Uitspraak
2.AFDOENINGSVOORSTEL
3.VORDERING
4.BEOORDELING VAN DE VORDERING
- [adres 2] te [plaats 1] : 21 juni 2021 tot en met 17 mei 2022, twee kweekruimtes met ieder vijf gerealiseerde oogsten;
- [adres 3] te [plaats 2] : 1 februari 2021 tot en met 7 juli 2021, twee kweekruimtes met ieder één eerdere gerealiseerde oogst (en één oogst die bij de ontmanteling in beslag is genomen en vernietigd).
- € 162.376,45 (= € 175.872,85 - € 13.496,40) ten aanzien van de [adres 2] te [plaats 1] ;
- € 37.480,24 (= € 41.318,64 - € 3.838,40) ten aanzien van de [adres 3] te [plaats 2] .
€ 50.000,-.
€ 34.600,-(zegge: vierendertigduizend zeshonderd euro). Daarbij is rekening gehouden met een bedrag van € 4.800.- aan cashgeld en een bedrag van € 10.600,- als waarde van cryptocurrency dat onder de veroordeelde in beslag is genomen en waarvan hij ten gunste van de staat afstand heeft gedaan. De rechtbank zal aan veroordeelde daarom de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat opleggen. De rechtbank zal verder bepalen dat het Openbaar Ministerie maximaal
692 (zeshonderdtweeënnegentig) dagengijzeling kan vorderen jegens veroordeelde indien volledig verhaal van dit bedrag overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 van het Wetboek van Strafvordering niet mogelijk blijkt.
5.TOEGEPAST WETSARTIKEL
6.BESLISSING
€ 50.000,-;
€ 34.600,-aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel;
692(
zeshonderdtweeënnegentig)
dagen.