ECLI:NL:RBMNE:2022:777
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WIA-aanvraag wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldigheid van medisch onderzoek
In deze zaak heeft eiseres, die voor het laatst werkte als medewerker klantenservice, een WIA-uitkering aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld vanwege zwangerschapsklachten. De aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op basis van de conclusie dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 2 februari 2022 behandeld. Eiseres en haar gemachtigde waren aanwezig, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen. De rechtbank moest beoordelen of de afwijzing van de WIA-aanvraag terecht was. Dit betrof de gezondheidstoestand van eiseres op de datum in geding, 9 juli 2020. De rechtbank stelde vast dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk waren gegaan en dat hun rapporten aan de vereisten voldeden. Eiseres voerde aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was, maar de rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden verzameld, ook al was er geen spreekuurcontact geweest.
De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsartsen de klachten van eiseres niet hadden onderschat en dat de door hen vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) correct was. Eiseres had onvoldoende onderbouwd waarom zij meer beperkt was dan vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de geselecteerde voorbeeldfuncties voor eiseres geschikt waren en dat de afwijzing van de WIA-aanvraag terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af, omdat eiseres geen gelijk had gekregen.