In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar dat bijstandsuitkeringen ontvangt, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht. De zaak betreft een maatregel die aan eisers is opgelegd omdat eiser niet op een afspraak is verschenen en zich niet tijdig heeft afgemeld. Eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 16 juni 2020, waarin het bezwaar tegen de maatregel ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 22 februari 2021 is een getuige, mevrouw [A], verschenen die verklaarde dat zij namens eiser tijdig had doorgegeven dat hij niet kon verschijnen vanwege een overmachtssituatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser inderdaad niet op de afspraak kon verschijnen en dat de afmelding tijdig is gedaan. De rechtbank oordeelt dat de maatregel niet in stand kan blijven en dat verweerder een nieuw besluit moet nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de afmelding. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.