ECLI:NL:RBMNE:2023:1214

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
16.161890.22; 16/140125-22 (gev. ttz); 16/153489-22 (gev. ttz); 16/157529-22 (gev. ttz); 16/120930-20 (tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van vonnis in strafzaak tegen verdachte voor overval met mes

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 maart 2023 een vonnis uitgesproken tegen de verdachte, die werd beschuldigd van een overval op een Albert Heijn, waarbij hij dreigde met een mes. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Na de uitspraak bleek dat er een fout was gemaakt in het dictum van het vonnis, waarbij de algemene voorwaarden bij de voorwaardelijk opgelegde straf niet waren opgenomen. Dit vonnis is een herstel van het eerdere vonnis en corrigeert deze fout. De rechtbank heeft bepaald dat de verdachte zich moet houden aan verschillende voorwaarden, waaronder het ondergaan van behandeling en toezicht door de reclassering. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte zich niet mag bevinden bij de supermarkt waar de overval heeft plaatsgevonden en dat hij zich moet melden bij de reclassering. Het vonnis is gewezen in de zittingsplaats Lelystad en is openbaar gemaakt op 20 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16.161890.22; 16/140125-22 (gev. ttz); 16/153489-22 (gev. ttz); 16/157529-22 (gev. ttz); 16/120930-20 (tul)
Vonnis tot herstel van het op 16 maart 2023 uitgesproken vonnis van de rechtbank Midden-Nederland
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [1995] te [geboorteplaats] (Mali),
thans verblijvende in de [verblijfplaats] .

1.Het onderdeel van het vonnis dat moet worden hersteld

Aan de verdachte is bij voormeld vonnis een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. In het dictum van het vonnis is vermeld dat een gedeelte van die straf, groot 6 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder algemene en bijzondere voorwaarden.
Na de uitspraak is de rechtbank gebleken dat het dictum van voormeld vonnis een fout bevat. Gebleken is dat abusievelijk de algemene voorwaarden bij de voorwaardelijk opgelegde straf niet zijn opgenomen.
De rechtbank zal dit verzuim herstellen door verbetering van het dictum, waartoe het onderhavige vonnis strekt.

2.De beslissing

De rechtbank:
 verbetert de beslissing met betrekking tot de oplegging van de straf, welke beslissing behoort te luiden:
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 16 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich niet zal bevinden bij de [supermarkt] op de [locatie] in Lelystad, zolang het Openbaar Ministerie dit locatieverbod nodig acht;
* zich binnen 2 dagen na het ingaan van de proeftijd bij Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (Meent 2, 8826 BR Lelystad) zal melden, zolang en zo vaak de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich onder behandeling zal stellen van forensisch Amethist of een soortgelijke zorgverlener te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Vast en Verder, of een soortgelijke instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die in het kader van het verblijf aan verdachte zullen worden gegeven en aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich zal inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf;
 bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van 16 maart 2023 en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de verdachte, de raadsvrouw en de officier van justitie.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S. Terporten-Hop, voorzitter, mr. H. den Haan en mr. E.G. Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra als griffier.