ECLI:NL:RBMNE:2023:143
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens opzegverbod tijdens ziekte
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap (verzoekster) en een werknemer (gedaagde). De verzoekster heeft het verzoek ingediend op grond van artikel 7:671b lid 1 onder a en artikel 7:669 lid 3 sub e van het Burgerlijk Wetboek, stellende dat de gedaagde structureel niet meewerkt aan zijn re-integratie en derhalve ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De gedaagde heeft zich echter op het opzegverbod tijdens ziekte beroepen en betwist dat hij onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zich op 11 januari 2022 ziek heeft gemeld en dat hij volgens de bedrijfsarts nog steeds volledig arbeidsongeschikt is. De rechter heeft geoordeeld dat het ontbindingsverzoek niet kan worden toegewezen, omdat de gedaagde zijn verplichtingen niet heeft geschonden en er geen sprake is van een situatie waarin de werkgever de werknemer schriftelijk heeft gemaand tot nakoming van zijn verplichtingen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de huidige situatie een zware wissel trekt op de gezondheid van de gedaagde en dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet in zijn belang zou zijn. Het verzoek tot ontbinding is afgewezen, en de verzoekster is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op € 747,-- aan salaris voor de gemachtigde.