Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
(mede) h.o.d.n. [bedrijf] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna ook te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. B.K. Hummen,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. I. Atar.
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 februari 2022 met 3 producties
- de aanvullende productie 4 van [eiser]
- de producties 1 tot en met 6 van [gedaagde]
- de door [eiser] als aanvullende productie ingediende dagvaarding ten behoeve van de bodemprocedure.
2.Waar gaat deze zaak over?
2 februari 2019 opdracht gegeven aan [eiser] om haar auto (een BMW) te laten repareren. Aan de auto zou [eiser] laswerkzaamheden verrichten en de kabelboom herstellen. Op 26 februari 2020 is aanvullend afgesproken dat [eiser] ook een apk-keuring zou doen, omdat de apk in de tussentijd is verlopen.
meent dat hij aan de veroordelingen uit het vonnis heeft voldaan en stelt dat [gedaagde] daarom misbruik van recht maakt door de dwangsommen verbeurd te laten verklaren. [eiser] stelt dat voor zover hij nog niet aan het vonnis zou hebben voldaan, dat door [gedaagde] wordt veroorzaakt, doordat zij nakoming van [eiser] van het vonnis frustreert.
3.De beoordeling
A. binnen veertien dagen na de datum van het vonnis de overeenkomst tot reparatie na te komen en het voertuig gerepareerd en zonder schade af te leveren aan [gedaagde] ;
B.binnen twee dagen na de datum van dit vonnis [gedaagde] deugdelijk en met onderbouwing schriftelijk te informeren over de huidige staat van het voertuig, waaruit in ieder geval blijkt welke werkzaamheden tot op heden zijn verricht en welke werkzaamheden er nog verricht moeten worden;
C.binnen twee dagen na de datum van dit vonnis aan [gedaagde] een deugdelijke schriftelijke specificatie met onderbouwing omtrent de reparatiekosten te verstrekken.
18 november 2021 aan [eiser] laten weten dat in het vonnis voorafgaande betaling van de reparatiekosten niet als voorwaarde is gesteld voor de reparatie.
Op 20 november 2021 heeft [eiser] een factuur voor de reparatiewerkzaamheden aan [gedaagde] verzonden ter hoogte van € 1.575,00 exclusief apk-keuring, waarop hij een akkoord wenst, voordat hij tot de reparatie overgaat. Dat uit het verstrekken van deze factuur zou blijken dat [eiser] de reparatiewerkzaamheden al heeft verricht – zoals hij tijdens de zitting heeft gesteld – is dan ook niet aannemelijk.
Vervolgens heeft de gemachtigde van [eiser] per e-mail van 24 november 2021 nogmaals laten weten dat eerst betaald moet worden, voordat [eiser] tot reparatie van de auto overgaat, omdat hij zou werken op basis van te betalen voorschotten. Uiteindelijk heeft de gemachtigde van [eiser] in zijn e-mail van 3 december 2021 (als de veertien dagen waarbinnen hij tot nakoming van vordering A moest overgaan al is verstreken) gemeld dat de auto al ruim een week klaar staat en na betaling kan worden opgehaald. Als de gemachtigde van [gedaagde] vervolgens per e-mail van 6 december 2021 vraagt of zij uit die e-mail van 3 december 2021 kan concluderen dat de auto conform de veroordeling is gerepareerd en [eiser] nu wenst te vernemen of hij de apk-herstelpunten mag repareren, reageert de gemachtigde van [eiser] daarop als volgt per e-mail van 6 december 2021: "
hij kan niet verder voordat er een akkoord is op de reparatie en deze kosten betaald zijn".
Uit deze correspondentie van [eiser] volgt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook dat hij (ook na het verstrijken van de veertiendagen termijn waarbinnen hij tot reparatie en aflevering van de auto moest overgaan) de voorwaarde heeft gesteld dat eerst betaald moest worden door [gedaagde] , voordat hij tot de overeengekomen reparatiewerkzaamheden aan de auto zou overgaan. Niet gebleken is dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] eerst moest betalen, voordat [eiser] tot reparatie van de auto zou overgaan. Dit kan [eiser] ook niet in redelijkheid van [gedaagde] verwachten, aangezien [eiser] keer op keer – en nu bijna drie jaren lang – zijn afspraak tot reparatie niet is nagekomen.
Gelet op het in kracht van gewijsde gegane vonnis en de veroordelingen die daaruit volgen op straffe van een dwangsom, had [eiser] het vonnis onverminderd (en dus zonder daaraan nadere voorwaarden te verbinden) moeten nakomen. [eiser] heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat hij de veroordeling onder A uit het vonnis is nagekomen. Daarbij kan in het midden blijven of onder de overeenkomst ook viel dat die werkzaamheden aan de auto worden verricht die nodig zijn voor een positief resultaat van de apk-keuring.
€ 1.250,00. Dat daar de werkzaamheden die uit de apk naar voren komen niet bij zijn inbegrepen is naar het oordeel van de kantonrechter logisch, omdat voordat de apk is verricht nog niet duidelijk is wat voor reparatiewerkzaamheden daaruit naar voren komen. Het afspreken van een vast bedrag op voorhand is daarvoor ongebruikelijk.
heeft tijdens de zitting zijn bereidheid uitgesproken om alsnog de reparaties die uit de apk naar voren zijn gekomen uit te voeren (naast de reparatiewerkzaamheden en het schadevrij afleveren van de auto conform het vonnis) voor in totaal € 1.500,00. [gedaagde] heeft aangegeven bereid te zijn dit totaalbedrag van € 1.500,00 te betalen. Van [eiser] mag dan ook verwacht worden dat hij al die werkzaamheden uitvoert voor dit bedrag, dat hij vervolgens [gedaagde] ervan op de hoogte brengt zodra de auto klaar staat en dat [gedaagde] de auto daarna (volledig gerepareerd, met een positieve apk-keuring en zonder schade) ophaalt tegen betaling van € 1.500,00.
De kantonrechter is met [gedaagde] van oordeel dat uit dit bericht van [eiser] niet duidelijk wordt in welke staat de auto verkeert en óf en welke werkzaamheden hij al heeft verricht aan de auto. Dat terwijl het, op basis van eerder verstrekte foto’s van de auto waarop zichtbaar is dat onder meer de stoelen eruit zijn gehaald, duidelijk was dat [eiser] in elk geval het binnenwerk van de auto had losgehaald. Daar heeft hij in dit bericht helemaal geen toelichting op of onderbouwing van gegeven. [eiser] somt verder in zijn bericht weliswaar werkzaamheden en bedragen op, maar daaruit blijkt niet of en welke werkzaamheden hij daarvan al heeft verricht of dat het slechts een begroting van de kosten betreft. Evenmin heeft [eiser] een specificatie met onderbouwing van de reparatiekosten aan [gedaagde] verstrekt. Daarvoor is het overleggen van een factuur onvoldoende.
Ten aanzien van de veroordelingen onder B en C heeft [eiser] in deze procedure dan ook evenmin aannemelijk gemaakt dat hij die is nagekomen.
De kantonrechter acht de kans dat de bodemrechter de vorderingen van [eiser] zal toewijzen dan ook niet in voldoende mate waarschijnlijk, dat het vooruitlopen daarop door het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is en ziet dan ook geen aanleiding tot het opheffen van het beslag of schorsing van de executie van het vonnis.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] dan ook af. Dat geldt, gelet op voorgaande, als vanzelfsprekend ook voor de vordering van [eiser] om te bepalen dat het aannemelijk is dat hij aan het vonnis heeft voldaan. Los van de inhoud daarvan, is in een kort geding geen plaats voor het toewijzen van een dergelijke verklaring voor recht.