaders die verantwoordelijk waren voor de grootschalige handel in LSD en hennep gedurende een periode van twee jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in 2021 en 2022 in het bezit was van aanzienlijke hoeveelheden LSD blotters en hennepplanten. Tijdens de rechtszittingen op 3 februari en 27 maart 2023 zijn procesafspraken gemaakt, waarbij de verdachte instemde met een afdoeningsvoorstel van het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waarbij onder andere gebruik is gemaakt van gegevens verkregen via Encrochat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 302 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uren. Daarnaast zijn er ontnemingen van in totaal € 686.000, € 280.000, en € 187.000 opgelegd aan de hoofddaders, en een ontneming van € 50.000 aan een afnemer van hennep. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de criminele organisatie meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/066749-22 en 16/031978-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 7 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 februari 2023 en 27 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.INLEIDING

2.1
De tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De rechtbank heeft daarbij getoetst of na de wijziging het daarin aan de verdachte gemaakte verwijt niet meer in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting (ECLI:NL:HR:2022:1252 r.o. 5.6.1 – 5.6.3). Dat is niet het geval. Daarbij is meegewogen dat er aanwijzingen zijn om de ernst van de verdenkingen (inclusief handel in LSD en MDMA) groter in te schatten, maar dat het Openbaar Ministerie in redelijkheid heeft kunnen besluiten daar van af te zien ter vermijding van onderzoekswensen en de inzet van verdere onderzoekscapaciteit in dit grote onderzoek met zes verdachten. Het huidige dossier levert ook niet voldoende aanwijzingen op om verdachte anders te zien dan als een van de afnemers van LSD van de organisatie van medeverdachte [medeverdachte] , zeker niet voldoende om zonder nader onderzoek verdachte als lid van die organisatie aan te merken.
Tevens is er een nieuwe tenlastelegging onder parketnummer 16/031978-23 op zitting aangebracht en gevoegd. De gewijzigde en de gevoegde tenlastelegging zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
De rechtbank nummert de bij de dagvaardingen met de parketnummers 16/066749-22 en 16/031978-23 ten laste gelegde feiten respectievelijk als feit 1 tot en met 3 en feit 4 tot en met 6.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
op 7 juli 2021 in Lelystad 500 LSD blotters aanwezig heeft gehad;
feit 2
op 23 maart 2022 in Almere 4.996 LSD blotters aanwezig heeft gehad;
feit 3
op 17 mei 2022 in Spijkenisse met een of meer anderen 312 hennepplanten heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] );
feit 4
op 7 juli 2021 in Lelystad met een of meer anderen 10.128 gram hennep heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] );
feit 5
op 4 januari 2020 in Emmeloord met een of meer anderen 26,1 kilogram hennep heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] );
feit 6
op meerdere tijdstippen in de periode van 28 mei 2021 tot en met 23 maart 2022 in Lelystad en Almere en Spijkenisse telkens een hoeveelheid hennep heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd.
2.2.
Het afdoeningsvoorstel en de beoordeling
Het Openbaar Ministerie en verdachte hebben procesafspraken gemaakt met betrekking tot de afdoening van de strafzaak en ontnemingszaak en hebben naar aanleiding daarvan een overeenkomst gesloten, waarin onder meer de gezamenlijke zienswijze van de officier van justitie en de verdediging over de beoordeling van de ten laste gelegde feiten en de op te leggen straf is neergelegd.
De afspraken, die aan de rechtbank zijn voorgelegd, houden concreet onder meer het volgende in:
- reeds ingediende onderzoekswensen worden ingetrokken, en het indienen van nieuwe onderzoekswensen en het instellen van hoger beroep blijft achterwege, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform deze procesafspraken komt;
- er worden geen bewijsverweren door de verdediging gevoerd;
- verdachte doet afstand van de onder hem in beslag genomen goederen, zijnde contant geld ter hoogte van € 4.800,-, cryptocurrency ter waarde van € 10.600,-, een hoeveelheid van 4.696 LSD blotters en 54 druppels onbekende vloeistof.
Tijdens de inhoudelijke behandeling op 3 februari 2023 zijn de bovenstaande procesafspraken met verdachte besproken. Daarbij heeft de rechtbank getoetst of verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en de afdoening van zijn strafzaak konden hebben. Verdachte heeft ter terechtzitting uitdrukkelijk bevestigd dat hij op basis van voldoende en duidelijke informatie vrijwillig de keuze heeft gemaakt om in te stemmen met de procesafspraken en zich bewust is geweest van de inhoud, de procedure en de rechtsgevolgen daarvan. Verdachte heeft verklaard dat hij een jong gezin heeft en met de afspraken heeft ingestemd omdat hij deze zaak zo snel mogelijk wil afsluiten.
Zowel bij het onderzoek ter terechtzitting als in dit vonnis heeft de beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) centraal gestaan. Bij het bepalen van de straf en de motivering daarvan zal de inhoud en doorwerking van de procesafspraken worden besproken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de na de eiswijziging ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft conform de procesafspraken geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Vrijspraak t.a.v. feiten 2 en 6
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde voorhanden hebben gehad van 4.996 LSD blotters op 23 maart 2023 (in zijn woning) . Hoewel de rechtbank de overtuiging heeft dat de zegels voorzien waren van LSD blotters, kan dat laatste niet vastgesteld worden omdat de rechtbank geen NFI rapport heeft aangetroffen dat dit bevestigt.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de onder 6 ten laste gelegde vervoer van en handel in hennep. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte als (mede)exploitant betrokken is geweest bij meerdere hennepkwekerijen en hij zal dan ongetwijfeld betrokken zijn geweest bij vervoer en verkoop van de opbrengsten, maar dat kan uit de beschikbare bewijsmiddelen niet worden afgeleid.
4.4
Bewijsmiddelen [1]
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 1
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 14 juli 2021 volgt dat verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Naar aanleiding van de aanhouding van verdachte [verdachte] werd de auto waarin hij reed, een grijze Land Rover Evoque voorzien van kenteken [kenteken ] , op 7 juli 2021 in beslag genomen. Het onderzoeksteam heeft het zeer grote vermoeden dat niet de te naam gestelde [verdachte] [vader van verdachte], maar verdachte [verdachte] eigenaar dan wel gebruiker is van de genoemde Land Rover. Dit omdat verdachte [verdachte] meermalen als bestuurder van de Land Rover is gesignaleerd. [2]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 28 juli 2021 volgt dat verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Op 12 juli 2021 te Lelystad heb ik een voertuig met kenteken [kenteken ] onderzocht. Tijdens mijn controle heb ik in het dashboardkastje een plastic zakje aangetroffen. In het zakje zaten 12 kleine zegels voorzien van een logo. In de kofferbak van het voertuig trof ik een groot vel met kleine zegels aan ook voorzien van een logo. Het vel bestond uit 50 zegels. [3]
Uit het
rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)van 10 september 2021 volgt dat rapporteur ing. A.G.A. Sprong onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft opgesteld:
Kenmerk: AAMI1182NL
Omschrijving: bemonstering van drie papieren eenheden uit een meerkleurig bedrukt vel met in totaal 500 eenheden
Resultaat: bevat LSD
Conclusie: In het onderzoeksmateriaal is LSD aangetoond. LSD (lysergide) is vermeld op lijst I van de Opiumwet. [4]
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 3
Uit het
proces-verbaal aantreffen hennepkwekerijvan 17 mei 2022 volgt dat verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Op 5 mei 2022 ter plaatse op de [adres] te [woonplaats] roken wij met vlagen een hennepgeur. We zagen dat er een gipsplaat achter het bovenraam zat. Vervolgens zagen wij dat de voorkant van de woning een afwijkend warmtebeeld had in vergelijking met de andere woningen. In voornoemde woning werd op 17 mei 2022 binnengetreden. Bij binnenkomst in de woning stond één kamer (kweekruimte 1) volledig vol met hennepplanten. Op de bovenverdieping (kweekruimte 2) werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen.
Kweekruimte 1: In totaal stonden er 153 hennepplanten.
Kweekruimte 2: In totaal stonden er 159 hennepplanten.
Ik constateerde dat het hennepplanten waren. [5]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 18 mei 2022 volgt dat verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Binnen het onderzoek 03Zegel werd tijdelijk het telefoonnummer [telefoonnummer] getapt, in gebruik bij verdachte [verdachte] .
Sessienummer 5463 ( [telefoonnummer] )
Op 24 juni 2021 vond er een tapgesprek plaats tussen [verdachte] en een onbekende man ( [telefoonnummer] , volgens politiesystemen in gebruik bij [A] ).
Beller vraagt: Hoe is het met Rotterdam? Moet ie water geven vandaag?
[verdachte] zegt: Hij moet even kijken, als ze nat zijn, ze zijn zo wie zo droog, er zijn meer lampen aan gegaan.
Beller: Dus hij moet geven vandaag water toch?
[verdachte] : Ja met voeding er in.
Sessienummer 280821-131336
Op 28 augustus 2021 vond er een gesprek plaats tussen [medeverdachte] en
[B] . Tijdens dit gesprek werk onder andere het volgende gezegd:
[B] : Maar morgen weer knippen van [verdachte] .
[medeverdachte] : Oh in Rotterdam.
[B] : In Rotterdam.
[medeverdachte] : heb je die stroom nog gedaan, of niet?
[B] : Ja, ik heb wel stroom gedaan.
Binnen het onderzoek werden de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) opgevraagd over de periode van 21-12-2020 tot en met 20-06-2021. Uit de verstrekte gegevens blijkt dat dit toestel meerdere keren zendmasten in [woonplaats] aanstraalt. Gelet op het feit dat [verdachte] meerdere keren over Rotterdam spreekt, terwijl hij dan in [woonplaats] is, wordt vermoed dat met de hennepkwekerij in "Rotterdam", de hennepkwekerij in [woonplaats] wordt bedoeld.
Tijdens een doorzoeking in de woning van [verdachte] werd onder andere de volgende mobiele telefoon aangetroffen, Apple iPhone 8. In het toestel trof ik onder andere de volgende locatie aan, waar het toestel op 17 juli 2021 tijdelijk zou zijn geweest: " [straat] te [woonplaats] ".
Uit de telefoontap van [verdachte] ( [telefoonnummer] ) blijkt dat [verdachte] op 27 juni 2021 een telefoongesprek had met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] , op naam van: [B] , [adres] te [woonplaats] . Het tapgesprek is als volgt uitgewerkt:
Sessienummer 11511
[verdachte] zegt dat hij wilde komen. NNman zegt dat hij vandaag wel gaat kijken of hij water moet geven. NNman zegt dat hij dan ook gelijk boven even gaat kijken en dat er boven sommige vochtig waren. [6]
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 4
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 8 juli 2021 volgt dat verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben geverbaliseerd:
Op 07-07-2021 te Lelystad zagen wij een persoon lopen die voldeed aan het signalement van [verdachte] . Deze opende het voertuig met kenteken [kenteken ] . Hij was in gezelschap van een andere manspersoon. Wij hebben beide personen staande gehouden. Zij gaven op te zijn:
- [verdachte] , geboren op [1988] te [geboorteplaats] ;
- [A] , geboren op [1988] te [geboorteplaats] .
De beide personen kwamen lopend aan vanaf de lager gelegen huisnummers komende vanaf de straat [straat] . Politiemedewerker [verbalisant 7] herkende één van de staande gehouden personen aan zijn uiterlijke kenmerken als een manspersoon die hij even daarvoor de gezamenlijke opgang van de percelen [adres] en [adres] te [woonplaats] op had zien lopen. Wij zijn vervolgens aan de bel gegaan op het perceel [adres] . Vervolgens zagen wij dat de voordeur werd geopend door voornoemde [verdachte] , hij werd vergezeld door [A] . Wij roken direct een henneplucht toen de voordeur werd geopend. Vervolgens hebben politiemedewerkers de woning betreden en troffen zij op de bovenverdiepingen diverse ruimtes aan met daarin hennep. In deze kweekruimten lagen hennepplanten te drogen. [7]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 8 juli 2021 volgt dat verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Ik deed onderzoek naar de op 7 juli 2021 aangetroffen hennepplanten op de [adres] te [woonplaats] . Uit de blauwe vuilniszakken telde ik in totaal 160 hennepplanten. In de zwarte vuilniszakken alsmede een Northface duffel telde ik 151 hennepplanten. Het nettogewicht van de henneptoppen uit de blauwe vuilniszak bedroeg 6,384 kg. Het brutogewicht van de opbrengst uit de zwarte vuilniszak bedroeg 3,744 kg. [8]
Uit het
proces-verbaal verdovende middelenvan 8 juli 2021 volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Door mij werd een onderzoek ingesteld aan een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen, die was inbeslaggenomen op het adres [adres] , [woonplaats] . De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit:
Goednummer: PL0900-2021217217-2845996
Object: Hennepplant (Hennepstekken)
Aantal/eenheid: 311
Bijzonderheden: Hele stekken met toppen
Netto hoeveelheid: 10128 gram
Gedroogd: Ja
Getest met: MMC Cannabis
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en
hashish, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [9]
Bewijsmiddelen t.a.v. feit 5
Uit het
proces-verbaal aantreffen hennepkwekerijvolgt dat verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben geverbaliseerd:
Op 4 januari 2020 stelden wij naar aanleiding van een MMA melding een onderzoek in op het adres [adres] te [woonplaats] . Op het genoemde adres staat de volgende persoon ingeschreven: [C] , geboren [1971] te [woonplaats] in Nederland. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij aanwezig was, waarvan de planten kennelijk waren geoogst.
Kweekruimte l: Op de eerste verdieping was de eerste kamer was ingericht als hennepkwekerij. Tevens zag ik op de grond potten staan met afgeknipte stengels erin. Ik zag in deze kamer een droogrek hangen met henneptoppen erin. In totaal hingen er in de kweekruimte 6 assimilatielampen. In de kweekruimte bevonden zich 1 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Kweekruimte 2: Op zolder was een ruimte afgetimmerd alwaar een hennepkwekerij opgebouwd was. Ik zag namelijk meerdere potten op de grond. Ik zag dat aldaar afgeknipte stengels in stonden. De plantenbakken waren gevuld met potgrond. In totaal hingen er in de kweekruimte 16 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Wij constateerden dat het hennepplanten waren. Wij stelden een aantal hennepplanten veilig. Deze monsters testten wij met gebruikmaking van de cannabistest. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor hennep of THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hasjiesj vermeld op lijst 2 van de Opiumwet. [10]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 5 januari 2020 volgt dat verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben geverbaliseerd:
Op 4 januari 2020 werd onder verdachte [C] een telefoon van het merk iPhone inbeslaggenomen. Wij deden onderzoek in de telefoon. Wij zagen in Whatsapp een gesprek met een persoon welke zich [verdachte] noemde. Dit gesprek is letterlijk over genomen 4 januari 2020 te 09:27 uur ( [verdachte] = [verdachte] , [C] = [C] )
[verdachte] : Oke, als je wakker bent moet je effe die topjes met je hand schudden beetje, mixen zeg maar.
Wij, zagen dat aan de naam [verdachte] een telefoonnummer gekoppeld stond namelijk
[telefoonnummer] . Dit telefoonnummer hebben wij bevraagd in het politiesysteem en zagen
dat deze gekoppeld stond aan [verdachte] , geboren [1988] te [geboorteplaats] , wonende [adres] te [woonplaats] .
In de inwerking zijnde hennepkwekerij hebben wij meerdere droognetten aangetroffen en daarin lagen in totaal bruto gewogen 26.l kilogram aan hennep. [11]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 7 juli 2021 te Lelystad aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 500 blotters van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3
op 17 mei 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 312 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 4
op 7 juli 2021 te Lelystad tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 10.128 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 5
op 4 januari 2020 in Emmeloord tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 26,1 kg hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3, 4 en 5:
medeplegen van handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft conform het afdoeningsvoorstel gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 302 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en daarnaast een taakstraf van 180 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 90 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft desgevraagd bevestigd zich te verenigen met het afdoeningsvoorstel en heeft de rechtbank verzocht om dit te volgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een hoeveelheid LSD, en aan het exploiteren van drie hennepkwekerijen met anderen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en waardoor de samenleving schade wordt berokkend. Het in grote hoeveelheden voorhanden hebben van dergelijke middelen staat in het algemeen niet op zichzelf en hiermee heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek.
Daarnaast heeft verdachte door met anderen drie hennepkwekerijen te exploiteren bijgedragen aan de blijvende productie van hennep en in de voorziening van verslavingen. De rechtbank neemt verdachte dit kwalijk, te meer nu verdachte zijn handelen heeft voortgezet ondanks het feit dat de politie meerdere keren geïntervenieerd had.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 1 februari 2023. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten (onherroepelijk) is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het advies van Reclassering Nederland van 15 september 2022. Hieruit blijkt dat het veelvuldig gokken en het sociaal netwerk van verdachte risicofactoren zijn. De combinatie van het hebben van hoge schulden en een gebrek aan zinvolle dagbesteding heeft waarschijnlijk geresulteerd in delinquent gedrag.
Tevens houdt de rechtbank rekening met wat ter terechtzitting van 3 februari 2023 door verdachte naar voren is gebracht omtrent zijn persoonlijke omstandigheden, namelijk dat hij als voorman werkzaam is in een autogarage, een betalingsregeling heeft voor zijn schulden en daarom geen behoefte heeft aan schuldhulpverlening, en geen gokproblemen heeft.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat het Openbaar Ministerie en verdachte procesafspraken zijn overeengekomen. De rechtbank heeft daarbij in acht genomen dat de officier van justitie tijdens de inhoudelijke behandeling onder meer heeft gewezen op een beperkte onderzoeks- en recherchecapaciteit en beperkte zittingsruimte. Door dit afdoeningsvoorstel hoeven de onderzoekswensen niet meer te worden uitgevoerd, hoeft geen beroep meer te worden gedaan op de beperkte recherchecapaciteit, kan de zittingscapaciteit beter worden benut en kan de zaak voortvarender worden afgedaan, waardoor er sneller uitsluitsel kan komen en geëxecuteerd kan worden en meer tijd beschikbaar is voor andere zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op het relevante toetsingskader voor procesafspraken dat de Hoge Raad heeft neergelegd in de uitspraak van 27 september 2022 (zie randnummer 2.1). Ten aanzien van de strafoplegging overweegt de Hoge Raad, dat de rechter vrij is in de keuze van de strafsoort en strafmaat en de factoren die hij daarbij van belang acht. Dit betekent dat de rechter acht kan slaan op wat het afdoeningsvoorstel inhoudt met betrekking tot de sanctieoplegging. Als de rechter van oordeel is dat wat het afdoeningsvoorstel daarover inhoudt, niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting, zal de rechter komen tot een andere sanctiebeslissing dan de voorgestelde en tot uitdrukking brengen wat de redenen daarvoor zijn.
De rechtbank heeft voor het aanwezig hebben van LSD blotters gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), die voor het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs uitgaan van het (totale) gewicht van deze harddrugs, waarbij 1 pil gelijk wordt gesteld aan 0,5 gram. In de onderhavige zaak stelt de rechtbank 1 LSD-zegel (oftewel 25 blotters) gelijk aan 1 pil. Hoewel feit 2 niet is bewezen, gaat de rechtbank er bij de toetsing van de procesafspraken van uit dat verdachte 5.496 LSD blotters aanwezig heeft gehad. Dat aantal is voor de oriëntatiepunten vergelijkbaar met 220 gram harddrugs. Volgens de oriëntatiepunten komt daarmee een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beeld van twee maanden bij een standaardzaak en van drie maanden bij een organisatie.
Voor een hennepkwekerij met 312 planten is het oriëntatiepunt 120 uur taakstraf plus één maand gevangenisstraf voorwaardelijk. Voor het voorhanden hebben van in totaal 36 kg hennep is het oriëntatiepunt twaalf maanden gevangenisstraf. Strafvermeerderend is het kweken en verwerken van zulke hoeveelheden. Medeplegen is strafvermeerderend.
Het openbaar ministerie heeft zonder procesafspraken een strafeis van 18 maanden onvoorwaardelijk passend en geboden geacht. Gezien het voorgaande acht de rechtbank zo’n eis een bij de ernst van de feiten passend vertrekpunt.
Vanwege het aantal en de ernst van de feiten is slechts een (ten minste gedeeltelijk) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
De rechtbank ziet een aantal omstandigheden die zij in het voordeel van verdachte laat meewegen. Verdachte heeft reeds 123 dagen in voorarrest gezeten. Verdachte heeft tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis werk gevonden en kennelijk een regeling voor schulden kunnen treffen. Vanuit een oogpunt van speciale preventie lijkt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan het voorarrest dan ook niet meer noodzakelijk en kan worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf als stok achter de deur.
Alles overziend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van 302 dagen met aftrek van 123 dagen voorlopige hechtenis, waarvan 179 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren passend en geboden.
Van deze straf vrijwel conform de procesafspraken kan gezien het voorgaande niet worden geoordeeld dat die niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
Conform de procesafspraken heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte afstand doet van de onder hem in beslag genomen goederen, zijnde:
  • contant geld ter hoogte van € 4.800,-;
  • cryptocurrency ter waarde van € 10.600,-;
  • 4.696 LSD blotters;
  • 54 druppels onbekende vloeistof.
De officier van justitie heeft teruggave aan verdachte gevorderd van de overige in beslag genomen goederen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft tevens dit onderdeel van de procesafspraken bevestigd.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de onder verdachte in beslag genomen geldbedragen en cryptocurrency (bitcoins) verbeurd verklaren. Deze voorwerpen zijn geheel of grotendeels door middel van of uit baten van het strafbare feit verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen LSD blotters onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Dit voorwerp is bovendien tot het begaan van het feit vervaardigd en bestemd.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van twee in beslag genomen telefoons en één computer.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10, 11 van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 3, 4 en 5 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 302 (driehonderdtwee) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
179 (honderdnegenenzeventig) dagen, nietzal worden ten uitvoer gelegd,
tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • Crytocurrency (bitcoins);
  • 4800 EUR (omschrijving: MDRAA21017_713185);
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
4996 STK LSD blotters (omschrijving: G2965938);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK telefoontoestel (omschrijving: MDRAA21017_713214, merk Nokia, zwart);
  • 1 STK telefoontoestel (omschrijving: MDRAA21017_713251, merk Apple, zwart);
  • 1 STK computer (omschrijving: MDRAA21017_713355, merk Lenovo, tablet met zwarte hoes);
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.M. van Hoof, voorzitter, mrs. M.C. Danel en I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 april 2023.
Mr. Danel is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage I: de gewijzigde tenlastelegging
Parketnummer 16/066749-22
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op 7 juli 2021 te Lelystad aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 500 blotters van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op 23 maart 2022 te Almere aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van 4.996 blotters van een materiaal bevattende LSD (Lysergide), zijnde LSD een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op 17 mei 2022 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 312 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bijlage II: de gevoegde tenlastelegging
Parketnummer 16/031978-23
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op 7 juli 2021 te Lelystad tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 10.128 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op 4 januari 2020 in Emmeloord tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [straat] ) een hoeveelheid van ongeveer 26,1 kg hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 28 mei 2021 tot en met 23 maart 2022 te Lelystad en Almere en Spijkenisse meermalen (telkens) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 juni 2022, genummerd 2021151944, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 701 van zaaksdossier 3 in onderzoek 03Zegel. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 377.
3.Pagina 569.
4.Pagina’s 571 en 572.
5.Pagina’s 260 tot en met 262.
6.Pagina’s 239, 241, 242 en 245 tot en met 247.
7.Pagina’s 356 en 357.
8.Pagina 370.
9.Pagina’s 375 en 376.
10.Pagina’s 509 en 510.
11.Pagina 542.