ECLI:NL:RBMNE:2023:1481
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek in handhavingszaak tegen bedrijf in Lelystad
Op 4 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een herzieningsverzoek van een bedrijf dat voer voor huisdieren produceert, gevestigd in Lelystad. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank van 22 april 2021, waarin het verzoek van omwonenden om handhavend op te treden tegen het bedrijf werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het herzieningsverzoek niet-ontvankelijk, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de herziening rechtvaardigden en het verzoek bovendien onredelijk laat was ingediend. De rechtbank oordeelde dat verzoeker meer dan een jaar na de openbaarmaking van de eerdere uitspraak om herziening vroeg, wat in strijd is met de gebruikelijke termijn voor het indienen van dergelijke verzoeken. Verzoeker had ook niet aangetoond dat hij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de eerdere uitspraak. De rechtbank benadrukte dat onbekendheid met juridische procedures voor rekening van verzoeker komt. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om herziening niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier M.H.L. Debets, en is openbaar uitgesproken op 4 april 2023.