In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. el Kaddouri, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door mr. [A], omdat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 20 december 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 3 april 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres tijdig in beroep is gegaan na een ingebrekestelling op 28 december 2022. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen twaalf weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 april 2023.