Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 januari 2023 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [woonplaats] , eisers
[Organisatie 1] .uit [gemeente 2] (de parkbeheerder).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser [eiser 1] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het legaliseren van een recreatiewoning met berging op zijn kavel op vakantiepark [Organisatie 2] in [gemeente 2]. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug geweigerd, omdat de feitelijke maatvoering van de recreatiewoning en berging in strijd zou zijn met het geldende bestemmingsplan. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij eiseres [eiser 2] zich als derde-partij heeft gevoegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres [eiser 2] niet-ontvankelijk is in haar beroep, omdat zij geen bezwaar heeft gemaakt tegen het primaire besluit.
De rechtbank heeft vervolgens de aanvraag van eiser [eiser 1] beoordeeld. Het college had de feitelijke maatvoering van de recreatiewoning en berging gemeten en geconcludeerd dat deze in strijd was met het bestemmingsplan. Eiser betwistte deze maatvoering en stelde dat het college ten onrechte de feitelijke situatie had beoordeeld in plaats van de aanvraag. De rechtbank oordeelde dat het college buiten het beoordelingskader was getreden door niet op de aanvraag te beslissen, wat leidde tot een zorgvuldigheidsgebrek. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser.
De rechtbank heeft het college ook veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser, omdat het beroep gegrond was. De uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam op 24 januari 2023.