Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
GEMEENTE ALMERE,
met beperkte aansprakeoVANWONEN PROJECTEN B.V.,
1.De procedure
- de nagekomen producties 33 tot en met 36 van de Gemeente,
- de conclusie van antwoord met 5 producties,
- de mondelinge behandeling van 8 maart 2023, waarbij partijen aan de hand van een
pleitnota hun standpunt hebben toegelicht en vragen van de voorzieningenrechter hebben
beantwoord.
2.Waar gaat dit kort geding over?
- het op eigen rekening en risico ontwikkelen van drie woontorens, een
parkeergarage, en openbare ruimte, en
- het terugleveren van de openbare ruimte met de daarbij horende infrastructuur aan
de Gemeente.
De Gemeente vordert daarom in dit kort geding, na wijziging van eis, dat VanWonen wordt veroordeeld om:
1. elke pagina van de koop- en basisovereenkomst te paraferen en een handtekening
onder de koop- en basisovereenkomst te zetten,
2. de koop- en basisovereenkomst na te komen.
3.De beoordeling
Het spoedeisend belang van de Gemeente volgt in ieder geval uit haar volkhuisvestingsbelang. De overeenkomst waarvan nakoming wordt gevorderd, heeft namelijk betrekking op het realiseren van onder meer (meer) woonruimtes en daarbij behorende infrastructuur.
- het verkrijgen van de benodigde vergunningen en de mogelijk daarvoor
noodzakelijke stikstofdepositie,
- de vrij op naam prijs zoals bedoeld in artikel 28 van de koopovereenkomst.
enkele antwoorden ontbraken op in de nota van inlichtingen gestelde vragen, dat na
eventuele gunning aan VanWonen, wij met de gemeente Almere ten behoeve van de
vastlegging van definitieve overeenkomsten in gesprek kunnen treden over een voor
partijen passende oplossing voor deze onderwerpen, die recht doet aan elkaars
gerechtvaardigde belangen. De hiervoor bedoelde onderwerpen betreffen de verdeling van
de risico’s ten aanzien van stikstof en de verkrijging van de benodigde vergunningen en het
niet kunnen meerekenen van de verkoopopbrengst van de parkeerplaatsen in artikel 28 van
de koopovereenkomst.”
Het standpunt van de Gemeente dat de uitleg moet worden gedaan aan de hand van wat wordt genoemd de CAO norm wordt dus niet gevolgd. Die CAO norm geldt voor de uitleg van de door de aanbestedende dienst opgestelde aanbestedingsstukken. Daarvan is echter geen sprake.
Die onderwerpen hebben betrekking op risicobepalingen die zijn opgenomen in de koop- en basisovereenkomst. Dat wist de Gemeente. Het gaat daarbij om wezenlijke punten
(de essentialia) van de overeenkomst. De Gemeente had daarom moeten begrijpen dat VanWonen niet de wil had om die koop-en basisovereenkomst onverkort te sluiten, maar dat VanWonen alleen bereid was om die overeenkomsten te sluiten als er een passende oplossing komt voor de onderwerpen waarnaar zij in de begeleidende brief verwijst.
“
ten behoeve van de vastlegging van definitieve overeenkomsten”.
Deze passage moet echter worden begrepen in relatie met waar het VanWonen om te doen was, namelijk het bereiken van een passende oplossing voor een aantal in de koop- en basisovereenkomst opgenomen risicobepalingen. De Gemeente had daarom moeten begrijpen dat met “
vastlegging” werd bedoeld “
sluiting/totstandkoming”.
“
ten aanzien van enkele onderwerpen vertrouwen wij erop (…) in gesprek kunnen treden”.
De Gemeente beroept zich op een brief van 30 november 2022 waarin VanWonen aan haar zou hebben bevestigd dat zij de inschrijving gestand zou doen.
a. handgeschreven notities van VanWonen die in het kader van een op 21 oktober
2022 gehouden overleg zijn gemaakt, en waarin VanWonen het over
“
aandachtspunten” heeft.
b. een e-mail van 28 oktober 2022 van VanWonen waarin wordt gesproken over
“
vertrouwen dat overleg zal plaatsvinden”.
aandachtspunten” heeft in een kader van een overleg is niet zo vreemd. Het is ook een aandachtspunt en wel een heel belangrijk aandachtspunt want als daarover geen overeenstemming wordt bereikt dan wordt er geen overeenkomst gesloten.
De Gemeente wordt dus niet gevolgd in haar stelling dat tijdens deze gesprekken alleen praktische punten zijn besproken.
21 oktober 2022 onder meer heeft opgeschreven:
“Stikstof vraagstuk moet opgelost zijn (overeenstemming tussen OG en ON) voor ondertekenen Koop – en UAV-GC ondertekeningsmoment)”.
3.16. De conclusie is dat VanWonen een voorwaardelijke inschrijving heeft ingediend en dus een voorwaardelijk aanbod heeft gedaan.
Dat is in aanbestedingsrechtelijk opzicht niet in de haak, maar daarover gaat het in deze procedure niet.
Dit verweer gaat al niet op, omdat dit verweer in een aanbestedingsprocedure thuishoort. Het gaat hier om de vraag of er naar aanleiding van een gehouden aanbestedingsprocedure een overeenkomst is tot stand gekomen. Voor die vraag is het niet relevant of VanWonen proactief is geweest door tijdig aan de bel te trekken over eventuele gebreken in de aanbestedingsprocedure.