In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 14 januari 2022, gaat het om een geschil tussen eisers, vertegenwoordigd door mr. M.J. Verwers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, vertegenwoordigd door mr. P. Teunissen. De zaak betreft een maatregel van 100% verlaging van de bijstandsuitkering van eisers voor de duur van één maand, opgelegd omdat eiser niet op een afspraak is verschenen. De afspraak was gemaakt om de start van eiser bij een werkgever te bespreken, maar werd afgezegd vanwege een abortus van eiseres. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 17 mei 2021 het besluit van verweerder om het bezwaar ongegrond te verklaren vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het bestreden besluit van 2 juni 2021 heeft verweerder opnieuw het bezwaar ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep van eisers.
Tijdens de zitting op 23 november 2021, waar eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, werd het onderzoek geschorst om partijen de gelegenheid te geven om in overleg te treden. Dit overleg leidde niet tot een oplossing, waarna de rechtbank besloot het onderzoek te sluiten. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft aangetoond dat eiser de verplichtingen om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden heeft gefrustreerd. De rechtbank concludeert dat de maatregel niet gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden van de afzegging en de eerdere toezegging van eiser om de baan te accepteren. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en bepaalt dat de bijstandsuitkering niet met 100% mag worden verlaagd. Verweerder wordt ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eisers.