Uitspraak
[eiser],
[gedaagde],
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
3.De beoordeling
Verlies aan verdienvermogen
€ 3.500,00.Deze schatting is met inachtneming van de door [eiser] aangeleverde stukken en het daarop door [gedaagde] gevoerde verweer gebaseerd op 5 maanden x € 700,00 per maand.
Beschadigde kleding
€ 125,00.
Beredderingskosten en reiskosten
Medische kosten
Eigen risico: [eiser] vordert € 385,00 aan eigen risico. Op het overzicht zorgkosten over de periode 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 zoals bij productie 16 is overgelegd is te zien dat [eiser] in dat jaar in totaal € 365,28 aan eigen risico moest betalen. Op ditzelfde overzicht is te zien dat op 16 juli 2019 aan € 38,69 aan kosten in rekening gebracht is wegens ‘enkel en/of voet en/of tenen’. Deze kosten staan in verband met het privéongeval op 4 juli 2019 en niet met de mishandeling op 18 april 2019. Voor het overige gevorderde eigen risico, te weten
€ 326,59, ziet de kantonrechter wel voldoende verband met schouderletsel als gevolg van het de mishandeling.
Fysiotherapiebehandelingen: [eiser] heeft een bedrag van € 349,00 gevorderd voor 10 fysiotherapiebehandelingen. Het is de kantonrechter niet duidelijk of de bezoeken aan de fysiotherapeut allemaal verband houden met de mishandeling op 18 april 2019 of (ook) met het privé-ongeval op 4 juli 2019. Het merendeel van de behandelingen heeft plaatsgevonden na 4 juli 2019 en niet uit te sluiten valt dat de behandelingen ook daarop zien. Onder deze omstandigheden acht de kantonrechter het redelijk dat de helft van de behandelingen aan de mishandeling wordt toegeschreven (
€ 174,50).
Krukken: Bij dagvaarding vordert [eiser] € 14,00 voor het huren van elleboogkrukken van de periode 16 juli 2019 t/m 29 juli 2019. Deze vordering wordt afgewezen. Ter zitting is erkend dat het huren van deze krukken geen betrekking heeft op het letsel als gevolg van de vechtpartij.
Chiropractorbehandelingen: [eiser] vordert € 352,00 voor behandelingen door een chiropractor waar [eiser] vanaf 2 februari 2022 mee begonnen is. Onvoldoende gebleken is dat deze kosten in causaal verband staan met het letsel als gevolg van de vechtpartij op 18 april 2019. Deze vordering zal worden afgewezen.
Smartengeld
€ 1.000,-.
€ 4.420,07 aan schadevergoeding wordt toegewezen.
4.De beslissing
schadevergoedingvan
€ 4.420,07,
proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op
€ 741,43,